Read The Panic Room Online

Authors: James Ellison

The Panic Room (11 page)

BOOK: The Panic Room
13.78Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Ze haastte zich naar het ventilatiegat en stak haar hoofd naar binnen om te kijken of ze kon zien wat er aan de andere kant gaande was. Ze vergat in haar opwinding echter om haar adem in te houden en kreeg tot twee keer toe een grote hoe-veelheid propaangas binnen. Ze viel op haar knieën op de vloer, duizelig en misselijk. 'Jezus, mam! Wat is er aan de hand? Is dat gas?' 'Sarah, ga op de vloer liggen. Nu!'

De jonge Altman dook op de vloer en wachtte op de volgende instructies, die haar gewoonlijk zo zwijgzame en vriendelijke moeder als kogels op haar afvuurde. 'Sarah, luister naar me. Doe precies wat ik zeg. Adem door je shirt heen. Probeer geen adem te halen zonder datje iets voor je gezicht hebt!' Sarah gehoorzaamde haar, te duizelig en bang om zich af te vragen of het wel goed was wat zij en haar moeder aan het doen waren.

In de grote slaapkamer stond Raoul als een wachter over de tank heen gebogen, de beide andere mannen uitdagend om hem de tank en de controle erover afhandig te maken. 'Ga bij die tank vandaan,' zei Burnham. 'Krijg de klere, man.'

'We moeten die kamer in, Frank. Dit is de enige manier. Ik denk dat hij gelijk heeft, man. Ik denk dat je de moed aan het verliezen bent.'

Burnham deed een stap in de richting van Raoul. 'Ga daar weg. Ik vraag het je voor de laatste keer.'

'Ik ben hier de baas,' zei Junior. 'Raoul dwingt hen gewoon om naar buiten te komen. Wacht maar af.' Raoul glimlachte brutaal naar Frank, die boven hem uit torende. 'Je bent een watje,' zei hij. 'Een loser. Als je het spel niet speelt, win je ook nooit.'

Burnham wendde zich tot Junior. 'Luister naar me,' zei hij. 'Dit is verkeerd, het is krankzinnig. Dat spul kan hen binnen een paar minuten doden. Als we gepakt worden, betekent dit het einde voor ons.' Hij greep Junior bij de schouders. 'Praat nou met hem, man. Dit is verdomme gekkenwerk.' Junior rukte zich los, maar hij kon Burnham niet in de ogen kijken.

'Stil,' zei Raoul. Hij had zijn oor tegen de muur gedrukt. Een glimlach verscheen op zijn gezicht en hij begon te giechelen. 'Het duurt niet lang meer. Ze kreunen daarbinnen. Ik hoor ze.'

'Junior, niet doen,' zei Burnham bijna op fluistertoon. 'Laat hem stoppen.'

'Ik hoor hen kuchen,' zei Junior op lichtelijk verwonderde toon.

'Luister nou naar me, man: ze gaan dood daarbinnen.' 'Er gaat helemaal niemand dood,' zei Junior. 'Heb nou eens voor één keer het lef om iets door te zetten. Denk nou eens na... Wat zou jij doen als je in hun schoenen stond? Daar blijven en stikken of naar buiten komen? Ze kunnen hooguit buiten bewustzijn raken. Misschien krijgen ze een beetje hoofdpijn of zo. Ze houden er niets aan over.' 'Nee, Junior. Denk jij nou eens na. Hoe komen we erin als ze buiten bewustzijn raken? Ze staan waarschijnlijk nu al op het punt om flauw te vallen.'

Junior staarde hem aan. Hij keek verward en kreeg rimpels in zijn voorhoofd. 'Denk je?'

'Ik weet het verdomme wel zeker. En als ze bewusteloos raken, komen ze niet meer bij. Er zit nu al te veel gas in die kamer. En vervolgens gaan ze dood. En dan kunnen wij wel fluiten naar het geld.'

Junior draaide zich om naar Raoul: 'Oké, draai hem een beetje verder dicht.'

Raoul schudde zijn hoofd, nog steeds grijnzend. 'Je luistert toch zeker niet naar die eikel?' 'Hij heeft gelijk,' zei Junior.

'Ze gaan echt niet flauwvallen,' zei Raoul smalend. 'Ze moeten zo eerst kotsen.'

'Nee. Kom op, Raoul, doe wat ik zeg: draai hem een beetje dicht. Sterker nog: zet dat kloteding helemaal uit. Ze hebben wel genoeg gas gehad. Als ze dood zijn, kunnen wij die kamer niet in.' Raoul gaf geen krimp.

