Read Geheime oorlogen Online

Authors: Gordon Thomas

Tags: #Non-Fictie, #Wierook22

Geheime oorlogen (21 page)

BOOK: Geheime oorlogen
5.31Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Om toch bij te kunnen houden wat hij rapporteerde, hadden de codekrakers van Bletchley opdracht gekregen al hun vaardigheden aan te wenden om Dulles’ telegrammen te ontcijferen. De transcripties werden naar
MI
6 gestuurd. Een van de medewerkers die ze las, was Kim Philby, een Sovjetmol bij de
SIS
. Hoewel hij in 1943 nog niets alarmerends ontdekte, rapporteerde hij Dulles’ activiteiten toch bij zijn Russische chef in Moskou. Daar ontstond de vrees dat nu het Rode Leger de nazi-indringers langzaam maar zeker naar Duitsland terugdwong, Dulles wellicht serieuze aandacht zou besteden aan Goebbels’ luider wordende propagandakreten dat de Russische opmars naar het westen in feite bedoeld was om ook gebieden voorbij de Duitse grenzen te bezetten. Philby kreeg opdracht de beweringen van Dulles’ informanten te ontkrachten en begon tijdens het kaderoverleg, elke maandagochtend bij Stewart Menzies, de nodige vragen te stellen: kreeg Dulles informatie toegediend die koren op de molen van zijn Britse antipathie was?

Ten slotte beval Menzies het standplaatshoofd van
MI
6 in Washington diens contacten bij het ministerie van Oorlog te waarschuwen dat inlichtingen niet zomaar voor waar moesten worden aangenomen, ten koste van de analyse. Het was bedoeld als een waarschu
wingsschot voor Dulles’ boeg, maar dat mislukte. Dulles had Donovans telegrammen genegeerd en terug getelegrafeerd dat hij vertrouwde op zijn eigen oordeel en geen intenties had om daarmee te stoppen, eraan toevoegend dat hij ervan overtuigd was dat de kritiek op zijn bronnen ‘afkomstig is van een plek die niet altijd even accuraat is, zoals ik heb ontdekt’. Er volgden geen kritische telegrammen meer.

Dulles’ eigen spionnen waren meer dan slechts nazipropagandisten, en het niveau waarop men opereerde en de risico’s die werden genomen, waren bepaald opmerkelijk. Bern had zo zijn Gestapo-agenten die burgers die vanuit Duitsland de stad bezochten nauwlettend in de gaten hielden. Een van hen was Fritz Kolbe, een hoge diplomaat van het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken, die bij een van zijn eerste bezoeken aan de stad een
MI
6-agent had benaderd en hem zijn diensten had aangeboden. Het nieuws was naar Londen geseind waar sir Claude Dansey, onderdirecteur van de sis, Kolbe als een ‘overduidelijke infiltrant’ terzijde had geschoven. Daarna had de Duitser zich tot Dulles gewend, die vervolgens wekenlang onderzocht of Kolbe zuiver op de graat was, alvorens de kopieën te aanvaarden van geheime telegrammen die door Kolbe uit Berlijn werden gesmokkeld. Dulles stond perplex van de hoge kwaliteit van de informatie en Kolbe werd zijn belangrijkste bron. Binnen anderhalf jaar had de diplomaat meer dan vijftienhonderd documenten geleverd die ook in 1944 onschatbare inkijkjes boden in Hitlers plannen. In mei van dat jaar telegrafeerde Dulles naar Washington: ‘Ik vind dat we grote kansen missen als we geen oog hebben voor wat ik in handen krijg.’

Behalve Kolbe waren er in Dulles’ kleine, maar allengs belangrijker wordende netwerk nog andere belangrijke agenten. Een van hen was lid van een ondergrondse verzetsorganisatie tegen de nazi’s. Hij onthulde Dulles het plan om Hitler uit de weg te ruimen. In juli 1944 slaagde het plan bijna, maar onmiddellijk daarna werden de Duitse grenzen gesloten en kon Kolbe niet langer naar Zwitserland. Dulles’ overige informanten zwegen opeens. Pas na de oorlog vernam hij dat ze waren geëxecuteerd. Inmiddels stond het voor de meesterspion vast dat de Sovjet-Unie de dreiging vormde waarvoor zij hadden gewaarschuwd. In 1945 keerde hij terug naar Washington, vastberaden hun beweringen te blijven ondersteunen.

