Authors: Ira Levin
Nog niet zo lang geleden was Mulligan in het middelpunt van de belangstelling komen te staan; er bleven dan ook af en toe mensen bij hun tafeltje staan om hem te complimenteren en de hand te drukken. 'Uitstekend werk, Jack!' zeiden ze, en: 'Het werd hoog tijd dat iemand er iets aan deed!'
'Ach, zoveel stelde het niet voor,' zei hij, stralend. Een maand terug had hij de verantwoordelijkheid opgeëist, en vervolgens weer ontkend, voor een computervirus waarvan de herkomst niet te achterhalen bleek. Het virus had een vooraanstaand tijdschrift lamgelegd door alle namen en woorden waar de letters F en Y in voorkwamen uit het gegevensbestand te wissen. De recensie die het tijdschrift had gepubliceerd van zijn Vanessa's Lover, hoewel jubelend en met citaten doorspekt, had een van de verrassende wendingen van de plot verklapt. Hij had de hoofdredacteur vier velletjes vol gramschap gefaxt en de gebruikelijke korte klaagbrief van een lezer was geplaatst.
Terwijl het tijdschrift de schade probeerde te beperken, hadden Mulligans vrienden zijn 'zweer dat je zwijgt als het graf'- telefoontjes geloofd. Hij had drie zoons die iets met computers deden, hackers van het eerste uur, die zich bezighielden met kunstmatige intelligentie en het opzetten van beveilingssystemen. Daar kwam nog bij dat de schrijver van het nonchalante artikel, ongeveer in dezelfde periode dat het tijdschrift zijn woorden met een F en Y erin kwijtraakte, uit het geheugen verdween van meer dan de helft van de commerciële computers die hem tot dan toe hadden gekend en vertrouwd. Tegen vertegenwoordigers van de officier van justitie en de FBI had Mulligan - gesteund door Paul, Weiss, Rifkind en anderen - echter gezegd: dat hij maar een grapje had gemaakt; hij had alleen maar gezegd dat hij wóu dat hij het had gedaan, maar hij verafschuwde vandalisme, en nog meer woorden van dergelijke strekking. Zijn twinkelende ogen waren hierna te zien geweest in diverse actualiteitenrubrieken en een paneldiscussie over computerbeveiliging in Nightline.
Terwijl het tijdschrift en de recensent moeizaam overeindkrabbelden, was het resultaat van de affaire voorspelbaar: Vanessa's Lover ging als warme broodjes over de toonbank en Mulligans agent vroeg een exhorbitant hoog voorschot voor een twee bladzijden korte samenvatting van Marguerite's Stepfather. De flauwe hoop dat deze eis kon worden gematigd was de reden dat Kay - volledig gesteund door haar baas - met Mulligan in de Seasons zat te lunchen.'Ken jij die man met dat witte haar, die daar op de entresol zit?' vroeg ze toen ze eindelijk weer alleen waren. 'Hij zat vroeger bij Essandess. Ik weet niet meer hoe hij heet en waar hij nu werkt.' Jack krabde eens achter zijn oor, draaide zich om, tuurde naar de wanden en het plafond, en keek vervolgens haar weer aan. 'Aan dat zelfde tafeltje heeft Bill Eisenbud een hartaanval gehad,' zei hij. 'Het was een ontzettend aardige man, hè? Een groot gemis. Wij hadden in de Vineyard een huisje naast hem, in de zomer van 'drieënzeventig. Nee, 'vierenzeventig. Een fantastisch huis, met een ruime, beschutte veranda. Helemaal overgroeid met blauweregen.'
Ze vroeg: 'Ken je hem?'
'Nee, het was 'drieënzeventig,' zei hij. 'In 'vierenzeventig zaten we in Zuid-Amerika.' Hij schudde zijn hoofd. 'Nee,' zei hij. 'Ik vraag me af of Sheer aan een nieuw boek bezig is. Hij zei van niet. Het is een vreemde vogel wat geld betreft. Na afloop namen we samen een taxi en toen ik uitstapte, gaf ik hem een briefje van vijf, want er stond bijna zeven dollar op de meter. Hij wilde me per se tot op de cent terugbetalen.'
De ober kwam, boog als een knipmes nadat ze een drankje hadden besteld, en verdween weer.
'Sheer?' herhaalde ze. 'Ken je de man die bij hem zit?' Hij keek haar verwonderd aan. 'Ik dacht dat je naar die paneldiscussie in Nightline had gekeken...' 'Dat heb ik ook gedaan,' antwoordde ze.
