Authors: Ira Levin
Ze liep naar de woonkamer. Legde de boeken en de fruitschaal minder ordelijk op de lage tafel. Trok de zonwering helemaal omhoog en zette die vast. Stond te kijken naar een lange verhuiswagen die Ninety-second Street in manoeuvreerde; het kenteken stond in zwarte cijfers en letters op het roze-met-goudkleurige dak. Doordat hij een paar keer heen en weer moest steken, kwam het verkeer vast te zitten. Claxons toeterden schel.
Felice miauwde en ging bij de voordeur staan. Ze miauwde nog een keer naar het kiertje onderaan bij de mat.
Toen Kay naar de deur liep, werd er gebeld. Ze boog zich naar het kijkgaatje, deed de deur van het slot en maakte hem open. 'Hallo,' zei ze en stak hem glimlachend haar hand toe. 'Hallo,' zei Pete en schudde haar de hand. Glimlachte en kwam binnen, gekleed in een kanariegele sweater met een wit overhemd eronder, een kaki broek met een messcherpe vouw en witte gympjes, zo te zien nieuw. Felice snuffelde eraan. Pete hurkte bij haar neer en streek met zijn hand over haar kop en oren. 'En dit is dan de beroemde poes die zo goed kan springen,' zei hij terwijl hij haar in haar nek kroelde. 'Wat een schoonheid...' Toen hij met een vinger in haar hals kriebelde, stak Felice met gesloten ogen haar oranje-met-witte kop omhoog. In zijn kastanjebruine, vochtige haar waren de sporen van de kam nog zichtbaar. 'Hoe oud is ze?' 'Bijna vier,' antwoordde Kay glimlachend. Ze deed de deur dicht. 'Hoe heet ze?' 'Felice.'
Zijn blauwe ogen keken naar haar op. 'De vrouwelijke vorm van Felix?' vroeg hij.
'Inderdaad,' zei ze terwijl ze glimlachend op hem neerkeek. 'Jij bent de tweede binnen vierentwintig uur die dat opmerkt. Niet te geloven. De meeste mensen zien het verband niet.' 'O nee?' Hij keek glimlachend naar Felice, die de zijkant van haar kop tegen zijn liefkozende hand duwde.
'Ik had gisteravond bezoek, en iemand had het opeens door,' zei ze. 'Iemand die haar al ruim een jaar kent.' 'Het is een prachtige naam voor een vrouwtjespoes,' zei hij. 'Het is ook het Spaanse woord voor geluk,' zei ze, 'maar dat was geen opzet.'
'Ach ja, feliz,' zei hij en kwam overeind. 'Ha, geweldig... Tjonge, wat een schilderij. Schitterend...'
'Dat heeft mijn beste vriendin gemaakt,' vertelde ze.
'O ja? Ze is vast geen amateur.'
'Nee, ze heeft hier en in Toronto al eens geëxposeerd. Roxanne Arvold.'
Hij kneep zijn ogen halfdicht. 'Heel knap zoals ze de gratie van de valk heeft weergegeven,' zei hij, 'en de fijne tekening van alle veren, zonder je te laten vergeten dat het een roofvogel is.' 'Dat was haar bedoeling ook...' Kay keek hem onderzoekend aan. Hij draaide zich om en keek de woonkamer binnen. 'Zo, dat ziet er goed uit,' zei hij. 'Je hebt het smaakvol ingericht. Mooie kleuren...'
'Nog niet alles wat ik heb besteld is al aangekomen,' zei ze terwijl ze achter hem en Felice aan liep.
Hij ging voor de Zwick staan. 'Deze vind ik ook mooi,' zei hij. 'Het heeft de sfeer van Hopper. Ook een kennis van je?' 'Nee,' antwoordde ze. 'Gekocht op een tentoonstelling in Washington Square.'
Hij liep rond. 'Sfeervol...' zei hij. Keek naar de bank. 'Hoe noem je die kleur eigenlijk?'
Ze hield haar hoofd scheef en keek ernaar. 'Abrikoos.' 'Abrikoos...' Hij bekeek de bank aandachtig. 'Prachtige tint...' Ze keek glimlachend naar hem en naar de bank. 'Eens was het ook een prachtige bank,' zei ze, 'tot Felice haar nagels erin zette. Als ze heeft geleerd om zich op de krabpaal uit te leven, laat ik hem opnieuw bekleden. Ik heb het idee dat ze in de armleuningen begint te krabben nog voordat ik goed en wel in de lift sta.' 'Daar zou je wel eens gelijk in kunnen hebben,' zei hij glimlachend. Hij bukte zich om Felice, die langs zijn broekspijp streek, over haar kop te aaien. 'Zo zijn katten nu eenmaal...' Hij keek om zich heen. 'Tjonge,' zei hij terwijl hij zijn rug rechtte. 'Dertien of twintig, dat maakt een groot verschil.' Hij liep naar het rechter raam en keek naar buiten. 'Fantastisch. Ik kijk op het dak van Hotel Wales en de achterkant van dat gebouw.'