Op 5 maart 1946 had Dulles geluisterd naar een radiotoespraak waarin Churchill voor het eerst ‘het IJzeren Gordijn’ gebruikte als een
metafoor, die vanaf dat moment deel zou uitmaken van het lexicon van de angst die zijn schaduw over de wereld wierp. In een ronkende toespraak waarschuwde Churchill voor de bedreiging die de Sovjet-Unie vormde voor de democratie. Dulles was in Washington toen president Truman op 12 maart 1947, tijdens een gezamenlijke zitting van het Congres, dit thema verder uitwerkte in zijn toespraak. Truman wist dat hij de luisteraars schrik zou aanjagen met zijn eis van vierhonderd miljoen dollar voor de bestrijding van het communisme, later bekend als de Trumandoctrine. Hij was vastberaden Europa te behoeden voor een Sovjetoverheersing. ‘De Verenigde Staten mogen niet aarzelen, want anders zouden we de wereldvrede en zeker het welzijn van onze eigen natie weleens op het spel kunnen zetten.’ Dulles was erbij geweest toen de gezamenlijke stafchefs in juni 1948 de
CIA
voorbereidden op wat er van de dienst werd verwacht: het vroegtijdig onderscheppen en doorsluizen van Russische oorlogsplannen.

Sindsdien was Dulles een sleutelfiguur bij geheime operaties die moesten verhinderen dat Moskou het communisme zou verbreiden en de wereld zou gaan domineren. Zelfs voordat de Berlijnse blokkade was begonnen, bevond hij zich in de belegerde stad om leiding te geven aan een anticommunistische propagandacampagne in heel Europa. In vele opzichten was hij te laat om de uittocht van het intellect uit het verslagen Duitsland tegen te houden. Meer dan duizend Duitse wetenschappers en technici waren bij de verovering van de stad door de Russen gevangengenomen en naar de Sovjet-Unie overgebracht, velen om nooit meer terug te keren. Alle atoomonderzoekscentra, het testterrein voor raketten in Peenemünde en de fabrieken voor optische instrumenten in Thüringen waren ontmanteld en de inventaris was naar Rusland afgevoerd onder het mom van het Akkoord van Potsdam, waarmee Moskou zich het recht verschafte om herstelbetalingen te eisen voor alle gedode Sovjetburgers tijdens de oorlog. Een kwart van de inventaris van de metallurgische, chemische en machinefabrieken werd uit Duitsland weggehaald.

Toen Dulles eind mei 1945 in West-Berlijn aankwam, had zijn tegenhanger Lavrenti Beria, chef van de
NKVD
, zijn hoofdkwartier in de wijk Karlshorst in de Russische zone ingericht. Dulles had al meegeholpen met een operatie tegen Beria waarin hij Wernher von Braun en zijn team van raketgeleerden – verantwoordelijk voor de lancering van V1- en V2-raketten op Londen in de laatste oorlogsmaanden –vlak onder de neus van de Russische geheime dienst het land uit had gesmokkeld. Hij had Wehrmachtgeneraal Reinhard Gehlen aangetrokken,
die verantwoordelijk was geweest voor het vergaren van Duitse militaire inlichtingen over de Sovjet-Unie. Dulles regelde dat Gehlen op 20 september 1945 in het geheim naar Washington kon worden gevlogen, samen met acht hutkoffers met stalen combinatiesloten, die Gehlen persoonlijk ergens in de Beierse Alpen had begraven als onderhandelingstroef voor de Amerikanen. De hutkoffers bevatten duizenden documenten van Abwehr-informanten binnen de Sovjet-Unie en een lijst van
OSS
-agenten van wie men beweerde dat ze lid waren van de Amerikaanse communistische partij (wat nooit werd onderzocht). Ook was er gedetailleerde informatie over het dagelijkse leven van Stalin, het politbureau en de Russische militaire bevelhebbers. Het allerbelangrijkst waren echter de strategische oorlogsplannen van het Kremlin in de aanloop naar de Duitse capitulatie, die leken te wijzen op plannen om ook landen voorbij de Duitse grenzen te bezetten. Ten slotte bevatten Gehlens schatkisten details over zijn eigen netwerk van spionnen. Hij bood aan om hen onder zijn leiding als een nieuwe Bundesnachrichtendienst (
BND
, de federale inlichtingendienst), te mobiliseren om voor de
VS
te gaan opereren. Deze
BND
werd een sleutelfactor bij de
CIA
-oorlog tegen het contraspionagedepartement van de
NKVD
, de smersj genaamd, wat stond voor
SMERTJ
sjpionam
, ofwel ‘Dood aan spionnen’.

