Read Geheime oorlogen Online

Authors: Gordon Thomas

Tags: #Non-Fictie, #Wierook22

Geheime oorlogen (22 page)

BOOK: Geheime oorlogen
4.04Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Masterman had het getal twintig voor zijn commissie gekozen in een speelse academische bui. De Romeinen schrijven twintig als
XX
, een dubbel kruis, en
double-cross
staat voor dubbel spel.

Op die zwoele avond in juni, toen de sirene weer het sein veilig gaf, stelde Churchill onomwonden aan Masterman de vraag: konden zijn dubbelagenten hun Duitse runners met succes informatie leveren, waardoor de technici van de V1-lanceerbases zouden besluiten om de doelcoördinaten bij te stellen?

In de stilte van de vergaderzaal wist iedereen wat dat zou betekenen. De coördinaten te ver van centraal-Londen vandaan verplaatsen zou bij de Duitsers meteen argwaan wekken.

Iedereen wist dat de dubbelagenten al een belangrijke rol hadden gespeeld bij het om de tuin leiden van de Duitsers omtrent de vraag waar de geallieerde landingen zouden plaatsvinden, en niemand twijfelde eraan dat hun talenten ook voor het einde van de oorlog nog nodig zouden zijn. Evenzeer zouden, als de aanvallen op centraal-Londen voortduurden, de gevolgen verwoestend zijn. Maar als de technici van de lanceerbases ervan konden worden overtuigd dat hun raketten hun doelwit voorbijschoten en het bereik iets moest worden ingekort, zou dit enorm veel verschil maken. De projectielen zouden dan neerkomen op het toch al zwaar gehavende East End en het platteland erachter, dat tot dan toe grotendeels was ontsnapt aan dood en verderf. Was Churchill bereid om het gevaar voor centraal-Londen, de zetel van de macht, drastisch te verkleinen door een plan goed te keuren dat, als het openbaar werd, enorme politieke gevolgen zou hebben omdat het toestond een deel van de stad op te offeren om daardoor juist een ander deel te sparen?

Het oostelijke deel van de stad huisvestte een grote Joodse populatie van kleermakers, overhemd- en schoenmakers, en banketbakkers en hun gezinnen. Ondanks de invloedrijke stem die zij in de regering hadden, waren Churchill en zijn luchtmachtchefs tot dan toe niet overgehaald om een aantal van hun Lancaster-bommenwerpers opdracht te geven om in elk geval de gaskamers in de concentratiekampen langs hun routes naar Duitse steden plat te gooien. Het kabinet
had beslist dat de kampen geen prioriteit vormden. Als de Britse Joden ervan vernamen, zouden zij dan de beslissing om de vliegende bommen om de tuin te leiden beschouwen als weer zo’n voorbeeld van wat zij zagen als onverschilligheid jegens het lot van hun familieleden in Auschwitz, Dachau en Bergen-Belsen, waarvan de bevrijding uiteindelijk de gruwelen van de Holocaust zou onthullen?

Churchill gaf groen licht voor het plan van de misleiding. Masterman gaf zijn beste dubbelagent Eddie Chapman opdracht om het uit te voeren. De biograaf van Chapman, Ben Macintyre, zou later schrijven: ‘Voor de nuchtere mannen van de militaire inlichtingendienst was het plan helder en logisch.’ Het aandeel dat Menzies en Petrie hadden in de goedkeuring van het plan is, diep verborgen in de uiterst geheime archieven van beide inlichtingendiensten, aan nauwgezet onderzoek onttrokken gebleven.

De noodzaak van Chapmans missie groeide met de dag. Op 1 juli 1944 had Chapman zijn eerste radiobericht verzonden naar zijn runner van de Abwehr, waarin hij volhield dat de raketten ‘nog steeds hun doelwit voorbijschieten.’ De volgende V1’s ploften inderdaad vroeger neer en kwamen op East End en het boerenland terecht. Masterman was opgetogen. ‘De misleiding was een echte triomf en redde duizenden levens,’ zei hij later.

Chapmans berichten naar zijn runner werden vernietigd op bevel van Petrie, die zich maar al te bewust was van de protesten als de Oost-Londenaren erachter kwamen dat Winston Churchill hun dierbaren had opgeofferd om het centrum van de hoofdstad te sparen. De V1-campagne eindigde in augustus 1944 en had aan 6184 mensen het leven gekost.

