Authors: Ira Levin
Van dezelfde auteur
De dag der dagen
Een kus voor je sterft
De jongens uit Brazilië
De vrouwen van Stepford
Rosemary’s baby
Voor Dorothy Olding
Sliver
Ira Levin
A.W. Bruna Uitgevers B.V. UtrechtOorspronkelijke titel Sliver
© 1990 Ira Levin Vertaling Marijke Versluys
© 1991 A.W. Bruna Uitgevers B.V., Utrecht
ISBN 902297957 1 D/1991/0939/15 NUGI 331
Dit is een roman, wat wil zeggen dat de gebeurtenissen en personen die erin worden beschreven niet op de werkelijkheid zijn gebaseerd. De schrijver is dank verschuldigd aan Paul Busman, Gloria Dougall, Peter L. Felcher, Herbert E. Kaplan, Adam Levin, Jed Levin en Gene Young, die hem met raad en daad ter zijde hebben gestaan.
De maandagochtend begon goed. De Hoffmans hadden weer eens flink ruzie, dr. Palme voerde een telefoongesprek met een ex- patiënt die zelfmoordneigingen had, de hulp van het echtpaar Co- les verlustigde zich aan een van hun vibrators en Lesley en Phil ontmoetten elkaar in de wasruimte. Maar het mooiste kwam nog. MacEvoy kwam de hal binnen met een vrouw die sprekend leek op Thea Marshall, met hetzelfde ovale gezicht en hetzelfde donkere haar. Kennelijk kwam ze naar appartement 20B kijken, dat vorige week een nieuw verfje had gekregen.
Hij zag hen in lift nummer twee naar boven gaan. Ze had een goed figuur - lang en slank, maar goed voorzien - en ze droeg een chic, vrij donker mantelpakje. Even keek ze zijn kant op, daarna stond ze met een hand op haar schoudertas te kijken terwijl MacEvoy de lof zong van de centrale airconditioning en de Poggenpohl-keuken. Een jaar of vijf-, zesendertig. Een treffende gelijkenis. Hij schakelde over naar de woonkamer en slaapkamer van 20B en zag haar door de gang en de lege woonkamer lopen, waarbij haar hakken over het parket klikklakten. Toen ze bij het raam ging staan om uit te kijken over de lagere gebouwen aan Madison, bleek ze er ook van achteren goed uit te zien.
'Het uitzicht is inderdaad grandioos,' zei ze. Haar stem, melodieus en diep, riep herinneringen op aan die van Thea Marshall. Hij kon geen gladde ring ontdekken, maar ze was vast getrouwd of woonde samen. Vanzelfsprekend zou hij de nieuwe huurster zijn fiat geven, aangenomen tenminste dat ze de flat wilde hebben. Hij deed een schietgebedje.
Ze wendde zich van het raam af, wierp een blik om zich heen en glimlachte. Keek omhoog. Terwijl ze dichterbij kwam, keek ze hem recht aan... Thea Marshall keek hem recht aan. De adem stokte hem in de keel.
'Wat een prachtige lamp,' zei ze. De vlakke, glazen plafonnière had een geschulpte rand in art-decostijl. In de verchroomde knop in het midden hing haar kleine, in warmrood gehulde spiegelbeeld ondersteboven op haar neer te kijken.
'Mooi, hè?' zei mevrouw MacEvoy, terwijl ze naast haar kwam staan. 'Ze zijn in het hele gebouw aangebracht. Er is werkelijk op niets beknibbeld. Oorspronkelijk zouden het koopflats worden. Dat in aanmerking genomen is de huur een schijntje.' De huur was hoog, maar voor haar net op te brengen. Ze liep nog eens naar de gang, draaide zich om en nam de kamer in zich op. Pas wit geschilderd, minstens vijftig vierkante meter, een hoog, breed raam, parket, een open keuken... Als de rest van het appartement van hetzelfde niveau was, zou ze meteen moeten beslissen, al was het de eerste flat uit de rubriek 'Te huur' waar ze was gaan kijken. Wilde ze écht uit Bank Street weg? Had ze werkelijk zin in alle rompslomp die een verhuizing met zich meebracht? Ze liep de gang door. De keuken was degelijk: lichtbruine kunststof, roestvrij staal. T.L.-lampen onder de bovenkastjes, keurige, solide apparatuur. Ruim bemeten werkblad. De badkamer ernaast was een tikje overdreven, maar wel leuk. Zwartglazen wanden, zwart sanitair, kranen van chroom; een groot bad met een aparte douche. T.l.-buizen bij het toiletkastje boven de wastafel, en ook hier een plafonnière in art-decostijl met een verchroomde knop in het midden, maar iets kleiner dan het exemplaar in de woonkamer.
