Read Geheime oorlogen Online

Authors: Gordon Thomas

Tags: #Non-Fictie, #Wierook22

Geheime oorlogen (78 page)

BOOK: Geheime oorlogen
9.13Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Door verrijkt uranium te blijven produceren dat kan worden toegepast in zijn nieuwste ballistische raket, de Shahab-3, was Iran al een bedreiging geworden voor Israël, maar ook voor Turkije, een navo-land; Egypte, met zijn prowesterse regering; Jordanië, ook een prowesters land; en de Verenigde Arabische Emiraten. Dit waren stuk voor stuk landen waar het Westen strategische belangen heeft. Met zijn bereik van bijna tweeduizend kilometer kon de Shahab-3 elk van deze landen bestoken met kernkoppen.

Ook stelden
MI
6-agenten in Caïro vast dat Egypte, dat al een solide basis voor de nucleaire technologie had, het eerste land buiten Iran kon zijn dat een atoomwapen ging maken. Het bewijsmateriaal over die dertien landen had de Mossad in handen gekregen van
MI
6-hoofd John Scarlett toen hij Tel Aviv bezocht. Israël heeft de afgelopen veertig jaar in de Negevwoestijn bij Dimona zijn eigen kernarsenaal gehad;
MI
6 schat dat er tussen de honderd en tweehonderd kernkoppen opgeslagen liggen. Het Internationaal Instituut voor Vredesonderzoek te Stockholm denkt dat er een aantal Israëlische kernkoppen is geplaatst op vliegbases langs de frontlinie, gereed om op Iran afgevuurd te worden als dit land dreigt met een preventieve aanval op de Joodse staat.

‘Elke escalatie binnen een al gespannen Midden-Oosten zou de druk op andere Arabische landen om zelf kernwapens te gaan produceren alleen maar vergroten. De zorg is dat een aantal landen buitenlandse atoomgeleerden heeft aangetrokken om in eerste instantie vreedzame nucleaire programma’s te ontwikkelen. Maar diezelfde wetenschappers kunnen worden ingezet voor militaire werkzaamheden om een atoombom te produceren. Deze groeiende vrees is voor die landen aanleiding om hun eigen nucleaire schild op te trekken. Iran haast zich om, mogelijk in 2010, het eerste land in de regio te zijn dat over een volledig nucleair arsenaal beschikt. De soennitische monarchen in de Golf maken zich steeds meer zorgen, niet in het minst omdat Teheran onder zijn eigen sjiitische bevolking grote onrust veroorzaakt,’ aldus Chapman tegenover de auteur.

Vanuit Pakistan kwam een andere verontrustende onthulling:
MI
6-agenten die samenwerkten met Pakistaanse inlichtingenofficieren in de afgelegen Noordwestelijke Grensprovincie, lokaliseerden een opleidingskamp voor kinderen, van wie sommigen amper zes jaar oud, waar ze werden getraind om zelfmoordaanslagen te plegen. Het kamp buiten het dorp Spinkai in de bergachtige regio – een van meerdere Al-Qaida-trainingskampen in de regio – stond onder directe leiding van de terreurgroep.

In een
MI
6-document werd de school beschreven als ‘een klaslokaal met documenten en gadgets voor de kinderen om te leren hoe je een zelfmoordaanslag uitvoert. Ook waren er bewijzen dat ze aan intensieve godsdienstige indoctrinatie waren onderworpen; naast de Koran waren hierbij ook teksten van Bin Laden gebruikt. Ook waren er videobeelden van geslaagde aanslagen in Irak en Afghanistan.’

Een van de dvd’s bevatte opnamen van de kinderen terwijl ze van een gemaskerde man instructies kregen. De man droeg een witte hoofdband met daarop teksten uit de Koran. Hij demonstreerde verschillende typen handgranaten. In Londen maakten taalkundigen van
MI
6 bekend dat de instructeur de leerlingen voordeed hoe je bermbommen plaatst.

De ontdekking dat kinderen waren opgeleid tot zelfmoorddaders leidde in Pakistan tot ontzetting. In de laatste maanden van 2007 waren er in dit land meer dan tachtig zelfmoordaanslagen gepleegd, waarbij meer dan duizend dodelijke slachtoffers waren gevallen.

