Read Geheime oorlogen Online

Authors: Gordon Thomas

Tags: #Non-Fictie, #Wierook22

Geheime oorlogen (15 page)

BOOK: Geheime oorlogen
12.51Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

De wolk van missers boven Thames House werd almaar donkerder en overschaduwde de levens van iedereen die er werkte. De verhouding tussen de binnenlandse veiligheidsdienst en de buitenwereld, die toch al nooit gemakkelijk was geweest, bereikte een nieuw dieptepunt. In het parlement werden gerichte vragen gesteld over hoe
MI
5 zulke rampzalige fouten had kunnen maken. Er werd verzocht om een herwaardering van waar
MI
5 voor stond en er gingen zelfs nog meer geluiden op om Eliza Manningham-Buller te laten opstappen, wat uiteindelijk dan ook gebeurde. Op 20 april 2007 werd ze voor de laatste keer door haar chauffeur van Scotland Yard van Thames House naar huis gereden. Het was een roemloos einde van een carrière die zoveel jaren geleden, toen ze bij
MI
5 kwam, zo veelbelovend had geleken.

Elizabeth Lydia Manningham-Buller, Eliza voor familie en vrienden, werd op 14 juli 1948 geboren. Aan de oorlog in Europa was in mei
1945 een einde gekomen, maar drie jaar later was de Britse bevolking nog altijd langzaam herstellende van de uitputting. Ondervoeding bleef een probleem: vlees, kaas, suiker en thee waren op de bon; in Eliza’s geboortejaar was het wekelijkse rantsoen spek nog steeds dertig gram per persoon; brood, dat in de vijf oorlogsjaren was ontsnapt aan controle, werd nu door de nieuwe Labour-regering gerantsoeneerd. Overal waren gebouwen platgebombardeerd, en het roet van de verwoesting drong door in meubels, kleren, huid en haren. Net als in de andere grote steden waren de vervallen stadswijken van Londen vergeven van de ratten, en de stank van vervuiling hing als een onafzienbare sluier boven de industriegebieden. Meer dan een derde van de twaalf miljoen woningen in het land beschikte niet over een badkuip of warm water. Er was onvoldoende steenkool voor de krachtcentrales. De zwarte markt gedijde.

Maar ondanks dit alles zwegen de kanonnen, stonden de bommenwerpers aan de grond, lagen de oorlogsschepen voor anker, waren de zoeklichten gedoofd en droegen de soldaten, matrozen en vliegeniers hun goedkope demobilisatie-uniform. Het was een tijd waarin de kinderen van de depressie, die overzee volwassen waren geworden, nu aan hun reis in het burgerleven begonnen. Jonge veteranen traden met duizenden in het huwelijk met hun verloofde, blij dat ze hun verwondingen te boven waren gekomen en verbonden in een hartstocht die hun ouders nooit zo openlijk hadden getoond. Hand in hand keken ze in de bioscoop naar
Brief Encounter
en
Kind Hearts and Coronets,
om na afloop van de voorstelling naar een Lyons Corner House te gaan voor thee met toast. Het was een tijd van een nieuwe taal: jongeren werden ‘tieners’ genoemd, een term die uit de
VS
was overgewaaid; scheepsladingen vanuit Engeland terugkerende Amerikaanse dienstplichtigen spraken Cockneyslang op rijm en beloofden aan hun achtergelaten Britse liefjes dat ze ooit terug zouden komen. In Fleet Street schreven de kranten over wat de toekomst in petto had: hoewel een ‘heraanpassing’ onvermijdelijk was, kon dit worden opgelost door een gelukkig huiselijk leven op te bouwen. Het enige verschil was zo’n thuis te vinden in de gebombardeerde straten van de hoofdstad en alle andere steden die de sporen van de oorlog droegen.