De slaapkamer, aan het einde van de gang, was bijna even groot als de woonkamer; ook deze was net wit geverfd. De wand links bestond geheel uit kasten met harmonikadeuren. Een groot raam aan de achterkant, met ook hier een geweldig uitzicht: een stukje van het park, waar het blad aan de bomen al geel begon te worden, en een gedeelte van het Reservoir en het dak van een herenhuis in gotische stijl aan Fifth Avenue. Meer dan genoeg ruimte voor haar bureau dat rechts tegen de wand bij het raam kon staan, terwijl haar bed vanzelfsprekend tegenover het raam een plaats zou vinden. Met een zucht keek ze van haar omgekeerde spiegelbeeld in de plafonnière naar mevrouw MacEvoy, die in de nis bij de deur stond te wachten.
'Dit is de eerste flat waar ik ben gaan kijken,' zei ze. Mevrouw MacEvoy glimlachte. 'Het is een lot uit de loterij,' zei ze. 'Ik zou hem niet laten schieten.'
Ze liepen de gang weer in. Mevrouw MacEvoy liet de linnenkast zien.
Ze keek nog eens om zich heen en dacht aan haar mooie flat in Bank Street, met de hoge kamers en de echte open haard. En met de nachtclub op de hoek, de kakkerlakken, de twee jaar met Jeff en de zes jaar met Alex. 'Ik doe het,' zei ze.
Mevrouw MacEvoy glimlachte. 'Dan gaan we weer naar mijn kantoor,' zei ze. 'Daar kunt u het aanvraagformulier invullen en daarna zal ik de zaak administratief in orde maken.'
Edgars telefoontje liet op zich wachten, wat hem op de zenuwen werkte. Het kwam pas woensdag in de namiddag. 'Hallo, Edgar,' zei hij, terwijl hij de twee grote schermen uitzette. 'Hoe gaat het met je?'
'Ik mag niet mopperen. En hoe is het met jou?' 'Prima,' antwoordde hij.
'De cijfers over september zijn onderweg. Ik denk dat je niet ontevreden zult zijn, als je nagaat hoe de markt zich heeft gedragen. Wat het gebouw betreft: ik heb Mills gezegd dat hij de kwestie van de hal nog eens met Dmitri moet opnemen.' 'Laat hij het eens in het Russisch proberen,' zei hij. 'Die marmeren tegel ligt er nog steeds. Die twee tegels, bedoel ik.' 'Ik weet zeker dat die nieuwe tegels al besteld zijn. Ik zal het nagaan en dan bel ik nog terug. Mevrouw MacEvoy heeft een aspirant huurster voor 20B. Had ik je verteld dat die leeg kwam?' 'Ja,' zei hij.
'Kay Norris. Negenendertig, gescheiden. Ze is redactrice bij uitgeverij Diadem, dus het zal wel een rustig type zijn. Financiële en andere referenties uitstekend. Mevrouw MacEvoy zegt dat ze knap is om te zien. Ze heeft één kat.' 'Kay Norris, zei je?' 'Inderdaad.'
Hij noteerde de naam op zijn klembord en zei: 'Zo te horen niets op aan te merken. Zeg tegen Mills dat iedereen extra goed voor haar zorgt.'
'Komt in orde. Dat was voorlopig alles...'