In december 2007 kwamen John Scarlett, Jonathan Evans, David Pepper en het nieuwe hoofd van de gezamenlijke inlichtingencommissie Alex Allan bij elkaar voor hun traditionele kerstlunch om de aanhoudende en de veranderende dreigingen van het nieuwe jaar te bespreken. Tijdens het aperitief werd er wat gekscherend gedaan over Allans website, waarop hij zijn persoonlijke hobby’s had opgesomd: kaarten, luisteren naar de Amerikaanse cultband de Grateful Dead, en windsurfen op de Theems tijdens een spoorstaking. Ook had Allan in de stijl van Facebook ook zijn adres en telefoonnummer prijsgegeven, alsmede die van vrienden van de familie. Na zijn aanstelling was alles toch maar snel weggehaald. Zo hoefden buitenlandse spionnen niet meer uit te zoeken waar Allan woonde, had Scarlett gekscherend opgemerkt.

Tijdens de lunch ging het gesprek over meer serieuze zaken. De heren hadden ieder van de
MI
6-post in Washington een geheime kopie ontvangen van de Amerikaanse National Intelligence Estimate (
NIE
) van 2007. Dit rapport had maanden voorbereiding gevergd en bevatte de situatiebeoordeling van de zestien Amerikaanse inlichtingendiensten, aangevoerd door de
CIA
en de
NSA
, en een schat aan Sensitive Compartmented Information (
SCI
) die zelf middels speciale technieken werd bewaakt en die een inschatting gaf van de eigenschappen, kwetsbaarheden en vermoedelijke stappen van buitenlandse mogendheden – bevriende, vijandige en neutrale – in 2008.

Uitgebracht onder signatuur van de directeur van de centrale inlichtingendienst verwoordde de nie het gezamenlijke standpunt van de Amerikaanse inlichtingengemeenschap. Voetnoten vermeldden waar diensten een afwijkende mening hadden geuit. Als aanvulling op nationale en regionale studies kwam de nie ook met een paragraaf getiteld ‘Inschattingen van de wereldsituatie’. Het eerste exemplaar van het rapport was volgens de traditie aan president Bush overhandigd; daarna was het de beurt aan de hoofden van de drie inlichtingendiensten van Groot-Brittannië.

In de weken voor verschijning had Scarlett uit Washington wilde geruchten opgevangen dat de nie van 2007 weleens een ongebruikelijk explosieve inhoud kon hebben, maar zelfs dit inlichtingenkopstuk had niet kunnen bevroeden dat het rapport zou onthullen dat ‘Iran in 2003 zijn nucleaire programma heeft gestaakt, en er zijn geen bewijzen dat het over verrijkt uranium beschikt om een atoombom te kunnen maken; het land blijkt minder vastbesloten om kernwapens te ontwikkelen dan we sinds 2005 hebben gedacht. Het
Iraanse regeringsbesluit is ingegeven door een kosten-batenplaatje, eerder dan door de haast om een kernwapen te verkrijgen ongeacht de politieke, economische en militaire prijs.’

Donald Kerr, adjunct-directeur van de zestien nationale inlichtingendiensten, die het rapport nalas, meende dat de nie ‘aangaf dat onze beoordeling van Irans slagkracht is veranderd’, en hij ging ermee akkoord de geheimhouding van de tekstdelen over Iran op te heffen om zo ‘een accurate presentatie’ te garanderen.

De beslissing werd door het Witte Huis gepresenteerd als ‘de hoop dat het Iraanse probleem diplomatiek kan worden opgelost, dus zonder het gebruik van geweld zoals deze regering ook steeds heeft getracht te doen’.

Die verklaring had aan het personeel van
MI
6 spottende lachjes ontlokt. Zij wisten immers hoe hard het Pentagon nog altijd aandrong op militaire interventie in Iran, maar het tijdvenster voor zo’n aanval was met de dag gekrompen. In november 2008 zou de termijn van Bush feitelijk aflopen, en het zag ernaar uit dat zijn opvolger een gematigder aanpak zou hanteren.