Ook nu weer waren het Dulles’ wantrouwen jegens en afkeer van de Engelsen die hem aanspoorden ervoor te zorgen dat
MI
5 noch
MI
6 bij deze operaties een belangrijke rol zou spelen. Ze zouden slechts ‘kleine begunstigden’ zijn van de informatie uit Gehlens hutkoffers.

Drie jaar daarvoor, op 4 februari 1945, met de geallieerde overwinning in zicht en de legers paraat om Berlijn binnen te vallen, bevonden Stewart Menzies en Allen Dulles zich onder de geallieerde inlichtingenofficieren van de delegaties van de Grote Alliantie – de
VS
, Groot-Brittannië en Rusland – die bijeen was om te vergaderen over hoe de naoorlogse wereld er moest gaan uitzien. Op die kille dag in Jalta, het oude recreatiegebied van de tsaren, hadden zich inmiddels vijftig landen bij de geallieerde zaak aangesloten en waren zestig miljoen soldaten gemobiliseerd geweest.

Terwijl Churchill en Roosevelt de ijdele hoop uitspraken dat het geweld snel zou stoppen, zou het dodental kort daarna verder oplopen. Tijdens het diner de avond daarvoor had Stalin verzocht om de verwoesting van Dresden, dit om te verhinderen dat Duitse versterkingen niet langer naar de Russische frontlinies konden worden ver
plaatst. Menzies had daarop een van de Britse gedelegeerden, veldmaarschalk lord Alexander, gevraagd welke inlichtingen Stalins bewering onderbouwden. Waarop Alexander even zijn handen hief en zijn schouders ophaalde. Een paar dagen later legden meer dan twaalfhonderd Britse en Amerikaanse bommenwerpers Dresden volledig in de as: 39.773 doden konden worden geïdentificeerd, nog eens twintigduizend waren ‘onherkenbaar verbrand’.

Tegen het eind van de conferentie had Stalin alles op alles gezet om al zijn wensen af te dwingen: de onvoorwaardelijke overgave van Hitler en een Duitsland dat nimmer in staat zou zijn Rusland te bedreigen zoals het de afgelopen dertig jaar tweemaal had gedaan, en een brede zone van Oost-Europese landen die hun soevereiniteit deels zouden opgeven om satellietstaten van Moskou te worden. Dit luidde het begin van de Sovjet-Unie in.

De door Churchill gevreesde nachtmerrie, die naar hij hoopte met de conferentie van Jalta zou vervliegen, was een levensechte bedreiging geworden. Zij achtervolgde hem als een spookbeeld terwijl zijn voetstappen weerklonken in de gangen van het Vorontsovpaleis, waar de Britse delegatie verbleef, terwijl hij op en neer pendelde naar besprekingen met Roosevelt en Stalin. De climax kwam toen Churchill nog iets wilde binnenhalen voor Engeland. ‘Hoe zou u het vinden,’ vroeg hij Stalin, ‘als u Roemenië voor negentig procent in bezit hebt en wij negentig procent van Griekenland, en als het in Joegoslavië fiftyfifty wordt?’ Stalin had de vertaling van het voorstel onbewogen aangehoord.

Churchill had de cijfers op zijn notitieblok genoteerd en dit aan Stalin overhandigd. Die keek er even naar en gaf het zonder een woord te zeggen terug. Daarna voegde Churchill eraan toe: ‘De man vijftig procent van Hongarije, en 75 om 25 procent voor Bulgarije, in Ruslands voordeel.’ Opnieuw had Stalin het notitievelletje bekeken. Nu verscheen er voor het eerst een glimlach op zijn gezicht, hij trok een blauw potlood tevoorschijn en zette onderaan een dikke vink. Er werd niet gesproken over Polen, dat voor Engeland de aanleiding was geweest om Duitsland de oorlog te verklaren, over Tsjechoslowakije of de opsplitsing van Duitsland.

Hiermee was de opdeling van Europa begonnen, iets waartegen Groot-Brittannië zich al had verzet sinds de dagen van de Kaiser, Napoleon en zonnekoning Lodewijk de Veertiende, ja zelfs al vóór de Spaanse armada in de zestiende eeuw. Niet één land had Europa zo gedomineerd als Rusland nu zou doen.