'Kijk uit,' zei ze terwijl ze naar het raam liep. 'Ze schuiven heel gemakkelijk. Dmitri heeft de rails vanmorgen behandeld.' 'Is dat Queens of Brooklyn?' vroeg hij.
'Queens,' zei ze terwijl ze door het linker raam naar buiten keek. Hij floot. 'Wat een uitzicht.' Hij streek de staart van Felice, die over de vensterbank wandelde, naar beneden. Ze keken uit over de glinsterende torenhoge gebouwen, de blauwe en goudkleurige lampen van de brug die in het water weerspiegelden, en verre lichtschijnsels. Sterren fonkelden in het duister boven hen; enkele ervan bewogen, rood met wit. 'JFK ligt ergens die kant op,' zei hij.
'Waar wilde je me eigenlijk over spreken?' vroeg ze. Hij draaide zich naar haar toe en haalde diep adem. Zijn ogen stonden zorgelijk. 'Ik voel me schuldig,' zei hij. 'Laatst, in de wasruimte, vroeg je of ik wist wie de eigenaar van het gebouw was. Ik zei nee. Volgens mij laat die vraag je nog niet los, want je zei dat het je verbaasde dat het huurflats waren geworden, terwijl er zo veel geld in was gestoken.' Hij glimlachte. 'Ik heb het gevoel dat jij iemand bent die... doorgaat met puzzelen tot je de oplossing hebt gevonden.' Hij haalde zijn schouders op. 'En ik zou niet graag willen dat je werk eronder lijdt.' 'Weet je wie de eigenaar is?' vroeg ze. Hij knikte. 'Wie dan?'
Hij tikte met zijn vinger tegen zijn borst onder de kanariegele sweater. 'Ik,' antwoordde hij. 'Ik ben de eigenaar.' Ze keek hem strak aan.
'Ik ben gedeeltelijk in deze buurt opgegroeid,' vertelde hij. 'Behalve een huis in Pittsburgh hadden mijn ouders ook een appartement aan Park Avenue. Plus een huis in Palm Beach...' Hij slaakte een zucht en glimlachte. 'Toen ik eenentwintig werd, heb ik de hele bups geërfd,' zei hij. 'Hier beviel het me het best, dus ben ik in het Wales getrokken tot ik iets geschikts had gevonden. Dat is vijf jaar geleden. Hoor eens, Kay... Vind je het goed dat ik Kay zeg?' Ze knikte. 'Natuurlijk.'
'Mag ik het raam dichtdoen?' vroeg hij. 'Het wordt een beetje fris zo.'
'Jazeker. Ga je gang,' zei ze. 'En ga alsjeblieft zitten.' Hij schoof het raam dicht.
Kay ging in een hoekje van de bank zitten, met een been opgetrokken onder zich.
Pete nam plaats in een fauteuil, sloeg zijn benen over elkaar en trok zijn broekspijpen op om geen knieën in de keurige vouw te maken. Felice nestelde zich op een kussen dat bij de verwarming onder het raam lag. Ze hield hen in de gaten.
'Zoals ik dus zei,' vervolgde hij terwijl hij zich naar haar toe boog, met een elleboog op de stoelleuning en zijn handen gevouwen, 'nam ik mijn intrek in het Wales. Op de zesde verdieping, aan de voorkant. Ik zag dat de twee herenhuizen die hier stonden werden gesloopt, dat het perceel bouwrijp werd gemaakt, het beton werd gestort... Toen kwam de gedachte bij me op dat het fantastisch zou
zijn om eigenaar te zijn van een flatgebouw èn er zelf in te wonen. Ik had het vroeger immers zo naar mijn zin gehad op nummer 1185... Daar hebben we namelijk gewoond, in dat grote pand met die binnenplaats. Weet je welk huis ik bedoel?' Ze knikte.
