Read Geheime oorlogen Online

Authors: Gordon Thomas

Tags: #Non-Fictie, #Wierook22

Geheime oorlogen (3 page)

BOOK: Geheime oorlogen
13.17Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Scarlett kreeg een kantoorbaan bij
MI
6 als hoofd beveiliging en voorlichting. Aldus werd hij de interne waakhond van de dienst. Zijn enige taak als ‘voorlichter’ was ervoor te zorgen dat zo weinig mogelijk informatie over
MI
6 naar de media lekte. Beide functies benaderde hij met wat ex-officier Richard Tomlinson omschreef als ‘koele zakelijkheid.

Een aantal officieren dat niet aan Scarletts maatstaven voldeed zat opeens zonder werk.’

In 2001 was Scarlett door premier Tony Blair aangesteld als voorzitter van de
JIC
, de onzichtbare brug waarover alle belangrijke inlichtingen een weg vonden naar Downing Street. Binnen
MI
6 leidde de benoeming tot gefronste wenkbrauwen. Peter Ricketts, het zittende hoofd van de
JIC
, was niet alleen geliefd binnen
MI
6, maar wist bovendien goed onderscheid te maken tussen inlichtingen en de politiek. Na slechts zeven maanden in zijn nieuwe functie werd hij als Britse vertegenwoordiger naar het
NAVO
-hoofdkwartier in Brussel gezonden, wat binnen
MI
6 in brede kring werd opgevat als een degradatie.

Bovendien vormde dit wellicht aanleiding om enige achterdocht jegens Scarlett te gaan koesteren. Een carrièreofficier als Mark Allen, al geruime tijd beschouwd als de meest getalenteerde arabist binnen de dienst, maakte van zijn hart geen moordkuil. Net als Scarlett was hij na zijn studie aan Oxford bij
MI
6 gekomen. Zijn vrees was dat Scarletts aanstelling tot de ‘onvermijdelijke politisering’ van het inlichtingenwerk zou leiden, al was het maar vanwege Blairs oude vriendschap met Scarlett. Ook de premier was afgestudeerd aan Oxford, net als Nigel Inkster, de onderdirecteur van
MI
6. Inksters stationeringen in het buitenland, waaronder lange perioden in het Verre Oosten, die hem veel inzicht hadden verschaft in de Chinese inlichtingendiensten – op zich al een toenemende dreiging –, maakten hem wat Allen betrof de ideale vervanger voor de huidige chef, Richard Dearlove.

Dearlove had Blair laten weten ‘serieus te overwegen’ ontslag te nemen om zijn levensambitie te gaan vervullen en hoofd te worden van Pembroke College te Cambridge, een van de meest prestigieuze aanstellingen binnen de universitaire wereld. Zijn oude studiegenoten van Monkton Combe School, bij Bath, had hij toevertrouwd ‘de buik vol’ te hebben van ‘plekken waar de bordjes op de deuren voortdurend veranderen, afhankelijk van wie er op dat moment aan de touwtjes trekt.’

Dearlove had Blair geen indicatie gegeven over wanneer hij precies afscheid zou nemen, maar had stilletjes aangegeven dat
MI
6, met Inkster aan het roer, over een koelbloedige, capabele kapitein zou beschikken. Maar in plaats daarvan had Blair terloops bij Scarlett een balletje opgegooid of deze te zijner tijd bereid zou zijn de uitdaging aan te gaan en het nieuwe hoofd te worden. Later zou Richard Tomlinson
beweren: ‘Wetend wat voor overambitieus type Scarlett is, was dit een aanbod dat hij gewoon niet kon weigeren.’

Drie dagen na Scarletts aanstelling als voorzitter van de
JIC
volgde de aanslag op de Twin Towers. Scarlett zag welk een verlammend effect de meedogenloze eenvoud van de aanslagen op het World Trade Center en het Pentagon op de met stomheid geslagen Amerikaanse inlichtingenwereld had. Wat duidelijk uit deze ramp naar voren kwam, zo schreef hij, was ‘een vernietigende aanwijzing dat de Amerikaanse inlichtingendiensten hadden gefaald’.