Een kwart van Londen lag in puin, en de plaatsing van tienduizend nissenhutten – halfronde barakken van gegolfd plaatijzer – waar troepen waren ingekwartierd voordat ze naar de stranden van Normandië voeren, kwam nauwelijks tegemoet aan de huisvestingsbehoeften. Pasgetrouwde stellen werden in hun ouderlijk huis gepropt en luisterden
naar de radioberichten over Amerikaanse bruiden die in de New Look gekleed gingen terwijl hun zusters in Engeland het moesten stellen met één jurk per jaar, een bolletje breiwol en twee meter stof – genoeg voor éénderde onderrok of éénvijfde nachtjapon. De overwinning, aldus een spreker in de Speaker’s Corner in Hyde Park – waar men van oudsher zijn mening kan verkondigen – had dan wel overleving gebracht, maar verder weinig. Vervolgens diende de winter van 1946-1947 zich aan, waarin Eliza’s ouders net als miljoenen anderen maandenlang bij temperaturen onder het vriespunt leefden terwijl in het hele land buiten sneeuwstormen woedden die alle records braken. Engeland bevond zich in de verlammende greep van de vorst: fabrieken gingen dicht; de stroom werd beperkt tot vijf uur per dag; de werkloosheid steeg tot zes miljoen.

Weinigen beseften dat dit ook de periode was waarin het wereldleiderschap begon te verschuiven van het aftakelende Britse rijk naar de spierballenkracht van de Verenigde Staten. Dit proces begon in juli 1946 toen president Harry Truman een wetsvoorstel van het Congres tekende waarmee hij een vijftigjarige lening van 3,75 miljard dollar aan
His Majesty
’s regering autoriseerde om zo Amerika’s verplichting om na de oorlog het Verenigd Koninkrijk te herbouwen op te heffen (de lening, met samengestelde interest, werd in 2007 eindelijk afgelost). Met het accepteren van dit geld ging het ooit zo trotse, expansionistische Groot-Brittannië, dat aan geen enkel land iets verplicht was, na een zesjarige strijd tegen nazi-Duitsland, uit dankbaarheid op de knieën voor deze dollartransfusie. De rest volgde: de aanvaarding dat Amerika de eerste naoorlogse supermacht was, met de dominerende positie van de Central Intelligence Agency als de grootste en best geoutilleerde geheime dienst ter wereld.

De regering had beslist dat hoogbouw de oplossing voor het huisvestingsprobleem was. Op straat protesteerden jonge echtparen die zich van hun ouderlijke woning naar de naargeestige flats overgeplaatst zagen. ‘Deze woningen zijn goed voor selectief fokken,’ verklaarde Evan Durbin, een vooraanstaand denker van de Labour Party, wat de onvrede niet bepaald wegnam.

Intussen bevond
MI
5 zich in een overgangsperiode. Honderden werknemers, die in de verduisterde straten jacht hadden gemaakt op nazispionnen en collaborateurs, werden teruggezonden naar het burgerbestaan. Anderen werden geplaatst bij militaire eenheden in bezet Duitsland om op oorlogsmisdadigers te jagen en nazi-inlichtingenofficieren te identificeren.

Tegen de tijd dat Eliza werd geboren, was een bondgenoot uit de oorlog, de Sovjet-Unie, zijn eigen schaduw over Europa gaan werpen. De eerste wind van de Koude Oorlog begon op te steken.

In Moskou had Stalin ten overstaan van een mensenmassa op het Rode Plein de eerste van zijn onbuigzame toespraken gehouden, waarin hij de democratische co-existentie hekelde en beloofde dat hij een wereldwijde revolutie van het proletariaat zou aanvoeren. Truman had in reactie het Congres gewaarschuwd dat Amerika ‘zijn verplichtingen aan de vrije wereld [zou] nakomen’. Zijn woorden werden bekend als de Trumandoctrine, een vast voornemen om Rusland achter zijn vooroorlogse grenzen ‘terug te drijven’. Vanuit Moskou volgde de eerste serieuze tegenactie: een blokkade van het weg- en spoorverkeer tussen West-Berlijn en West-Duitsland. Groot-Brittannië en de
VS
reageerden met een luchtbrug naar West-Berlijn, waarbij de twee luchthavens van de stad werden gebruikt: Tempelhof in de Amerikaanse sector en Gatow in de Britse. West-Berlijn telde tweeënhalf miljoen inwoners, en om die in leven te houden was dagelijks vierduizend ton aan bevoorrading nodig –elke minuut en 46 seconden moest er daarom een vliegtuig landen. Dit was nog nooit vertoond in de geschiedenis van de luchtvaart: er zou steenkool worden ingevlogen om de ovens en de lampen van de stad brandend te houden. Met de overbeladen vliegtuigen kwamen ook de spionnen, die Berlijn in de eerste naoorlogse hoofdstad voor informatievergaring veranderden. Onder hen die in Londen de gebeurtenissen op de voet volgden en de regering adviseerden inzake het vermijden van een confrontatie met de Russen, bevond zich ook Eliza’s vader.