Burnham wendde zich tot Junior. 'Ik ga echt geen moord toe-voegen aan inbraak en ontvoering. Sorry, man. Ik smeer 'm.' Hij maakte aanstalten om de slaapkamer te verlaten. 'Nee, dat kun je niet maken,' zei Junior, die voor het eerst bang en onzeker klonk. 'Raoul, draai dat stomme ding dicht! Dat is een bevel!' gilde hij.

Raoul liet zijn schouders hangen. In zichzelf mompelend draaide hij aan een knop en kwam overeind. 'Jullie zijn allebei watjes,' mompelde hij. 'Heb je hem helemaal dichtgedraaid, zoals ik zei?' 'Ik heb hem helemaal dichtgedraaid.' Hij staarde naar Burnham. 'Jij en ik, man, als dit achter de rug is, hebben wij nog wel het een en ander uit te vechten.' 'Prima, geen punt,' zei Burnham.

'Wees eens stil, allebei,' zei Junior. Hij had zijn oor tegen de muur gedrukt. 'Ik hoor hen nog steeds daarbinnen. Ze zijn in orde.'

In de panic room slaagden Meg en Sarah er maar ternauwer-nood in om bij bewustzijn te blijven. Ze lagen tegen elkaar

aan op de vloer, hoestend en kuchend, en vroegen zich af hoelang het zou duren voordat ze dood zouden zijn. Toen voelde Sarah lucht binnenstromen door een ventilatiegat ach-ter zich. Ze begon als een razende aan het rooster te trekken dat de koker bedekte. Ze klauwde ernaar, brak haar nagels, totdat ze er op de een of andere manier in slaagde om het rooster eraf te wrikken. In het ventilatiegat bevond zich één enkele pijp, met een doorsnee van ongeveer twintig centime-ter, die dwars door de muur liep en naar de buitenkant van het huis leidde. Sarah bekeek de pijp eens goed, en hoewel hij aan de andere kant bedekt was met gaas, zag ze dat hij naar buiten leidde. En ze rook de heerlijke geur van frisse lucht. Ze riep naar haar moeder dat ze moest komen, en ze ademden allebei gretig bij het uiteinde van de pijp. Het gaf hen wat uitstel voor het onvermijdelijke, maar Meg wist dat de pijp slechts een tijdelijke oplossing was. Uiteindelijk zou de kamer zich volledig vullen met gas en dan zouden zij en haar dochter doodgaan. Ze keek omhoog en haar oog viel op de doos met voorraden die Sarah had doorzocht. Meg liet haar dochter bij het ventilatiegat achter om de schone lucht in te ademen en rommelde in de doos totdat ze een rol isolatietape vond. Ze rolde stukken tape van de zilverkleurige rol en gebruikte de stukken om het ventilatiegat af te plakken waardoor het propaangas naar binnen stroomde. Maar toen ze eenmaal het hele gat had afgedekt, vlogen de stukken, die samen één plak isolatietape vormden, zó weer van het ventilatiegat af. Verdomme, Meg, verdomme, dacht ze. Denk na, denk na. Kom op, meisje, concentreer je. En juist op dat moment vond ze de oplossing in de vorm van twee gasaanstekers. Sarah had haar moeder de hele tijd gadegeslagen, en toen ze Meg twee gasaanstekers zag pakken, één in elke hand, fronste ze haar voorhoofd. Wat was haar moeder van plan?

Meg legde de gasaanstekers bij Sarah neer, doorzocht de ka-mer en vond verschillende dekens, verpakt in plastic zakken. Ze scheurde ze open en wierp de dekens wild over haar doch-ter heen.

'Hé,' begon Sarah. 'Niet nu.'

'Hé, mam,' hield ze vol.

Maar Meg was in een andere wereld. Ze haalde een paar de-kens, verpakt in plastic, uit het krat en las de verpakking. 'Mooi...' concludeerde ze. 'Dit moet goed zijn.' Sarah was geschokt door haar moeders toestand van razernij. Ze had haar nog nooit zo gezien. 'Mama!' Meg ging zo op in wat ze aan het doen was dat ze haar helemaal niet meer hoorde. Ze wierp Sarah verschillende dekens toe en droeg haar op om er zo snel mogelijk onder weg te kruipen. Toen trok ze ze helemaal op tot aan de ongelovige ogen van haar dochter. Meg schrok van de kleur van Sarahs huid: een soort ziekelijk witgroen. Maar op dit moment was er iets wat ze moest doen, en ze moest het snel doen als ze nog enige kans wilden maken om te overleven. Alsof ze door demonen bezeten was liet ze zich op haar knieën vallen, happend naar adem, steeds meer dekens uit het krat rukkend en ze boven op haar dochter opstapelend. 'O, mijn god,' zei Sarah terwijl ze haar moeder met een mengeling van bewondering en afgrijzen aankeek. 'Ik hoop datje weet watje doet.'

