Read Geheime oorlogen Online

Authors: Gordon Thomas

Tags: #Non-Fictie, #Wierook22

Geheime oorlogen (13 page)

BOOK: Geheime oorlogen
3.13Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

In
G
9
C
, de internationale antiterreurafdeling binnen de
G
-Branch van
MI
5 die gespecialiseerd is in het lokaliseren van bedreigingen door zelfmoordterroristen van Al-Qaida, zocht men verder naar het bestaan van video’s gemaakt door terroristen die klaarstonden om toe te slaan. Toen bleek dat de videoband van Mohammed Sidique Khan, een van de Londense aanslagplegers, opvallende overeenkomsten vertoonde met die van de twee Engelse moslims die twee jaar daarvoor een nachtclub in Tel Aviv hadden opgeblazen, wierp dit de vraag op of er niet een reeks van dergelijke banden bestond. Alle personen waren gefilmd tegen een achtergrond van identieke geometrische patronen waarvan de
G
9
C
-officieren ontdekten dat deze alleen geliefd waren bij jonge jihadisten in Engeland. Alle drie de aanslagplegers droegen bovendien dezelfde hoofdband als radicalen die vanuit Pakistan naar Engeland waren teruggekeerd, en die op islamitische websites hadden verkondigd dat ze gereedstonden om te sterven. Nauwkeurige bestudering van de banden leidde tot nog meer aanwijzingen. Bepaalde zinspatronen kwamen op alle banden voor en iedere aanslagpleger leek getergd, alsof hij de rust in zijn eigen innerlijke universum probeerde te bewaren en zijn daad een reactie was op een bedreiging van zijn eigen cultuur, zijn eigen volk, zijn eigen leven. In alle gevallen vertoonden de ogen symptomen van druggebruik, maar voor de deskundigen van
MI
5 was het onmogelijk vast te stellen om wat voor drugs het ging. Een betrouwbare moslimbron had geopperd dat Khans videoband een jaar voor de aanslagen van 2005 was gemaakt en daarna was bewaard, klaar om na zijn dood aan de Arabische tv-nieuwszender Al-Jazeera te worden verstuurd. Duidelijker was dat Khans stem, net als die op de banden van de
andere twee aanslagplegers, iets afstandelijks had. De toon was vlak en sloot niet aan bij de inhoud van de woorden. ‘Ze leken acteurs die hetzelfde script hadden geleerd,’ zo vertelde een bron de auteur. Maar waar al deze banden te vinden waren, bleef een raadsel.

In 2007 werden de acht verdiepingen van Thames House verdeeld onder diverse afdelingen.
A
-Branch omvatte operationele ondersteuningseenheden, met onder meer de
A
1
A
, Technical Operations, gespecialiseerd in ‘heimelijke toegang’ – het heimelijk inbreken in een pand om taps te plaatsen – en in het gebruik van videobewaking. De taken werden gedeeld met de
A
1
F
, belast met de langdurige bewaking van ambassades, buitenlandse handelsposten, kantoren van diverse buitenlandse banken en reisbureaus voor het Midden-Oosten en Azië. Vanuit een achterkamertje van de
A
-Branch-verdieping opereerden cameramannen en fotografen die gespecialiseerd waren in verborgen opnamen, en slotenmakers en kluizenkrakers voor wie elk bekend slot geen geheimen meer had.

D-Branch had zijn eigen verdieping. Daar hield men zich bezig met niet-terroristische organisaties zoals criminele families en drugstransporteurs. Drugsdealer Christopher Benbow had de aandacht van
D
7 getrokken toen hij in 2006 in een Londense nachtclub opschepte dat hij wist waar op het terrein van ’s werelds meest toegankelijke nucleaire opslagfaciliteit meer dan twee ton aan verrijkt uranium en plutonium voor militair gebruik lag opgeslagen, namelijk achter een roestig hekwerk dat door slechts een handjevol personeel werd bewaakt. Het nationale wetenschapsinstituut in Vinca, zestien kilometer ten zuiden van de Servische hoofdstad Belgrado en ooit een parel binnen het oude Sovjetarsenaal, was in 1984 gesloten en de kernreactor was daarna stilgelegd. Sindsdien was het bijna twintig hectare grote terrein in verval geraakt, zo had
G
2 ontdekt. Benbow had het dus niet uit zijn duim gezogen. Op het terrein waren slechts toezichthouders aanwezig, en hoewel dieven van de splijtstoffen zeker zouden sterven aan de gevolgen van straling, was de basis nog altijd een ‘droomdoelwit voor terroristen’.