Voordat hij naar Londen terugvloog, had Menzies tegen Dulles gezegd: ‘Stalin zal niet alleen geholpen worden door een sterk leger, maar hij kan bovendien steunen op zijn inlichtingendienst. En let op mijn woorden, ze zullen het op ons hebben gemunt. Op Engeland en de Verenigde Staten, in die volgorde.’

De eerste slachtoffers van Jalta waren de Russische krijgsgevangenen die tegen het Rode Leger hadden gevochten. Ze werden aan de Russen overgedragen, samen met de uit de concentratiekampen bevrijde Russische Joden en een onbekend aantal ontheemden als gevolg van de verwoesting van Europa. Velen van hen pleegden zelfmoord, na met het geweer in de aanslag te zijn gesommeerd zich bij het Russische leger aan te melden. Al een paar dagen na de conferentie van Jalta werden ook Polen en Oost-Duitsland bij de Sovjet-Unie ingelijfd.

Terug in zijn buitenverblijf in Warm Springs had president Roosevelt met al zijn kracht de armleuningen van zijn rolstoel omklemd. ‘Met Stalin valt niet te onderhandelen,’ klonk het hees uit zijn mond. Een paar uur later was hij dood. Het feit dat Roosevelt aanvankelijk niet wilde inzien dat Stalin ‘een onvervalst monster’ was, zoals de Russische leider werd genoemd door minister van Buitenlandse Zaken John Foster Dulles, werd een onderdeel van zijn nalatenschap.

6

De atoomspionnen

In de vroege ochtend van 13 juni 1944 weerklonk er boven Londen een beangstigend nieuw geluid, angstwekkender nog dan het gedreun van Duitse bommenwerpers tijdens de blitzkrieg. Het was het geluid van primitieve straalmotoren die gevleugelde projectielen voortstuwden met elk ruim achthonderd kilo springstoffen. De vliegende bommen klonken als reusachtige insecten, door Hitler op pad gestuurd als vergelding voor de aanval met brandbommen op Hamburg. Terwijl de angstige Londenaren naar de hemel keken, hield het venijnige geluid opeens op, waarna de bom in een duikvlucht neerstortte en insloeg. Binnen twee dagen waren nog eens 45 vliegende bommen boven Londen verschenen om hun dodelijke lading af te werpen op rijtjeshuizen en kantoorgebouwen.

Op de avond van 17 juni, nadat nog eens 217 bommen de stad hadden bestookt, werden Menzies en Petrie bij Churchill ontboden om zich bij de tactici van zijn luchtmacht te voegen en één vraag te beantwoorden: hoe kon Londen, het centrum van de oorlogsinspanning, worden beschermd? De analisten van het Air Ministry hadden berekend dat de bommen gericht waren op centraal-Londen, vanwaar uit de oorlog tegen nazi-Duitsland werd aangestuurd.

Onder de aanwezigen aan de vergadertafel in de War Room bevond zich een van die opmerkelijke, door
MI
5 gerekruteerde mannen – John Cecil Masterman, die in veel opzichten de volmaakte aristocratische Engelsman belichaamde. Behalve zijn verfijnde accent en dandygedrag had hij het knappe voorkomen dat vrouwen aantrekkelijk vonden. Deze eminente hoogleraar geschiedenis aan Oxford had voor zijn land gehockeyd en schreef in zijn vrije tijd detectivethrillers, het enige wat hij met de inlichtingenwereld had totdat hij werd aangetrokken om de Twenty Committee te gaan leiden. Onder deze afdeling van de Britse geheime dienst werkten de dubbelagenten die de verhoren van
Robin Stephens in Latchmere House hadden overleefd. Waar Stephens vooral opviel door zijn monocle, sliep Masterman graag op de vloer van de kapsalon in zijn club, de Reform. ‘Dan lag ik wakker en luisterde naar de overvliegende V1’s, gevolgd door een dreunende stilte, in de hoop dat ik bij de volgende stilte niet het haasje zou zijn,’ herinnerde hij zich.

BOOK: Geheime oorlogen
5.31Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Other books

Charm and Consequence by Stephanie Wardrop
From Dark Places by Emma Newman
Healer's Touch by Howell, Deb E
The Price of Deception by Vicki Hopkins
Lost in the Echo by Jeremy Bishop, Robert Swartwood