Meg knikte en probeerde te glimlachen. 'Ik ook.' Ze draaide het krat op de zijkant en sleepte het naar het hoogste ventilatiegat in de kamer. Ze hield haar adem in en rukte het stalen rooster dat het gat bedekte zo van de muur. De ven- tilatiekoker was net niet breed genoeg, zelfs niet voor haar kleine, smalle arm, maar ze slaagde erin om de vingers van haar rechterhand erin te wurmen. Ze duwde haar hand naar binnen, langs een bundeltje veelkleurige draden die door de muur naar beneden liepen. Vervolgens nam ze een van de gasaanstekers in haar hand en duwde hem als een zwaard door het ventilatiegat. Ze keek neer op haar dochter, die ge-fascineerd naar haar omhoogstaarde; ze probeerde een vonk te produceren. Niets, helemaal niets. Verdomme, dacht ze. Het moet gewoon werken. Het moest gewoon. Ze trok haar nek in, in haar nachtjapon, als een stier die op het punt staat om op zijn slachtoffer af te stormen, haalde kort en oppervlakkig adem, en probeerde het nog een keer. Niets. De wanhoop begon haar te verstikken. Als dit niet werkte, wat dan wel? Dit was haar enige troef, de troef die hun redding kon betekenen. Maar het werkte niet en ze sloot haar geest af voor wat er in de komende minuten met hen kon gebeuren. Toen ze haar hand terugtrok, sloeg het metalen uiteinde van de gasaansteker tegen de wand van de ventila- tiekoker.

Aan de andere kant van de muur pikte Burnham onmiddellijk het geluid op en hij had al snel door wat de vrouw van plan was.

'Wat is er, Burnham?' vroeg Junior bezorgd. 'Stil!' zei hij. Hij spande zich in om beter te luisteren, omdat hij het helemaal zeker wilde weten, en toen dat zo was, riep hij in paniek tegen Raoul: 'Draai de gaskraan dicht!' 'Wat is dat?' vroeg Junior, die een krassend geluid en toen een gedempte knal hoorde. Raoul en Burnham deden een paar stappen achteruit, maar Junior liep met de nieuwsgierigheid van een klein kind naar de muur toe en stak bijna zijn hoofd in het ventilatiegat. Juist op dat moment schoot er een vlam door de ventilatiekoker, als een razendsnelle, rode komeet, die Junior bijna vol in het gezicht raakte, maar hij sprong net op tijd uit de weg en zijn hoofd werd niet geraakt. Desondanks stond zijn shirt in brand en raakte zijn rechterarm ernstig geschroeid. Hij danste rond in een kringetje, rondhuppelend op één voet, vechtend tegen de pijn. 'Ik kom verdomme naar binnen, kreng!' gilde hij. 'Ik kom

naar binnen. Ik vermoord je...' Hij zwaaide wild met zijn arm en scheurde zijn shirt van zijn lijf.

'Hé, rustig, man,' zei Raoul, die zich niet druk leek te maken over Juniors beproeving. 'Ze krijgt wel wat haar toekomt.' 'Jezus,' kreunde Junior. 'O, jezus, moetje die godvergeten blaren op mijn arm zien.'

'Tweedegraads,' zei Burnham. 'Je hebt geluk.' Hij haalde een laken van Megs bed en gaf dat aan Junior. 'Ze heeft spul in de badkamer. Ga maar wat zalf of lotion halen en smeer dat op je arm en je borst, en sla dan dit laken om je heen. Het komt wel weer goed.'

Raoul grijnsde naar Junior. 'Zo, zij heeft iets van je tegoed, of niet soms, kerel?' 

Toen de gasaansteker met een klik eindelijk een vonk produ-ceerde, rukte Meg zo snel als ze kon haar arm uit de ventila- tiekoker, maar toch schoot er een blauwe vlam naar binnen die haar arm te pakken kreeg. Ze dook onder de dekens die ze voor zichzelf had klaargelegd naast Sarah en sloeg snel de vlammen op haar arm uit. De schade viel gelukkig mee: de haartjes waren weggeschroeid, maar dat was alles. Zodra ze op de grond terechtkwam, wierp ze haar eigen lichaam over dat van haar dochter heen, en het hele plafond van de panic room stond in lichterlaaie waardoor de tl-buizen boven hun hoofd sprongen. En toen, voordat ze beseften wat er gebeurde, zogen de ventilatoren in het plafond de blauwe walm van rook en vuur uit de ruimte en werd er een nieuw element toegevoegd aan het angstbeeld van de panic room: duisternis. Net als de Harrison-grotten, dacht Meg. Diepe, complete duisternis. Laat het over je heen komen. Je moet het over je heen laten komen. Je mag het je nu niet laten raken...