Degene tegenover wie Benbow had gepocht was Gilbert Wynter, een klusjesman voor een van de machtigste criminele families van Groot-Brittannië. Als hij niet bezig was met het uitvoeren van de bevelen van de
godfather
, Terry Adams, zocht hij naar kansen om het familiefortuin, geschat op tweehonderd miljoen pond uit drugshandel, witwassen en handel in buitenlandse vrouwen voor de bloeiende
seksmarkt, verder te vergroten. Wynter was gevreesd: hij had ooit een man met een samoeraizwaard afgeslacht en had vijf jaar gezeten, voordat Adams hem had ingehuurd en hem daarmee de meest gevreesde man in de Britse onderwereld had helpen maken. Wynter meldde de
godfather
wat Benbow over de kerncentrale had verteld.

Terence George Adams sprak en kleedde zich als de
CEO
van een internationale firma: hij droeg maatpakken van Armani en zijn stemvolume liep zelden in het rood. Hij bewoonde een villa in de dure wijk Barnsbury, in Noord-Londen, waar ook Tony en Cherie Blair ooit een oud victoriaans huis hadden. Adams woning was smaakvol ingericht met antiek meubilair en kunstvoorwerpen uit Parijs, Rome en Moskou – steden waar zijn criminele activiteiten respect hadden afgedwongen. Zijn ontwikkelde smaak voor kunst en zeldzame boeken, en zijn liefde voor goed eten en mooie wijnen droegen nog eens bij aan zijn imago. Hij huurde een loge vlak naast de Royal Enclosure, de koninklijke tribune, op de renbaan van Ascot, waar hij samen met zijn vrouw Ruth financiële carrièremakers uit het zakendistrict van Londen fêteerde. Allebei waren ze vroom katholiek. De bisschoppen waren regelmatig te gast, en Adams doneerde uiterst gul aan kerkelijke liefdadigheidsprojecten. Hun welvarende buren staken respectvol een hand op als hij hen in zijn zwarte Londense taxi – de lievelingsauto uit zijn collectie van twaalf oldtimers – voorbijreed, ook al vermoedden ze wel hoe hij aan zijn geld kwam.

Dertig jaar lang had de 52-jarige Adams aan zijn imperium gewerkt, eerst met afpersing van de Londense voedselmarkten, daarna met het beramen van gewapende berovingen en drugs- en mensenhandel. Binnen de onderwereld stond zijn organisatie bekend als het
A
-Team, dat snel afrekende met aasgierige rivalen. Het gerucht ging dat Adam inmiddels verantwoordelijk was voor meer dan twintig moorden, maar niet een daarvan was direct naar hem herleidbaar geweest, wat hem alleen nog maar onaantastbaarder leek te maken en wat binnen het criminele circuit het vermoeden versterkte dat hij rechercheurs, advocaten en openbare aanklagers op de loonlijst had. Een mogelijke informant kon erop rekenen de rest van zijn leven blijvend invalide te zijn.

In 2000 stond Adams inmiddels aan het hoofd van een familieorganisatie die banden onderhield met Colombiaanse drugsbaronnen, Mexicaanse criminelen en de New Yorkse maffia. Allemaal hielpen ze mee om Londen te overspoelen met de allerbeste cocaïne.

Christopher Benbow was een van Terry Adams’ distributeurs. Zijn
voorstel dat ‘de baas’ zelfs nog rijker kon worden met de handel in radioactief materiaal was voor Adams intrigerend genoeg om het niet meteen terzijde te schuiven, zoals hij andere ideeën wel als ‘geklets’ had afgeserveerd. Wat de
godfather
echter niet wist, was dat de hogere officieren van Scotland Yard onder voorzitterschap van
MI
5-onderdirecteur Jonathan Evans hun eerste bespreking met de binnenlandse veiligheidsdienst hadden belegd om te kijken hoe Adams’ organisatie kon worden opgerold. Evans had binnen de dienst zijn reputatie gevestigd met zijn strijd tegen de
IRA
en de criminele families uit Belfast die hen bewapenden en een schuilplaats boden. Een samengesteld team van
D
-Branch en
A
-Branch zou een speciale eenheid opleveren om bewijsmateriaal te vergaren om daarmee Adams’ organisatie de nek om te draaien. Evans had gewaarschuwd dat dit maanden van geduldig undercoverwerk zou vergen. Deze ultrageheime operatie zou de codenaam Trinity krijgen.