'Dan zal ik je niet langer ophouden,' zei hij en verbrak de verbinding.
Hij onderstreepte de naam: Kay Norris.
Negenendertig... Ouder dan hij had gedacht.
Thea Marshall was veertig geweest toen ze stierf. Hij haalde diep adem en slaakte een lange zucht.
Hij schakelde de apparatuur in en zette haar woonkamer op scherm één en haar slaapkamer op scherm twee, net als maandagochtend. De slaapkamer baadde in het zonlicht dat door het kale raam binnenstroomde. Hij zette dit scherm iets donkerder en dat in de woonkamer wat lichter.
Met zijn handen op het bedieningspaneel staarde hij naar de twee lege vertrekken op het dubbele scherm. Links en rechts daarvan verspreidden de vele rijen monitors een blauwwit schijnsel, waarin zich hier en daar iets bewoog.
Donderdagavond belde ze Alex en zei tegen hem dat hij zijn boeken moest komen halen.
'O god, Kay, ik weet dat ik het al vaker heb gezegd, maar je had werkelijk geen slechter moment kunnen kiezen. De cursus is net begonnen. Je zult ze nog een paar maanden moeten bewaren.' 'Sorry, dat kan niet,' zei ze. 'Morgen over een week verhuis ik. Of je komt ze halen, of ik zet ze buiten. Ik heb geen belangstelling meer voor middeleeuwse architectuur. De hemel mag weten hoe dat komt.'
Hij wist nog niet dat ze met Jeff had gebroken. Er klonk oprecht medeleven uit zijn stem. 'Uitstekend idee om te verhuizen, prima. Met een schone lei beginnen. Waar ga je heen?' Ze vertelde het hem. 'De flat ligt op de op één na bovenste verdieping,' zei ze. 'Vanuit de woonkamer kun je een stukje East River zien, en vanuit de slaapkamer een deel van Central Park. Een zee van licht. Het is een uitstekende buurt, veel goed onderhouden oude panden, laagbouw, en het Cooper-Hewitt Museum is vlakbij.'
'Madison 1300...'Op de peinzende toon die hij bezigde voordat hij iets begon af te kraken. 'Zo'n smalle, hoge schijf?' Ze haalde eens diep adem en antwoordde: 'Ja...' 'Kay, dat is de flat waar vorige winter die man in de liftkoker is onthoofd. Weet je nog wel? De conciërge. Er zijn al drie of vier mensen overleden, terwijl het gebouw pas een paar jaar staat. Ik weet nog dat ik dacht: jammer dat het nummer 1300 is, want dat geeft voedsel aan het bijgeloof. Zo werd het ook op de televisie gebracht: "Madison Avenue 1300 brengt ongeluk", of iets van die strekking.Maar jij bent natuurlijk...'
'Alex,' zei ze, 'dat wist ik al. Denk je soms dat ik bijgelovig ben? Als dat zo was, was ik er toch niet over begonnen?' 'Ik wilde juist zeggen dat jij natuurlijk niet bijgelovig bent, maar ik dacht dat je het toch zou willen weten, als je het nog niet wist.' 'De boeken, Alex,' zei ze.
Ze spraken af dat hij ze zondagmiddag zou komen inpakken en ze de week daarop zou laten ophalen. Ze namen afscheid en Kay legde neer.
Ze had het kunnen weten. Hij was nu eenmaal een onverbeterlijke zwartkijker.
Het was afschuwelijk van die conciërge, maar toch was het een prachtige flat. Alex en een of andere sensatiebeluste t.v.-journalist zouden haar het wonen daar niet tegenmaken. Drie of vier sterfgevallen in driejaar tijd was niet bijzonder veel; twee appartementen per verdieping betekende dat er in totaal veertig waren, waarschijnlijk in de meeste gevallen bewoond door echtparen. Zestig a zeventig bewoners. Het verloop niet meegerekend. En dan het personeel nog.