Deze Reginald Manningham-Buller was minister in het oorlogskabinet van Churchill, voordat hij procureur-generaal en voorzitter van het Hogerhuis werd. Eliza groeide op, zoals ze later zei, als ‘een van de best geïnformeerde kinderen in het land, door gewoon te luisteren’. Haar vader had de niet al te vleiende bijnaam Bullying-Manners (ongemanierde bullebak) gekregen, die overging op Eliza, een mollig kind dat uitgroeide tot een stevige tiener die ook in haar volwassen leven met overgewicht zou blijven kampen. Het begon toen ze met prinses Anne naar Benenden ging, een van de meest prestigieuze privéscholen in Engeland. Eliza’s bevoorrechte scholing verschafte haar toegang tot Oxford, waar ze in Lady Margaret Hall Engels studeerde. Ze imponeerde haar studieadviseur met een scherpe analyse van de toenemende dreiging die het communisme voor de wereldvrede
vormde. Aan de eettafel zei haar vader: ‘De vijand bevindt zich binnen onze poort.’ Het was een uitspraak die Eliza decennia later in haar eigen beschrijving van Al-Qaida zou herhalen.

In haar laatste jaar op Oxford had Eliza een gesprek over haar beroepskeuze. Ze had gedacht aan lesgeven. Haar adviseur vroeg of ze ‘iets interessanters’ wilde, ‘zoals werken voor de overheid, in een ongebruikelijke hoedanigheid’. Ze ging naar huis en besprak het met haar vader. ‘Nee,’ oordeelde deze, ‘absoluut niet. We zitten niet te wachten op een spion in de familie!’ Voor haar laatste semester keerde ze terug naar Oxford en speelde de rol van de goede fee in de studentenopvoe-ring van
Assepoester
.

Na Oxford gaf ze les aan de exclusieve Gate-school in Londen. Onder haar leerlingen bevond zich de toekomstige tv-kok Nigella Lawson. Later zou
MI
5 ook haar ‘benaderen’, maar Nigella’s vader, destijds de minister van Financiën, had zijn dochter een soortgelijk advies gegeven: ‘Blijf uit de buurt van dat inlichtingenvolk.’

In de jaren zeventig hield
MI
5 een wervingscampagne om de dreiging van het binnenlandse communisme het hoofd te bieden: meer dan vijftigduizend burgers waren volgens de dossiers lid van de communistische partij. Beroepsofficieren die na de oorlog waren vertrokken, werden nu teruggeroepen naar het nieuwe hoofdkantoor van
MI
5 in Leconfield House vlak bij Hyde Park, maar al snel werd ruimtegebrek een aanhoudend probleem en verschenen er hulpkantoren in de stad. Dit leidde onvermijdelijk tot concurrerende vrijstaatjes en een cultuur waarin informatie niet altijd met elkaar werd gedeeld. Men wist vaak niet wie wat deed. Dit gold met name voor de contraspionagedienst; agenten die gewend waren in het diepste geheim en in hun eentje te opereren, maakten niet graag andere afdelingen deelgenoot van hun ontdekkingen. De ingewortelde argwaan jegens de regering, met name Labour-politici, hielp ook niet echt.