In de zomer van 2006 stond een team agenten uit beide Branches klaar om aan de slag te gaan. Er werd een woning vlak bij het herenhuis van Adams gehuurd. Twee afluistertechnici, die zich voordeden als monteurs, vervingen de onderhoudsmonteurs die zich over Adams’ oldtimersstal ontfermden. Het tweetal plaatste afluistermicrofoons in de slaapkamer van Adams’ woning, de aangrenzende fitnessruimte waar Adams dagelijks zijn oefeningen deed en de zitkamer waar hij zijn criminele handlangers trof die hem respect kwamen betuigen en hem daarbij de riante opbrengsten uit de drugshandel overhandigden. Hoewel Adams zijn woning regelmatig door een particulier beveiligingsbedrijf op taps liet controleren, wist het
MI
5-team dat voor hun microfoontjes eerst al het meubilair moest worden verwijderd. Sommige taps waren niet groter dan een speldenknop, andere zaten verborgen in scharnieren en de vloerverwarming.

De opnames verschaften een beeld van Adams’ activiteiten: over hoe hij andere gangsters toestemming verleende om zich zijn handlangers te noemen, terwijl ze hun eigen criminele activiteiten organiseerden. Deel uitmaken van de Adams-organisatie stond garant voor respect, maar degenen die verzuimden om eerst een riant bedrag op tafel te leggen, werden hard aangepakt. Van een plaatselijke bendeleider in Essex werden beide benen gebroken. De rest van zijn leven zou hij moeten doorbrengen in een rolstoel die Adams speciaal voor zijn slachtoffer had aangeschaft zodat deze ‘de rest van zijn leven zou weten hoezeer hij een misstap had begaan’, zo viel er op een opname te horen. Andere geluidsbanden bevatten details over waar de drugs
werden bewaard. Maar Benbows voorstel dat Adams kernmateriaal van de Vinca-reactor moest gaan verhandelen, had nog altijd geen reactie opgeleverd. Adams liet hem via Gilbert Wynter weten dat hij er nog over nadacht.

Ondertussen hadden agenten van
D
7, zogenaamd als aan Al-Qaida gelieerde tussenpersonen, de informatie van de transcripten gebruikt om alvast met Benbow te onderhandelen over het nucleaire materiaal, zodat hij kon worden gearresteerd wegens wapenhandel. Benbow bevestigde dat hij toegang had tot strontium 90, een radioactief isotoop en een belangrijk element van radioactieve neerslag. Hij vroeg een miljoen pond sterling voor ongeveer 280 gram van het dodelijke materiaal dat in Vinca lag opgeslagen. Kernwetenschappers vertelden de
D
7-agenten dat dit voldoende was om een stad als Londen te verwoesten. Benbow kreeg het verzoek een monster te regelen van wat hij kon leveren, maar hij weigerde met het excuus dat hij niet wist hoe je met dergelijk materiaal moest omgaan, en verzocht hun op zijn beurt als blijk van ‘goed vertrouwen’ de helft van het bedrag alvast op zijn genummerde rekening van een Credit Suisse-filiaal in Zwitserland over te maken. Maar terwijl de teamleider van
D
7 nadacht over de volgende stap, verliet Benbow de stad. Het
D
7-team vermoedde dat hij naar Tampa in Florida was afgereisd. Twee dagen nadat ze daar zelf waren aangekomen, zagen ze hoe Benbow in een jachthaven van Miami een groep Arabieren op een jacht ontving. Er werden foto’s gemaakt die meteen naar Londen werden verzonden. Uit dossiers bleek dat de Arabieren contactpersonen van Al-Qaida waren.