Felice streek langs haar enkel. Ze tilde haar op, hield haar tegen haar schouder en liefkoosde de spinnende lapjespoes. 'O Felice, ik heb een grote verrassing voor je! Een hele nieuwe wereld. Geen kakkerlakken meer om mee te spelen. Zielepoot. Tenminste, ik hoop dat die er niet zijn. Je weet maar nooit.'
Een man in een lichtblauwe sweater haastte zich voor haar uit. Hij duwde met gestrekte arm tegen de zware glazen deur en hield die voor haar open. Kay had twee ondiepe kartonnen dozen met kostbare, breekbare spullen bij zich, boven op elkaar, en de portier laadde koffers in de taxi waar zij net uit gestapt was. Ze was dan ook blij met de hulp. Ze glimlachte en bedankte de man terwijl ze langs hem heen liep. Hij was jong, had blauwe ogen en was knap om te zien.
Bij de ingang naar de postkamer zat een klusjesman tegels uit de marmeren vloer te hakken. Boven de liftdeuren gloeiden rode lampjes: B en 15.De jongeman was achter haar aan de hal doorgelopen en stond een paar passen rechts van haar. Ze wierp hem een zijdelingse blik toe terwijl hij van het ene lichtpaneel naar het andere keek; hij had een tas met boodschappen in de hand waar I-hartje-New York op stond. Sportschoenen, spijkerbroek, de lichtblauwe sweater. Hij zag er verzorgd uit, was ongeveer even groot als zij en had kastanjebruin haar. Een jaar of vijf-, zesentwintig. Hij draaide zich om en bood aan: 'Zal ik er eentje overnemen?' 'Ze zijn niet zo erg zwaar,' zei ze. 'Maar toch bedankt.' Hij glimlachte haar toe. Een overrompelende glimlach, breed, met links en rechts een kuiltje. Blauwe, sprankelende ogen. Ze glimlachte en keek naar de lichtjes: B en 15. 'Iemand houdt ze vast,' zei de zeer jonge man. Hij draaide zich om en liep naar de andere kant van de hal, waar te midden van weelderige groene planten een balie van lichtbruin marmer stond, waarin enkele monitors horizontaal waren ingebouwd. De portier kwam binnen. Hij heette Terry, was fors gebouwd, droeg een grijs uniform en had een verweerd gezicht. De laatste keer dat ze hem had gezien had ze hem tien dollar in de hand gedrukt. Hij keek haar teleurgesteld aan. 'Het spijt me dat ik de deur niet voor u kon openhouden.'
'Dat geeft niet,' zei ze.
'Die vent op de vijftiende houdt de lift weer vast,' zei de jongeman. Terry liep hoofdschuddend naar de monitors. 'Die Hoffmans ook altijd...' Hij boog zich over de balie, tuurde en drukte een toets in. Hield die ingedrukt en draaide zich naar haar om. 'Dmitri is de andere lift aan het inrichten voor de verhuizers,' zei hij. 'Het zal nog wel even duren voor ze komen,' zei ze. 'Ze zouden eerst gaan eten.'
Hij liep naar de deur. 'Ik bel u wel als ik ze zie.'
'De firma heet Vrouwen Verhuizen Vrouwen!' riep ze hem over de dozen heen na.
Net op het moment dat Terry de deur opendeed voor een jogger in trainingspak-met-capuchon, reed er een politiewagen met loeiende sirene en zwaailicht langs .
De jongeman kwam terug. 'De lift is onderweg,' zei hij. 'Komt u hier wonen?'
'Ja,' antwoordde ze. 'In 20B.'
'Ik zit in 13A,' zei hij. 'Pete Henderson.'
'Hallo,' zei ze en glimlachte hem over de dozen heen toe. 'Kay Nor- ris.' De jogger monsterde haar terwijl hij pas op de plaats maakte. Toen ze zijn kant op keek, wendde hij zijn blik af en keek naar de man die de tegels zat uit te bikken. Magere kop en een peper-en- zout snor, een jaar of veertig.
'Waar heb je hiervoor gewoond?' wilde Pete Henderson weten. 'Bank Street,' vertelde ze. 'In de Village.'