'Op die antieke draagbare t.v. zeker? Wil je beweren dat je nog steeds geen ander toestel hebt?' 'Zat hij dan ook in het panel?'
'Hij was die doemdenker,' zei Jack. 'Hij heeft een boek geschreven waarin hij voorspelt dat de computer ons allerlei rampspoed zal brengen. Wraakoefeningen bijvoorbeeld vanwege het verklappen van een ontknoping.'
'Hubert Sheer...' zei ze. 'Ach, natuurlijk, nu weet ik het weer. Hij deed nogal agressief tegen je...'Jack begon zachtjes te lachen. 'Dat mag je wel zeggen,' zei hij. 'Maar in de taxi was hij reuze geschikt. Hij verontschuldigde zich welgemeend voor zijn rotopmerking over mijn vermeende "kinderachtige mentaliteit". Ze hebben hem er vlak voor de uitzending bij gesleept, omdat iemand had afgezegd. Hij verschijnt niet graag op de t.v., maar toen ie eenmaal op dreef was, kon Koppel hem nauwelijks de mond snoeren. Dat boek is trouwens al jaren oud.' 'Ik geloof dat hij in hetzelfde flatgebouw woont als ik,' zei ze. 'O ja? Dat zou best kunnen. Hij kan zich tegenwoordig wel iets duurs aan Madison veroorloven...' Ze bestudeerden het menu.
Toen ze opkeek, betrapte ze Hubert Sheer erop dat hij haar zat op te nemen. Hij glimlachte; zijn wangen en voorhoofd vertoonden een blos en zijn al wat dunner wordende haar bleek ook peper-en- zoutkleurig, net als zijn snor.
Ze schonk hem een terughoudende glimlach en idem knikje. Hij knikte terug en liep nog roder aan.
De ober bracht mineraalwater met citroen voor haar en moutwhisky voor Jack.
Ze bestelden kalfsoesters en gegrilleerde zalm. Jack hief zijn glas. 'Op Marguerite's Stepfather.' Ze klonk met hem. 'Op de kassa van Diadem.' 'Zullen we het leuk houden?'
Ze bespraken een nieuwe bestseller - die ze goed vonden, maar niet uitzonderlijk goed -, het schandaal in Washington en het Broadway-seizoen dat er niet erg veelbelovend uitzag. De man met het witte haar kwam glimlachend naar hen toe, gevolgd door Hubert Sheer, die hinkte en op een stok steunde. 'Kay!' zei de man. 'Martin Sugarman. Hoe gaat het met je?' 'Martin!' zei ze. 'Wat leuk!'
Hij bukte zich en kuste haar op haar wang. 'Je ziet er uitstekend uit.'
'Jij ook,' antwoordde ze. 'Jack Mulligan, Martin Sugarman.' 'Het is me een waar genoegen!' zei Sugarman, terwijl hij met beide handen Jacks hand omvatte en die energiek schudde. 'Het werd hoog tijd dat iemand er iets aan deed!' 'Ach, zoveel stelde het niet voor,' zei Jack, stralend. Hubert Sheer strompelde dichterbij; zijn gezicht vertoonde een blos en hij was gekleed in een colbert van bruine tweed, een bruin overhemd en een roestbruine das. Zijn ogen, grijs onder peper-en- zout wenkbrauwen, blonken van nauwelijks onderdrukte opwinding. Steunend op zijn stok glimlachte hij haar toe. 'Kay, dit is Hubert Sheer. Hij heeft toegezegd dat hij een boek voor ons gaat schrijven. Dit is Kay Norris.'
'Gefeliciteerd,' zei ze glimlachend terwijl ze hem haar hand reikte. Hij nam die onhandig in zijn linkerhand, die warm en vochtig aanvoelde. 'Dank u,' zei hij. 'We zijn buren.' 'Dat weet ik,' zei ze.
Zijn grijze ogen werden even groot van verbazing. Hij liet haar hand los en begroette Jack. 'Hallo,' zei hij. 'Hallo,' zei Jack. 'Wat heb jij uitgespookt?' 'Ik heb mijn enkel gebroken,' zei Sheer. 'Eergisteren.' Hij keek Kay glimlachend aan. 'Mijn fiets begaf het toen ik kopieën van mijn synopsis wilde gaan maken. Zou dat een teken van God zijn?' 'Misschien bedoelt hij: zij die geloven, haasten niet,' zei ze. Hij glimlachte. Sugarman lachte hardop.