Toen duidelijk werd dat de geallieerden de oorlog gingen winnen, liet David Petrie officieren contact leggen met
MI
6 en Amerikaanse inlichtingenteams die vanaf de Normandische stranden het Franse binnenland in trokken. Elk team beschikte over een ‘Purple Primer’, een opstelschrift met een namenregister van Duitse en Franse staatsburgers die verdacht werden van collaboratie met de nazi’s. Onder hen bevond zich P.G. Wodehouse. Tijdens de oorlog was de als Brit geboren schrijver op de Duitse radio geweest. Na zijn gevangenneming in Parijs werd hij verhoord door een lid van de juridische afdeling van
MI
5, dat oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om Wodehouse te vervolgen. Hij mocht naar New York reizen, waar hij zwoer nooit naar Engeland terug te keren. Andere collaborateurs ontkwamen niet zo
gemakkelijk. John Amery, een toegewijd fascist en de zoon van politicus Leo Amery, werd in een interneringskamp vlak bij Rome aangetroffen. Hij gaf meteen toe dat hij een aanhanger was van de nazi’s, werd naar Londen overgebracht, in de Old Bailey berecht en tot de strop veroordeeld. William Joyce, de beruchte ‘lord Haw-Haw’, was hetzelfde lot beschoren.
MI
5-officieren die met Franse, Nederlandse en Noorse inlichtingendiensten samenwerkten, hielden Britse oorlogsmisdadigers aan die aan het Russische front bij het Britse Legion of St. George hadden gediend, het vrijwilligerskorps van de Waffen-
SS
. Ze werden aan het leger overgedragen en in militaire gevangenissen in Engeland opgesloten. Na de oorlog mochten ze in een wereld verdwijnen die voorgoed veranderd was.

Tijdens de oorlog omvatte de leeslijst van
MI
5-contraspionageofficieren de krant
Daily Worker
(later omgedoopt tot
Morning Star
) en pamfletten van de communistische partij van Groot-Brittannië. Ze vormden een herinnering aan het feit dat, hoewel de Sovjet-Unie sinds juni 1941 in de strijd tegen het nazisme een bondgenoot was geworden, er binnen de geheime dienst een gevoel overheerste dat het communisme een bedreiging zou vormen voor een duurzame naoorlogse vrede. Dit was voor David Petrie een vast thema tijdens de maandagochtendvergaderingen met zijn assistent-directeuren. Een van hen was Roger Hollis van
F
-Branch, de toekomstige directeur-generaal van
MI
5, die het doelwit zou worden van een ongekende jacht om te ontdekken of hij een Sovjetdubbelagent was. Een gebeurtenis die op een winterdag in 1945 aanving, zou voedsel geven aan het onderzoek.

Hollis had de deur van zijn kantoor in Leconfield House, het nieuwe onderkomen van
MI
5 in Mayfair, Londen, nog maar net van het slot gedaan of hij moest al tekenen voor de ontvangst van een verzegelde envelop die van
MI
6 afkomstig was. Erin zat een vaalgeel dossier en een getypte brief van Kim Philby, het hoofd van Sectie
IX
, dat zich bezighield met internationaal communisme. Hollis had Philby ontmoet tijdens overleg met de verschillende diensten om de dreiging van het communisme te bespreken.

Philby was de zoon van sir Harry Philby en was opgegroeid in een wereld waarin Groot-Brittannië nog altijd over een kwart van het aardoppervlak heerste. Een Brits paspoort was het belangrijkste document in de vorstelijke, door een plafondventilator gekoelde werkkamer van zijn vader, als hooggeplaatst lid van de Indiase
Raj
.

Sir Harry was een van degenen die waren belast met het ten uitvoer
brengen van beslissingen van Londen, een broederschap van nog geen tweeduizend man die de Indiase ambtenarij vormden. Ze woonden in schitterende herenhuizen en reisden in stijl aan boord van de Hyderabad Express, met zijn privécompartimenten, waar uit ijskoude zilveren emmers champagne werd geserveerd alvorens in de speciaal voor de koloniale staf gereserveerde restauratiewagen het achtgangendiner werd opgediend. Als kind had Kim in zijn vakanties naar hartenlust genoten van het tijdverdrijf onder Britten in India bij uitstek: cricket en polo, of tennis op de keurig verzorgde grasbaan van de familie. Eenmaal oud genoeg zat hij met zijn vader op de veranda, terwijl in het wit geklede bedienden
sundowners
serveerden, het eerste glas whisky van de avond.

Maar plotseling was het schitterende visioen van een leven met marmeren paleizen, de tijgerjacht en met juwelen getooide olifanten – kortom, het leventje van de Philby’s – voorbij. Niemand wist wat hiervan de oorzaak was, niemand zou het ook ooit weten. In de clubs van de Raj in Bombay, Delhi en verder in Lahore en Simla werd gefluisterd dat zich tussen sir Harry en zijn superieur een fikse ruzie had voorgedaan. ‘Misschien had hij avances gemaakt bij de
memsahib
van de man, zijn echtgenote,’ schreef een adellijke vrouw aan een nichtje in Engeland. Harry Philby stond bekend als ‘nogal een rotzak’. De ene dag was sir Harry er nog, de zoveelste Engelsman met een balkend stemgeluid, en dit laatste verleidde Mohandas Gandhi tot de uitspraak: ‘De Engelsen stammen van de ezels af en niet, zoals de rest van de mensheid, van de apen.’ De volgende dag was sir Harry verdwenen, aan boord van een lijnboot uit India. In de Egyptische havenstad Suez was hij aan wal gegaan.

Verbitterd en vijandig jegens Groot-Brittannië reisde hij naar Saoedi-Arabië en vond daar een gewillig oor bij Ibn Saoed, de grondlegger van de koninklijke familie in Saoedi-Arabië, die geloofde dat hij door Groot-Brittannië werd opgelicht met de olierechten. Sir Harry wendde zijn onmiskenbare onderhandelingskwaliteiten aan om Amerikaanse maatschappijen in staat te stellen de concessies te bemachtigen.