In de weken daarna reisde Benbow naar Bogotá in Colombia, en vandaaruit naar Oost-Europa. De
D
7-agenten ter plaatse kregen ondersteuning van de
G
2
P
-eenheid van
G
-Branch, gespecialiseerd in het tegengaan van de verspreiding van nucleair materiaal, en agenten van
G
9
C
, die zich richtten op islamitische extremisten. In Boedapest aangekomen trof Benbow leden van de belangrijkste criminele familie van Europa, de Rijzende Zon.

De Rijzende Zon specialiseerde zich in witwassen, huurmoorden en drugshandel, en werd geleid door Semjon Mogilevitsj, die met hulp van krantenmagnaat Robert Maxwell een Israëlisch paspoort had weten te bemachtigen waarop hij de hele wereld rondreisde om niet minder dan vijftig legitieme bedrijven te stichten, geleid door stromannen, op plekken waar geld en met rust gelaten worden twee kanten van dezelfde medaille waren: Cyprus, Lichtenstein en de Kaaimaneilanden. In 2007 vertelde voormalig
CIA
-agent David Dastych,
die Mogilevitsj had gevolgd, de auteur dat hij ‘degelijk bewijs’ had vergaard, ‘dat Mogilevitsj via deze façades grote sommen geld naar de
VS
had gesluisd in de hoop de verkiezingen van 2008 te kunnen beïnvloeden’.

MI
5 wist dat de organisatie al lange tijd een handel in nucleair materiaal probeerde op te zetten, en voor de inlichtingenofficieren die Benbow schaduwden, was er een nog dringender vraag: had Benbow geprobeerd om met de Rijzende Zon een deal te sluiten? Alweer was Benbow in het vliegtuig gestapt, nu met bestemming de Spaanse Costa del Sol om daar twee leden van Terry Adams’ organisatie te treffen. De ontmoeting vond plaats in Marbella, de Spaanse badplaats en inmiddels thuishaven voor drugs- en wapenhandelaren. Tijdens deze ontmoeting, op een van de luxe jachten in de losbandige Puerto Banús-jachthaven, waren stiekem opnamen gemaakt waarop Benbow vertelde dat ‘een goede bron’ hem ‘een lading drugs’ had aangeboden. Hij wilde dat de Adams-familie op fiftyfifty-basis de drugs zou ‘lossen’. Uiteindelijk onthulde hij dat de drugs van Al-Qaida afkomstig waren, zijn beloning voor het radioactieve materiaal dat hij aan de terroristische organisatie had geleverd. Nu stond hij op het punt de drugs aan Adams te verkopen.

De handlangers van Adams werden achterdochtig. Ondanks zijn hevige ontkenningen, die ook op de geluidsband stonden, zou Benbow deel kunnen uitmaken van een door de politie opgezette valstrik. Terwijl de drugshandelaar door Zuid-Amerika reisde, was Terry Adams uiteindelijk gearresteerd in Londen, met een proces en een gevangenisstraf van zeventig jaar voor zijn uiteenlopende criminele activiteiten in het vooruitschiet.

De ontmoeting in Marbella leverde niets op, en Benbow vloog terug naar Tampa. Op de luchthaven aldaar werd hij opgewacht door twee
FBI
-agenten die hem arresteerden wegens handel in radioactief materiaal. In februari 2007 kreeg hij levenslang en hij zou zijn straf uitzitten in Amerika’s zwaarst bewaakte gevangenis. Maar zijn vonnis werd in hoger beroep herzien en op dit moment verblijft hij in de federale gevangenis in Terre Haute, Indiana, wachtend op een nieuw proces.

BOOK: Geheime oorlogen
3.13Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Other books

Possession in Death by J. D. Robb
An Evening at Joe's by Gillian Horvath, Bill Panzer, Jim Byrnes, Laura Brennan, Peter Hudson, Donna Lettow, Anthony De Longis, Roger Bellon, Don Anderson, Stan Kirsch, Ken Gord, Valentine Pelka, F. Braun McAsh, Peter Wingfield, Dennis Berry, Darla Kershner
Shadow by Amanda Sun
The Nazi Hunters by Andrew Nagorski
Bachelor's Puzzle by Judith Pella
Day Into Night by Dave Hugelschaffer
Hinekiri by Shelley Munro