De vier man die zich te goed deden aan hun kerstlunch waren het erover eens dat het nog veel te vroeg was om Iran minder scherp in de gaten te houden – dat gold trouwens ook voor Rusland. In het nieuwe jaar zou Vladimir Poetin zijn ambtsperiode als president beëindigen, maar hij had aangegeven dat hij de machtigste man van Rusland zou blijven. Robert Morningstar, een Amerikaanse defensieanalist gespecialiseerd in Russische aangelegenheden, had gewaarschuwd dat Poetin de samenwerking van de fsb met de Chinese mss zou blijven uitbreiden. ‘Beide diensten zullen in 2008 en de jaren daarna een machtsblok vormen tegen het Westen. Wij moeten plannen maken om onze vrijheid te beschermen en niet alleen omwille van veiligheid, maar ook omdat alleen onze vrijheid onze veiligheid kan garanderen.’

Het viertal praatte ook over de noodzaak om het publiek ervan te overtuigen dat een terreuralarm alleen werd afgegeven als een dreiging dat vereiste, maar ook om de bevolking eraan te herinneren dat de inlichtingendiensten niet in staat waren de volledige omvang van een dreiging in te schatten, noch haar reikwijdte en diversiteit, en de balans tussen binnenlands en buitenlands terrorisme.

Jonathan Evans leidde een discussie over de hoop om Osama Bin Laden in de kraag te vatten. Aangezien hij een actueel doelwit is, kan dit boek hier niet verder op ingaan.

Het gesprek ging vervolgens over afwegingen in de begroting en de behoefte aan het rekruteren van mensen, met name taalkundigen en computerdeskundigen.

David Pepper gaf zijn gebruikelijke beknopte overzicht van hoe het gchq en de
NSA
nog altijd in volmaakte harmonie samenwerkten terwijl hij zich tegelijkertijd goed op de hoogte had gehouden over de afspraken die de Fransen en Duitsers hadden gemaakt om doelwitten die hun land direct konden bedreigen over de hele wereld te volgen.

Veel van wat aan de lunchtafel werd gezegd zou vertrouwelijk blijven, heel begrijpelijk natuurlijk, maar binnen deze wereld van geheimen, die wordt geregeerd door een eindeloze cyclus van vergaring, verspreiding, analyse en werkopdrachten, zijn er steeds meer mensen die vinden dat geheimzinnigheid omwille van de geheimzinnigheid niet altijd ertoe hoeft te leiden dat veiligheid een doel op zichzelf wordt.

Binnen dit kader heeft dit boek zich bewogen.

Eind september 2008 kondigde sir John Scarlett onverwacht aan dat hij zich aan de vooravond van het honderdjarig bestaan van
MI
6 op 1 augustus 2009 zou terugtrekken. Officieel zou hij dan zijn termijn hebben uitgediend, maar het was de eerste keer dat het hoofd van de Britse buitenlandse inlichtingendienst zo ruim van tevoren met nieuws over zijn afscheid kwam.

Binnen de inlichtingengemeenschap namen de speculaties toe dat Scarlett door de regering-Brown was gedwongen om ontslag te nemen, dit vanwege het falen van
MI
6 om de toegenomen terreurdreiging in Groot-Brittannië het hoofd te bieden; de slechte afhandeling van geheime missies in Irak en Afghanistan; en ten slotte Scarletts eigen onvermogen om zijn oude aartsrivaal, Vladimir Poetin, te slim af te zijn. Poetin, voormalig hoofd van de Russische veiligheids- en inlichtingendienst en later premier, was voortgegaan met het organiseren van inlichtingenoperaties tegen het Verenigd Koninkrijk.

‘Het is geen geheim dat Scarletts relatie met premier Gordon Brown van meet af aan ongemakkelijk is geweest. In de jungle die Whitehall is, was Tony Blair altijd Scarletts politieke beschermheer,’ aldus voormalig
MI
6-agent Richard Tomlinson.

Scarlett had een cruciale rol gespeeld bij de voorbereiding van het beruchte document waarin werd beweerd dat Saddam Hoessein over massavernietigingswapens beschikte – de reden waarom president Bush en Blair de oorlog waren begonnen. De daaropvolgende openlijke
kritiek – op de uiterst onbetrouwbare inlichtingenbronnen in Irak, zo moest Scarlett erkennen – had destijds geleid tot de roep om zijn ontslag.

Hij zou het ambt verlaten na een wereldwijde organisatie te hebben opgezet die in november 2008 bijna drieduizend werknemers telde. Zijn eigen salaris bedroeg meer dan tweehonderdduizend pond per jaar, meer nog dan dat van de premier.