Toch waren de voortekenen al te zien geweest: de val van de Berlijnse Muur in november 1989, de Eerste Golfoorlog, operatie-Desert Storm, operatie-Iraqi Freedom, de ineenstorting van het Sovjetcommunisme, de opkomst van Al-Qaida, de militante opstanden binnen de moslimwereld tegen de zittende regimes en de opkomst van religieuze ideologieën die zich samenbalden tot een coherent machtsblok dat met de dag niet alleen steeds meer arme stedelingen, maar ook geschoolde burgers uit de middenklasse aan zich wist te binden.

‘In geen van deze gevallen werden de Amerikaanse beleidsmakers door hun inlichtingendiensten van informatie voorzien om daarmee vooraf invloed op deze gebeurtenissen te kunnen uitoefenen,’ zo schreef Scarlett.

Vervolgens had hij uiteengezet dat wilde Groot-Brittannië zo effectief mogelijk weerstand kunnen bieden aan de terroristische dreiging, men moest erkennen dat een wereldwijde inzet van inlichtingendiensten essentieel was. Binnen 48 uur had hij alle vertakkingen van de Britse inlichtingenwereld in kaart gebracht om Blair een helder beeld van de dreigingsomvang te kunnen presenteren. Hij gaf zijn verslag hoogstpersoonlijk af op Downing Street 10, in een vaalgele dossiermap met daarop het Sint-Joriskruis als duidelijk symbool van zijn patriottisme.

Nu, in zijn derde jaar als directeur-generaal van
MI
6, was John Scarlett ervan overtuigd dat hij zijn punt had gemaakt.

De klinkende overwinning van New Labour na de verkiezingen van mei 1997 had geleid tot zowel ondermijnende geruchten als aantijgingen binnen
MI
6 dat John Reid, beoogd minister van Binnenlandse Zaken die ooit had bekend lid te zijn geweest van de communistische partij, nog altijd banden onderhield met Moskou. Dossiers over Labour-politici werden afgestoft en circuleerden onder
MI
6-afdelingshoofden. Over Jack Straw, beoogd minister van Buitenlandse Zaken
die zo zijn bedenkingen had tegen een oorlog tegen Irak, en Peter Mandelson, die Europees commissaris werd, bestond informatie. Zo ook over Tony Blairs echtgenote, Cherie Booth (Blair hield later vol dat Scarlett hem daar niet over had geïnformeerd). Ook Mohammed Al-Fayed, eigenaar van Harrods, die zich met zijn bewering dat prins Philip betrokken zou zijn geweest bij de dood van prinses Diana, zou ontpoppen als het zwarte schaap binnen de koninklijke familie, had een dossier, net als John Lennon, de Sex Pistols en Primal Scream. In totaal bestonden er zo’n honderd dossiers over sterren, vooraanstaande vakbondsleiders, politici en burgerrechtenadvocaten.
MI
6-agenten van het eerste uur herinnerden zich dat toen Labour onder Harold Wilson aan de macht was, er binnen de inlichtingenwereld een diep wantrouwen jegens Downing Street bestond, gevoed door de angst dat ook Wilson banden met Moskou zou hebben.

In oktober 2008 was het
MI
6 dat de kwestie omtrent verdachte contacten ter sprake bracht toen Peter Mandelson door Gordon Brown werd gevraagd als minister van Handel en Industrie aan de nieuwe regering deel te nemen. Kranten, de Londense
Sunday Times
voorop, kwamen met bewijzen dat Mandelson een langdurige relatie had onderhouden met de Russische oligarch Oleg Deripaska, de op negen na rijkste man ter wereld en een goede vriend van Vladimir Poetin, Ruslands voormalige president en latere premier. Alarme-render voor
MI
6 was dat Deripaska banden scheen te hebben met een machtige Russische maffiabende, de Izmailovo-organisatie, wat door de media werd aangegrepen om Mandelsons ontslag te eisen. Maar diens oude
MI
6-dossier werd inmiddels aangemerkt als ‘categorie Y’, de meest geheime, en opgeslagen in de
MI
6 Scope-database die slechts kan worden geraadpleegd door de hoofden van
MI
5,
MI
6, het Government Communications Headquarters (
GCHQ
ofwel het Britse hoofdkwartier voor regeringscommunicatie), de premier en de minister van Buitenlandse Zaken.