'En onroerend goed is een goede investering, toch? Zo is Donald Trump ook begonnen.' Hij glimlachte. 'Ik gaf mijn juridisch adviseur dus opdracht het te kopen,' vervolgde hij. 'Ik heb er huurflats van gemaakt omdat ik dan meer speelruimte heb. Als het koopflats zouden zijn en iemand blijkt de andere bewoners overlast aan te doen, bijvoorbeeld door elke avond luidruchtig te feesten, dan zou ik met zo iemand opgescheept zitten. Je kunt het geloven of niet, maar ik vertel niemand dat ik de eigenaar ben, zelfs die lui van MacEvoy-Cortez niet. Ik wil namelijk geen gezeur van mensen die over kleinigheden bij me komen klagen, en ik wil ook niet dat het personeel voortdurend mijn kont likt, als je me die uitdrukking wilt vergeven.'
'Woon je hier het hele jaar?' vroeg ze.
Hij knikte. 'Ik houd me met computers bezig,' zei hij. 'Ik geef niets om jachten en villa's. O, in de toekomst koop ik nog wel eens iets groters, met een biljartkamer en misschien een zwembad, maar op dit moment heb ik meer aan een compact appartement. Ik kan voor mezelf zorgen zonder dat iemand in mijn paperassen en spullen rommelt.'
'Waarom heb je de bovenste verdieping niet zelf genomen?' informeerde ze glimlachend. 'Ik zou het wel weten.' Hij glimlachte. 'Ik zei toch al: ik houd me met computers bezig. Ik zit de hele dag, plus een groot deel van de nacht, naar het scherm te turen. Het uitzicht zou aan mij niet besteed zijn. Daarom zit ik op de dertiende verdieping, want die raak je moeilijk kwijt. Je zou raar opkijken als je wist hoeveel mensen bijgelovig zijn.' 'Vooral nu,' merkte ze op. Hij knikte. 'Vooral nu.' Hij slaakte een zucht. 'Het is heel vervelend voor je,' zei ze. 'Is het gebouw in waarde gedaald?'
Hij haalde zijn schouders op. 'Een beetje, misschien. Maar dat komt wel weer goed.'
Ze glimlachte hem toe. 'Je had gelijk,' zei ze. 'De vraag hield me nog steeds bezig. De dag nadat wij elkaar hadden gesproken heb ik het zelfs aan mevrouw MacEvoy gevraagd.'
'O ja?' zei hij.
'Nu heb ik het gevoel dat ik een beetje... onbescheiden ben geweest.'
'Doe niet zo gek,' zei hij. 'Het pleit voor je dat je zo vasthoudend bent. Zoals ik al zei: ik voelde gewoon dat je zo was.'
Ze glimlachten elkaar toe.
'Wil je iets drinken?' vroeg ze.
'Graag. Waarom niet?' zei hij. 'Een gin-tonic?'
'Wodka?' vroeg ze terwijl ze opstond.
'Ook goed,' antwoordde hij. 'Je hebt ontzettend veel boeken.' Hij keek de kamer rond. 'Hoeveel heb je er zelf geredigeerd?' Ze bleef achter de bank staan en draaide zich om. 'Pete,' zei ze. 'Dmitri zei dat hij opdracht had extra goed voor me te zorgen. Waarom?' Ze keek hem aan.
Hij haalde diep adem. Zette zijn benen naast elkaar en leunde voorover, met zijn onderarmen op zijn knieën. 'Je wordt bedankt, Dmitri,' zei hij. Even later keek hij naar haar op en knikte. 'Toen je de flat kwam bekijken,' zei hij, 'was ik toevallig in de postkamer. Ik ving een glimp van je op.' 'Een glimp?' vroeg ze glimlachend.
Hij zei: 'Heb je ooit van de televisiester Thea Marshall gehoord?' Ze keek hem aan.
Hij rechtte zijn rug en bestudeerde haar. Zijn blauwe ogen schitterden. 'O mijn god,' zei hij. 'Nu bedenk ik pas dat je natuurlijk van haar hebt gehoord. De mensen hebben je vast tot vervelens toe verteld dat je op haar lijkt. Dat bedenk ik nu pas. Jezusmina...' Hij schudde zijn hoofd, glimlachte en stond op. 'Dat is toch zo?' Hij liep naar haar toe. 'Dat zeggen ze toch zeker tegen je? Hoewel, tegenwoordig misschien niet zo vaak meer, hè?' Ze zei: 'Een enkele keer...'