Als zijn opvolger had hij Charles Farr aanbevolen, een 49-jarige bureaucraat van Whitehall die een reputatie had gevestigd als het hoofd van het Office of Security and CounterTerrorism. Dit is een kleine, in 2007 in het leven geroepen organisatie om Al-Qaida binnen Groot-Brittannië te bestrijden.

Nawoord

Een boek over
MI
5 en
MI
6 kan niet eindigen met een conclusie. Immers, elke dag doemen er vanuit onverwachte hoek nieuwe dreigingen op – ook terwijl u deze regels leest. Volgens Peter Hennessy, docent inlichtingenwerk aan de Queen Mary University in Londen, is het onmogelijk om de golfbeweging van terroristische acties in te schatten, laat staan in te tomen. Ditzelfde geldt voor de reacties op nationale of internationale schaal op welke bedreiging dan ook. Het enige wat op het moment van schrijven vaststaat is dat
MI
5 en
MI
6 afstevenen op hun honderdjarig bestaan, in augustus 2009, en dat het nog moeilijker en een kwestie van lange adem zal worden om het nieuwe internationale terrorisme het hoofd te bieden. Hun werk wordt een stuk minder gemakkelijk te kwalificeren als tijdens de ruim veertig jaar durende Koude Oorlog of tijdens de dertig jaren bestrijding van het Ierse terrorisme.

Vandaag de dag vormt alleen Osama Bin Laden de verpersoonlijking van het terrorisme. Hoewel hij op welhaast poëtische wijze de wereld verteld heeft dat hij ermee in oorlog verkeert, hebben zijn motieven niets van doen met vrijheid, onafhankelijkheid en democratie. Die liggen besloten in zijn hardnekkige geloof dat hij, en hij alleen, geroepen is om de wereld te bevrijden van het imperialisme. Zijn waanidee is uniek: Hitler, Stalin en alle andere despoten van de twintigste eeuw hebben ongetwijfeld veel meer doden op hun geweten, maar zij vertoonden niet de geestesstoornis die Bin Laden drijft.

Gordon Brown, sinds 2008 premier van Engeland, liet duidelijk weten zich niet te kunnen vinden in het ‘War on Terror’-etiket van president Bush. Dit was hem te simplistisch en te beperkend, omdat het de aandacht blijvend op de aanslagen van 11 september gericht houdt, terwijl antiterreurbeleid van nu juist gebaat is bij een wereldwijde, alomvattende blik op de dreiging. In Groot-Brittannië heeft de aanpak van die dreiging geleid tot steeds meer debatten over de morele
kant. De controverse over ‘buitengewone uitlevering’ – de werkwijze waarbij de cia in het geheim terreurverdachten aanhield en overvloog naar geheime buitenlandse gevangenissen, waar geen Amerikaanse regels golden voor het verhoren van gevangenen – heeft geleid tot internationale verontwaardiging. In Groot-Brittannië had dit onder andere tot gevolg dat
MI
5-inlichtingenofficieren die op terroristen jaagden nu regelmatig advies inwonnen van de
MI
5-advocaten, om zeker te stellen dat hun methode van bewijsgaring overeind zou blijven in het kruisverhoor door de advocaat van de tegenpartij.

Een tweede probleem waarmee
MI
5 en
MI
6 blijven kampen is dat zij met de inlichtingendiensten van de Europese Unie (vijfentwintig in 2008) de betrekkingen goed moeten houden, en tegelijkertijd de onmisbare contacten met de Amerikaanse diensten niet mogen verliezen. Om het wereldwijde terrorisme te verslaan moeten de Britse, Europese en Amerikaanse inlichtingendiensten meer open kaart met elkaar spelen en dus bereid zijn om vertrouwelijke informatie uit te wisselen met diensten die vóór 11 september nooit op hun verzendlijst zouden hebben gestaan. Slechts weinigen in dit wereldje zullen het oneens zijn met de woorden van defensieanalist Michael Smith: ‘Het inlichtingenwerk dient gevrijwaard te zijn van smetten, en moet anders dan het ‘gepimpte dossier’ over Irak zuiver en accuraat zijn.’

BOOK: Geheime oorlogen
9.13Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Other books

Beautiful Dreamer by Lacey Thorn
Dead of Winter by Lee Collins
A Room Full of Bones by Elly Griffiths
A Wedding on the Banks by Cathie Pelletier
The Lady in the Tower by Karen Hawkins, Holly Crawford