Scarlett ging ervan uit dat Tony Blair een heel andere aanpak zou hebben dan Wilson. Voor hem was de nieuwe premier ‘verfrissend open, bereid te luisteren en, ook al ontbeerde hij de kennis over hoe de inlichtingendiensten opereerden, hij was bereid te leren’.

Toen Scarlett een mogelijkheid zag om Blair in te lichten over het werk van
MI
6, was Richard Dearlove daar graag toe bereid. In een mum van tijd was Scarlett een vaste bezoeker van Downing Street. Cherie Blair zette hem regelmatig haar favoriete
hot pot
-stoofschotel van vlees met aardappelen uit Lancashire voor. Op hun beurt waren
de Blairs regelmatig te gast bij Scarlett en schoven ze aan de walnoothouten eettafel aan. In juni 2001 werd Labour herkozen met een meerderheid van 179 zetels, en behoorden de Scarletts onder de intimi die de hele nacht doorfeestten.

Ondanks Scarletts pogingen een vertrouwensband te creëren, bleven beide partijen elkaar wantrouwen, met Labour-politici die riepen om een gedetailleerd verslag van de
MI
6-uitgaven, en de inlichtingendienst die daarop reageerde met de stelling dat dit de ‘operationele veiligheid zou schaden’. Een onderzoek door de ministerraad concludeerde dat
MI
6 te weinig ‘doelgericht’ was, en adviseerde enige mate van ‘inkrimping aangezien men geen werk meer om handen lijkt te hebben’. Scarlett had het rapport verworpen en Blair er blijmoedig op gewezen dat het verkiezingsprogramma geen ‘waarneembaar’ inlichtingenbeleid bevatte. Minister van Buitenlandse Zaken Robin Cook, onder wiens politieke verantwoordelijkheid
MI
6 viel, was een van de grootste criticasters van de dienst geweest, dit vanwege ‘de slechte prestaties waarbij regelmatig belastinggelden worden verspild’.

Opnieuw had Scarlett zijn talenten in de strijd geworpen om de boel glad te strijken. Beseffend dat de meerderheid van de Labour-politici tot dan toe weinig of geen contact met
MI
6 had gehad, organiseerde hij besloten etentjes tijdens welke hij zijn gasten een avontuurlijke jongensdroom voorschotelde over wat
MI
6 allemaal deed: gedurfde missies in de Balkan en het Midden-Oosten, op anonieme plekken waar de wet van de jungle gold. Dit alles doorspekt met kruidige anekdotes die de menselijke kant van de dienst onthulden: de officier die zijn scheiding had bekostigd met het geld dat hij had gekregen voor het betalen van een fictieve informant die hij voor zijn rapportages van een pagina uit
The Economist
had geplukt. Dan was er nog de spion die valse Britse paspoorten aan een zakenman uit het Midden-Oosten had verkocht, die ze op zijn beurt aan drugdealers moest doorverkopen. Toen de douane de documenten onder ogen kreeg, werden de bezitters gearresteerd. De zakenman werd uiteindelijk in een achterafstraatje in Beiroet vermoord. Later vertelde Robin Cook: ‘Scarlett beschouwde het als een win-winsituatie voor Labour, aangezien al deze streken zich hadden voltrokken onder het wakend oog van premier Margaret Thatcher.’

Scarlett beloofde ervoor te zorgen dat dit soort praktijken zich tijdens zijn bewind niet meer zouden voordoen. Hij was ervan overtuigd dat deze garantie was doorgesluisd naar Blair, waarmee de prille band tussen Downing Street en
MI
6 werd bekrachtigd. Bovendien
wist Scarlett telkens weer het belang van de dienst te onderstrepen en het inlichtingenwerk in een waas van mystiek te hullen. Bevoorrechte, hooggeplaatste politici werden uitgenodigd op het
MI
6-hoofdkwartier, waar Scarlett hun een lunch aanbood en hen even later glimlachend weer in hun dienstauto’s zag stappen voor het korte ritje naar Whitehall.