De wervingscampagne richtte zich op universiteiten als Cambridge en Oxford. Beide leverden academici af die uit de oorlog terug waren gekeerd en een door de Labour-regering toegezegde gratis hogere opleiding hadden afgerond. Jonge mannen uit mijnwerkersgezinnen in Wales en vrouwen van boerenkomaf waren tijdens hun studie volwassen geworden en zagen in dat een loopbaan bij de inlichtingendienst hun een beeld van binnenuit zou verschaffen van hoe de wereld zich ontwikkelde en welke rol zij hierin konden spelen. De slimme rekruteringsofficieren van
MI
5 deden een beroep op hun vaderlandsliefde,
en de zinsnede ‘Doe het voor koning en vaderland’ was vaak doorslaggevend. De binnenlandse veiligheidsdienst bood misschien niet de financiële voorwaarden van het industrie- of bankwezen, maar de baan beloofde een stuk boeiender te zijn dan met je neus in de balansen te zitten. Naarmate de informatievergaring zelf steeds geraffineerder werd – het aftappen van telefoons en afluisteren – werd het niveau van de rekruten hoger: ingenieurs, elektronica-experts en wetenschappers monsterden aan na te zijn geselecteerd door campusinstructeurs die als talentscouts fungeerden. De komst van academici schonk de veiligheidsdienst een groep analytisch denkende agenten met het vermogen om onder druk kalm op te treden in operaties die allesbehalve kalm waren.

Waar
MI
6 al jaren achtereen een vast aantal geschreven en psychologische tests afnam en in de weekends ergens op het platteland met leden van de Civil Service Selection Board brainstormde om te ‘zien hoe een vent binnen het team zou passen’, aldus lord Carver, hoofd van de Defensiestaf, gaf
MI
5 de voorkeur aan zijn eigen methoden om talenten eruit te pikken. Stella Rimington zou zich herinneren dat in die naoorlogse periode ‘rekrutering voornamelijk via vrienden en contacten plaatsvond – de “tik op de schouder”-stijl. Een vrij raadselachtig proces, en jonge mensen die tekenden, werd opgedragen niets tegen hun vrouw te zeggen. Sommige mannen hebben hun vrouw nooit verklapt wat ze deden.’

Er was één werkterrein waarvoor er nooit genoeg gegadigden konden zijn: transcripties. Massa’s typistes van goede komaf en klerken waren nodig om in het geheim opgenomen gesprekken uit te tikken voor het met zorg samengestelde archief, en alleen op betrouwbaarheid gescreende medewerkers behandelden deze Y-transcripties. Zo nu en dan werd een jonge vrouw bevorderd naar een ander onderdeel van
A
-Branch, zoals de afdelingen Watchers en Technical Operations. Beide volgden vijandelijke spionnen met de weinige beschikbare technische snufjes, meestal een scala van afluisterapparaten. Voor de dochter van een gegoede familie was het zelfs nog spannender om te worden bevorderd naar
C
- of
D
-Branch, die verantwoordelijk waren voor sabotage en geheime operaties. Voor de reislustige jonge vrouw was er ten slotte
E
-Branch, dat de kans bood om te werken bij een van de
MI
5-standplaatsen in het Britse rijk: Hongkong, Singapore, New Delhi, Canberra, Washington, Ottawa, Bermuda en Johannesburg. Lange tijd werd geloofd dat alleen dames die met een hogere officier het bed hadden gedeeld de beste posten kregen.

Niemand binnen
MI
5 vermoedde dat een schandaal zonder weerga vanuit de diepte langzaam, maar onverbiddelijk aan de oppervlakte zou komen. Het ging om sir Roger Hollis, die na tien jaar als directeur-generaal was opgestapt. Slechts weinigen betreurden zijn vertrek. ‘Autoritair’ en ‘kil als een bankdirecteur die een lening weigert’ waren twee van de oordelen. Zijn hardste critici waren de officieren van de contraspionagedienst; hun kritiek betrof Hollis’ weigering om zich meer te richten op de infiltratie door de
KGB
van de Britse vakbonden en de Labour Party. Steeds weer had Hollis zijn brede grijns getoond en gezegd: ‘Laat ze nog wat langer hun gang gaan. Wij hebben de tijd aan onze kant,’ aldus de ervaren Peter Wright,
MI
5-officier sinds 1955.

BOOK: Geheime oorlogen
12.51Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Other books

Surface Tension by Meg McKinlay
Murder at the Opera by Margaret Truman
Desiring Lady Caro by Ella Quinn
The Prodigal Girl by Grace Livingston Hill
Winter's Bees by E. E. Ottoman
Magic by Moonlight by Maggie Shayne
Kedrigern in Wanderland by John Morressy