'Je stem lijkt ook op die van haar.' Hij steunde met beide handen op de rugleuning van de bank en schonk haar zijn overrompelende glimlach. 'Eén glimp was dus voldoende om me tot je aangetrokken te voelen,'vertelde hij, 'maar dat was je vast al opgevallen. Dr. Palme zegt dat het universeel is. Uitzonderingen op de regel zijn er niet. Het Oedipuscomplex, bedoel ik. Ze was mijn moeder. Thea Marshall.' Hij knikte glimlachend. 'Mijn moeder.' Knikte nogmaals. 'Thea Marshall.' Hij knipperde met zijn ogen, glimlachte. 'Dat heb ik hem een keer in de lift horen zeggen,' zei hij. 'Dr. Palme van 2A. Hij is psychiater, een goeie. Specialist in het Mount Sinai Ziekenhuis.'Ze keek hem aan. Stak twee vingers op. 'Twee wodka-tonic...' Ze ging naar de keuken. Haalde eens diep adem. Pakte glazen uit de kast.
Hij liep mee, leunde met zijn kanariegele mouwen op de ontbijtbar en keek toe terwijl zij halve-maanvormige schijfjes ijs in de glazen deed. 'Ze was een groot actrice,' zei hij. 'Zo levensecht, ongelooflijk. Ze heeft tijdens de hoogtijdagen van de televisie meegespeeld in alle grote dramaprodukties... The US Steel Hour, Kraft Theatre, Philco Playhouse, Studio One... In het omroepmuseum worden ampexbanden van drie van haar stukken bewaard. In twee daarvan speelt Paul Newman een bijrol. Hallo, Felice.' Felice miauwde en liep naar haar waterbakje. Kay schonk wodka over de ijsblokjes.
'Tijdens een groot deel van mijn jeugd speelde ze mee in Search for Tomorrow,' vertelde hij. 'De grote toneelprodukties verhuisden voor het merendeel naar de westkust, maar mijn vader vond het niet goed dat ze daarheen ging. En dus moest ze met soap-series genoegen nemen. The Guiding Light en daarna Search for Tomorrow. Wat een baan! 's Morgens repeteren, 's middags de opnamen, een opzet maken voor de show van de volgende dag, en dan naar huis om de tekst erin te stampen; repeteren, opnemen, opzet maken, studeren - zo ging het maar door. Ik zag haar vrijwel alleen op de buis! Maar ze was een geweldig actrice. Levensecht tot en met. Eén jaar in The Guiding Light en zes jaar in Search for Tomorrow... '
Kay deed tonic bij de wodka. 'Wat deed je vader?' vroeg ze. 'Hij was president-directeur van U.S. Steel,' antwoordde hij. Ze keek hem van opzij aan.
Hij glimlachte. 'Ik weet wat je denkt,' zei hij. 'Je denkt dat hij zijn invloed heeft gebruikt om haar die rollen te bezorgen. Dat heeft hij niet gedaan, noch bij The Steel Hour, noch bij Kraft Theatre, al bezat hij heel wat aandelen Kraft. Maar dat heeft hij niet gedaan. Wat haar carrière betreft heeft hij zich altijd afzijdig gehouden, zo wilden ze dat allebei. Zij had geen hulp nodig om goede rollen te krijgen, want ze was echt een groot actrice.' Kay sneed een citroen in schijfjes. 'Heb je nog broers en zussen?' 'Nee,' zei hij. 'Jij?'
'Een jongere broer.' Felice zette haar nagels in de krabpaal en keek naar haar op. 'Brave poes,' zei Kay en liep naar het kastje. 'Je moet haar niet meteen wat geven,' zei hij. 'Laat haar eerst maar eens flink krabben. Ze speelt met je.'
Met het kastdeurtje al open keek ze hem aan. Felice stond op haar achterpoten, met haar voorpoten tegen de krabpaal, en keek naar haar op. Ze krabde nog eens demonstratief.
'Je hebt gelijk,' zei Kay en deed het kastje dicht.
'Sorry, Felice,' zei Pete.
Felice keek van hem naar haar en terug.
Ze begonnen zachtjes te lachen.
Felice liet de krabpaal los en wandelde naar de gang. Haar zwartgepunte staart zwiepte.
'Ik heb er een vijand bij,' merkte hij op.
'Ze trekt wel bij,' zei Kay glimlachend. 'Je hebt gelijk. Ik laat me door haar inpakken. Ze is ook zo verrekte slim...' Ze reikte hem zijn drankje aan.
'Dank je.' Hij hief zijn glas. 'Proost,' zei hij.
'Proost,' zei zij en klonk met hem.
Ze glimlachten elkaar toe en namen een slokje.
Kay draaide zich om, liep naar de woonkamer en zei, met enige stemverheffing: 'Het kan geen toeval zijn dat Sam Yale hier ook woont.'