Buiten konden Meg en Sarah een man horen gillen en vloe-ken, maar de angst voor wat er van hen geworden zou kunnen zijn - hoe afschuwelijk verbrand ze misschien wel waren - hield Meg voorlopig bij de monitors vandaan. Het was zo heet als een oven geworden in de kamer, en terwijl Meg voor de explosie het gevoel had gehad dat er helemaal geen zuurstof meer over was, haalde ze nu moeizaam adem. Haar dochter was zich echter nauwelijks bewust van haar ademhaling. Ze had haar passieve moeder, met haar zachte, vriendelijke stem, nog nooit zo onbevreesd zien handelen. Normaal gesproken wist ze altijd wel iets te zeggen, maar nu was Sarah sprakeloos terwijl ze opkeek naar haar moeder met een blik die verschillende emoties uitdrukte, zowel bewondering als angst.

Waar was deze nieuwe vrouw vandaan gekomen? Was deze vrouw echt haar moeder? Sarah dacht terug aan al die keren dat zij haar in bescherming had moeten nemen: tegen haar vader, tegen andere moeders, zelfs tegen verkoopsters in wa-renhuizen. Ze zagen haar moeder al van een kilometer af-stand aankomen: het eeuwige slachtoffer, de vrouw van wie je misbruik kon maken. Sarah herinnerde zich die keer, vorige lente, toen het een of ander omhooggevallen trutje van een verkoopster Meg had proberen over te halen om een veel te dure jurk te kopen met een kleine, rodewijnvlek erin. Ze had geprobeerd haar ervan te overtuigen dat het niemand ooit zou opvallen als ze haar tasje 'net even zo' droeg. De vrouw probeerde zelfs om Meg een al even dure omslagdoek te ver-kopen om over de jurk heen te dragen, zodat de vlek niet zichtbaar zou zijn. Meg stond al op het punt om haar credit-card te overhandigen, geïntimideerd door de agressieve ver-kooptechniek van de verkoopster, toen Sarah besloot dat ze niet langer haar mond kon houden. Ze liep op de verkoopster af toen die op het punt stond om Megs aankoop aan te slaan op de kassa. 'We willen hem niet,' zei ze. 'We zijn niet van plan om een dergelijk bedrag te betalen voor een jurk met een vlek erop.' Ze wendde zich boos tot haar moeder en zei: 'Kom op, mam, we gaan.' Haar moeder probeerde iets tegen te werpen, maar om haar dochter tevreden te stellen volgde ze haar gedwee de winkel uit. Later gaf ze tegenover Sarah toe dat de verkoopster haar zo vernederd had dat ze die jurk zó gekocht zou hebben.

Sarah wilde maar dat ze dat kreng Marei had kunnen bevech-ten en een manier had kunnen vinden om haar ouders bij el-kaar te houden. Dat was een gevecht dat haar moeder voor zichzelf had moeten voeren. Maar ze gaf toe. Ze liet dat mens over zich heen walsen. Ze deed alsof het haar schuld was dat papa er met dat kreng vandoor was gegaan. Haar dochter werd helemaal gek van de manier waarop ze terugschrok voor het leven en alles maar liet gebeuren. Maar deze vrouw die haar omhelsde en haar van top tot teen bevoelde om te zien of ze geen sneeën, schaafwonden of brandwonden had; deze vrouw die zojuist had geprobeerd om drie boeven levend te roosteren, deze vrouw kon met geen mogelijkheid haar moeder zijn. En toch was ze dat. Dat was het wonder. Haar moeder deed echt wat ze moest doen toen het erop aankwam. Sarah had nog nooit zo veel liefde en respect voor haar gevoeld. 'Gaat het wel, liefje?'

BOOK: The Panic Room
13.78Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Other books

City Infernal by Lee, Edward
Starry Night by Isabel Gillies
The Ties That Bind by Jayne Ann Krentz
Kabul Beauty School by Deborah Rodriguez
Tears of a Hustler 2 by White, Silk
Spirits in the Park by Scott Mebus
The Disposables by David Putnam