'Ik dacht dat boeken voor jou hadden afgedaan,' merkte Jack op. 'Dat dacht ik ook,' zei Sheer tegen hem, 'maar Marty belde me de dag na Nightline op met een idee dat me heel erg aansprak.' Zijn priemende grijze ogen richtten zich weer op Kay. 'Televisie,' zei hij. 'Een allesomvattend overzicht van de invloed die het medium tot nu toe op de samenleving heeft gehad en de invloed die het de komende jaren nog zal uitoefenen. Alle aspecten komen aan bod, van soap-series en beveiligingssystemen tot het effect van camrecorders op de gang van zaken in de wereld. Ik ben zelfs van plan...' 'Rocky...' zei Sugarman.
Sheer keek van hem naar haar. Zijn blos werd nog dieper; hij glimlachte.
'Ik zal zwijgen als het graf,' zei ze glimlachend.
'Laat alsjeblieft niets los,' zei Sugarman tegen haar en Jack. 'Het project is nog in een zeer pril stadium.'
'Het klinkt interessant,' zei Jack. 'En het ligt helemaal in de lijn van je vorige boek.'
'Ja,' zei Sheer. 'Ik ben er heel enthousiast over. Ik heb een stoomcursus Japans gevolgd. Volgende week ga ik erheen om bedrijven te bezoeken en met fabrikanten en ontwerpers te praten.' 'Het heeft zo moeten zijn,' zei Sugarman. 'Het idee kwam 's morgens bij me op en die avond zat hij in het panel van Nightline, de ideale samensteller van zo'n boek. Hé, kijk, daar heb je Joni.' Hij legde even zijn hand op Sheers schouder. 'Ga jij maar vast, Rocky. Ik zie je dadelijk beneden wel weer.' Sheer keek haar aan. 'Fiets jij wel eens?' vroeg hij. 'Ja,' antwoordde ze, 'maar ik heb er geen...' 'Ik ook niet meer,' zei hij glimlachend. 'Het ding was total loss. In het park kun je fietsen huren, bij het botenhuis. Mag ik je eens opbellen als ik terug ben?'
'Graag zelfs,' zei ze vriendelijk. 'Ik hoop dat je reis vruchten afwerpt.'
'Dank je,' zei hij glimlachend en met een rood gezicht. Hij zei Jack gedag en hinkte weg.
Sugarman boog zich dichter naar haar toe. 'Ongelooflijk scherpzinnig,' zei hij. 'Hij legt verband tussen allerlei zaken, heel verrassend soms. Heb je The Worm in the Apple gelezen?' 'Nee,' antwoordde ze, 'jammer genoeg nog niet.' 'Ik laat vanmiddag een exemplaar bij je bezorgen,' zei hij. 'O ja, als het je soms interesseert: hij vroeg of ik hem aan je wilde voorstellen. Hij is drieënveertig, gescheiden, en een bijzonder aardige kerel. Overigens, ik was toch wel even bij je langsgekomen. Leuk dat ik je weer eens heb gesproken en dat ik met jou kon kennismaken, Jack. Mijn complimenten. In alle opzichten!' Hij draaide zich om en liep naar de betere tafeltjes.
Kay keek hem glimlachend na en zwaaide naar Joni, die terug- zwaaide.
'Rocky?' zei Jack vragend, terwijl hij een stukje kalfsvlees afsneed.
'Dat is beter dan Hubert,' zei ze.
Ze keek over haar schouder door het met gouddraad gedecoreerde glas naar Sheers bruine tweedrug, die achter de balustrade van de brede trap verdween. Langzaam, dicht langs de linker leuning, liep hij naar beneden.
Met horten en stoten verdween hij uit het zicht.
Kay ging met de maten van de ramen naar de afdeling woningtextiel van Bloomingdale's en bestelde witte zijde voor de woonkamer en groen met wit gestreepte katoen voor de slaapkamer. Op weg naar de afdeling eigentijds meubilair ontdekte ze een hypermoderne krabpaal, bestaande uit stukken kurk in de vorm van doughnuts, bevestigd aan een staaf van chroom. Zoiets vond je alleen bij Bloomie's...
In de Vertical Club bracht ze haar conditie op peil door zich in het zweet te werken aan de apparaten die haar arm-, been- en buikspieren moesten verstevigen, waarna ze een poosje op een hometrainer peddelde.