Op die nog donkere, vroege ochtend in maart 2007 bracht Scarletts chauffeur hem naar het
MI
6-hoofdkwartier. De ochtendmist maakte dat de London Eye, het gigantische reuzenrad waarin toeristen met zachte hand naar grote hoogte werden geduwd voor een panoramisch uitzicht op de hoofdstad, en ook de reusachtige boog over het Wembley-stadion aan het oog werden onttrokken. In april 2006 ontdekte een van de vele computerexperts op een Al-Qaida-website een plan voor een aanslag op deze twee attracties. Dit legertje computerexperts werd de Surfers genoemd en werkte sinds 2003 in het halfduister van een grote raamloze kantoortuin in Central London, het hoofdkwartier van het Joint Terrorism Analysis Center (
JTAC
). De Surfers konden radicale websites lokaliseren, een dreiging spotten en de data in milliseconden naar analisten verzenden. Samen met
MI
5 en
MI
6 ontvingen ook de
CIA
en de Mossad deze ‘opbrengst’.

Een groeiend aantal Al-Qaida-websites werd vanuit Pakistan onderhouden, een land dat zowel het epicentrum van het wereldwijde islamitische extremisme als een belangrijke bondgenoot van het Westen was. President Pervez Musharraf zag de strijd tegen het terrorisme als zijn hoogste prioriteit. Toch werd het allengs duidelijker dat Al-Qaida een belangrijke machtsfactor in het land was. Musharraf had ternauwernood diverse aanslagen overleefd. In 2007 werd hij uit zijn ambt ontzet.

Vanuit zijn schuilplaats ergens in de bergen van de Noordwestelijke Grensprovincie had Osama Bin Laden de straten van talloze steden en dorpen omgetoverd in slagvelden waar niet-islamitische minderheden – christenen, hindoes en parsen – werden vermoord. In het aangrenzende Afghanistan waren complete stadjes en dorpen ‘getalibaniseerd’, waarbij de lokale bevolking voor een ultimatum werd gesteld: steun betuigen aan het extremisme of sterven. Jonge dorpelingen moesten naar trainingskampen waar ze werden opgeleid om zelfmoordaanslagen te plegen, reispapieren voor Europa kregen en zich aansloten bij de honderden goedgetrainde en gemotiveerde extremisten die klaarstonden om toe te slaan. ‘We zien meer
getrainde extremisten. We zien dat er meer geld wordt uitgegeven om ze voor te bereiden. En we zien een toename van deze activiteiten,’ zo waarschuwde John Kringen, hoofd van het directoraat voor analyse van de
CIA
.

De bron voor de bedreigingen voor de London Eye en de Wembley Arch bleek een website in Karachi. Een prioriteitsbericht van het Pakistaanse antiterrorismecentrum (
CTC
) bevestigde de details. Dit werd gefinancierd door zowel de
CIA
als
MI
6 en was na de aanslag van 11 september opgezet. Het werd ter plekke geleid door inlichtingenofficieren van beide diensten en was inmiddels uitgegroeid tot een goed geleid bedrijf, bemand door jonge Pakistaanse inlichtingenofficieren die in Londen of Washington waren opgeleid.

De apparatuur omvatte onder meer hypermoderne, richtinggevoelige detectiemiddelen waarmee de bron van een radicale website tot op enkele honderden meters kon worden gelokaliseerd. Een
D/F
(
direction finding
)-team in Karachi bevestigde vanwaar uit deze website opereerde. Twee uur later viel een Pakistaanse politie-eenheid, vergezeld van een
MI
6-agent, het appartement binnen. Zes Al-Qaida-verdachten en twee Dell-computers werden per vrachtwagen afgevoerd. Nog geen uur later had de officier via cyberspace verbinding gelegd met het Britse hoofdkwartier voor regeringscommunicatie (
GCHQ
) in Cheltenham en de inhoud van de harddisks ge-upload, wat slechts een paar seconden in beslag nam. Het was wederom een kleine overwinning in de strijd tegen het terrorisme.

BOOK: Geheime oorlogen
13.17Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Other books

Call for the Dead by John le Carre
Rogue by Cheryl Brooks
Phobia KDP by Shives, C.A.
Elusive Echoes by Kay Springsteen
Beatriz y los cuerpos celestes by Lucía Etxebarría
The Secret Eleanor by Cecelia Holland
Never Trust a Bad Boy by Minx Hardbringer