Toen ze uit de lift kwam, werd ze begroet door een miauwende Felice en een hal die vol stond met uitpuilende koffers van roze leer, die haar de toegang versperden en de deur van 20A openhielden. In de keuken van die flat stond een jonge vrouw in een witte jas te telefoneren.
'Nee! Ik bedoel het precies zoals ik het zeg!' Toen ze Kay zag, stak ze haar hand op. Aan elke vinger droeg ze een ring. Ze kreunde theatraal, sloeg haar ogen ten hemel, keek weer naar Kay en haalde hulpeloos haar schouders op. Ze was plaatjesachtig mooi, slank, begin twintig, met steil, blond haar dat haar hoofd als een pagekapje omsloot. De witte mantel met ceintuur had op het omslag van Elle gestaan. 'Jullie kunnen allebei de pot op!' riep ze woedend uit en smeet de hoorn op het wandtoestel.
'Ik zal die koffers even voor je weghalen,' zei ze terwijl ze naar de deur kwam. Ze deed de deur verder open en duwde er met haar knie een koffer tegenaan om te voorkomen dat hij dichtviel. 'Het spijt me, maar die arme kat van je is door het dolle heen. De luchtjes van India zijn zeker nieuw voor hem.' Ze zette de roze koffers bij elkaar. 'Wanneer ben je hier komen wonen?' vroeg ze. 'Een week geleden,' antwoordde Kay, terwijl ze om de koffers heen naar haar deur liep.
'Laat hem er maar uit,' zei V. Travisano. Ze schonk Kay een stralende glimlach. 'Gun hem zijn vrijheid. Ik ben dol op katten.' 'Het is een zij.' Kay zette haar aktentas en het pak van Boomingdale's neer, schoof een koffer opzij en maakte de deur open. Felice schoot naar buiten en besloop aan een stuk door snuffelend het glimmende klaverbladmerkje onder aan een koffer. 'O, wat een beeldschoon beest! Ik ben dol op lapjespoezen. Hoe heet ze?' 'Felice.'
'Felice... Wat een mooie naam. Ik heet Vida Travisano.' 'Dat is ook een mooie naam.'
Ze begon te lachen. 'Dank je,' zei ze. 'Die heb ik zelf bedacht.' 'Ik ben Kay Norris.' 'Ook niet gek.'
'Dat hebben mijn ouders bedacht.' Kay pakte de tegenstribbelende Felice op, die nog lang niet was uitgesnuffeld op de Indiase geurtjes.
Vida Travisano zeulde de laatste koffer naar binnen. 'Jij bent een hele verbetering vergeleken met die arme Kestenbaums.' Ze stond glimlachend in de deuropening, in haar witte couturejas, met een glinsterende hand aan de deurpost en haar ene witgelaarsde been over het andere geslagen. 'Ken je het verhaal van de Kestenbaums?' vroeg ze.
'Felice! Hou op! Nee,' zei Kay. 'Nee, nog niet...' 'Het was eigenlijk wel een interessant stel,' vertelde Vida Travisano. 'Hij was een Amerikaan en zij kwam uit Korea. Heel mooi om te zien; ze had zó fotomodel kunnen worden. Ze hebben nooit verteld wat ze deden, maar ze ontvingen veel gasten. Toen kreeg hij multiple sclerose en hij teerde letterlijk weg. En zij liep aldoor maar achter die rolstoel... Je hebt natuurlijk met zulke mensen te doen, maar het is verschrikkelijk deprimerend... Snap je wat ik bedoel? Ze zijn in Californië gaan wonen, in de buurt van een kliniek waar ze met het onderzoek verder gevorderd waren. Het zag er eerst naar uit dat ze het niet konden betalen. Een paar maanden geleden huilde ze daar nog om, want de behandeling kostte een fortuin en hun verzekering wilde niets vergoeden. God zij dank hebben ze het geld ergens vandaan kunnen halen. Als je behoefte hebt aan een praatje, kom dan gerust langs. Ik ben tot 9 november hier, daarna...' De telefoon begon te rinkelen. 'Shit. Dan ga ik naar het zonnige Portugal. Tot ziens.' Ze liep achterwaarts naar binnen en zwaaide naar Felice. 'Dag Felice!' Terwijl de telefoon doorrinkelde, deed ze de deur dicht.
Felice begon fanatiek te snuffelen aan de moeten die de koffers in het tapijt hadden gemaakt.