Inmiddels was Kim, die door zijn vader was vernoemd naar de held van Rudyard Kiplings spionage- en avonturenroman, na zijn studie in Cambridge buitenlands correspondent voor de Londense
Times
geworden en was hij in 1937 naar Spanje gestuurd om de Burgeroorlog te verslaan. Met zijn vloeiende Spaans werd de verlegen Kim een welkome figuur bij de fascistische troepen van generaal Franco. Niemand
vermoedde dat Philby al tijdens zijn studie aan de universiteit van Cambridge als Russische spion was gerekruteerd.

Zijn eerste opdracht van zijn runner in Moskou, een officier van de
GRU
, de Russische militaire inlichtingendienst, was te rapporteren waar Franco de Republikeinse troepen wilde aanvallen. Onder de doelen die Philby identificeerde, was Guernica, de historische Baskische hoofdstad.

Franco gaf het Legioen Condor van de Luftwaffe bevel om het stadje te verwoesten, een daad die wereldwijd werd veroordeeld en die Picasso inspireerde tot zijn beroemdste schilderij tegen de oorlog. Kort daarop raakte Philby gewond door een door Rusland geleverde Republikeinse granaatscherf. Bij zijn terugkeer naar Engeland in 1939 droeg zijn Sovjetrunner hem op om te solliciteren bij
MI
6. Hij doorliep het antecedentenonderzoek en werd toegewezen aan de Iberische sectie van de
SIS
; een van zijn collega’s was Graham Greene. Jaren later zou de romancier zich herinneren: ‘Toen Kim hoofd van de afdeling werd, dekte hij alle fouten die wij maakten af. Hij bezat de kunst om volledige loyaliteit naar zijn staf te veinzen, terwijl zijn echte loyaliteit natuurlijk bij Rusland lag.’

De
GRU
had al geruime tijd het belang ingezien van het werven van spionnen aan de traditionele universiteiten van Oxford en Cambridge. Men besefte dat slimme en ambitieuze studenten, mits vroeg gestrikt, konden worden overgehaald om zich achter de communistische zaak te scharen en deze te blijven dienen tijdens hun glansrijke carrière, die dankzij hun diploma zo goed als verzekerd was. Er was de toegevoegde bonus van de aantrekkingskracht die beide campussen hadden voor Amerikanen die te gebruiken waren. Whittaker Chambers, een redacteur van het tijdschrift
Time
, en Alger Hiss, een ambtenaar op het ministerie van Buitenlandse Zaken die de Conferentie van Jalta had bijgewoond en die tijdens de oprichting van de Verenigde Naties in San Francisco korte tijd secretaris-generaal was, hadden beiden gestudeerd in Cambridge.

Philby had toegang tot het
MI
6-archief, vanwaaruit hij bijzonderheden van agenten en informanten de wereld over stuurde naar zijn runner. Toen Groot-Brittannië en de Sovjet-Unie bondgenoten tegen nazi-Duitsland waren geworden, ontving Philby een nieuwe opdracht: uitzoeken of Churchill en Roosevelt van plan waren om afzonderlijk vrede te sluiten met Duitsland, waardoor Hitler al zijn militaire macht zou kunnen aanwenden om de Sovjet-Unie aan te vallen. Philby rapporteerde dat binnen
MI
5 en
MI
6 een aantal hogere officieren
welwillend tegenover dit idee stond. In maart 1943 reisde Otto John, een Duitse spion die werkte voor admiraal Wilhelm Canaris, het hoofd van de Abwehr (militaire inlichtingen), in het geheim naar Lissabon om daar een klein
MI
6-team met onder anderen Kim Philby te treffen. John onthulde dat een groep Duitse officieren van het opperbevel bereid was om vredesonderhandelingen te beginnen met Groot-Brittannië.

Philby keerde terug naar Londen en schreef voor Stewart Menzies een rapport waarin hij het complot beschreef als ‘slechts een truc om tijd te winnen voor de oorlogsinspanning van de nazi’s. Als we met ze akkoord gaan, wordt van ons verwacht onze bombardementen te verminderen en ons meer op de oorlog in de Stille Oceaan te richten. Ook zouden we onze bevoorrading van het Rode Leger met wapens moeten staken. Otto John is onbetrouwbaar en lijkt soms wel een fantast. Dat vindt ook Allen Dulles in Zwitserland.’

Philby’s bevindingen werden naar Winston Churchill gestuurd, die erboven schreef: ‘Geen actie.’ Stalins vrees voor een afzonderlijk vredesverdrag was daarmee uit de wereld.

In zijn brief die Hollis op die wintermorgen bezorgd kreeg, gaf Philby niet aan waarom hij het dossier had doorgegeven. Noch liet hij blijken dat hij in Istanbul dringende zaken had.

Konstantin Volkov, een Russische inlichtingenofficier van de ambassade in Istanbul, had het Britse consulaat benaderd met de mededeling dat hij wilde overlopen. In ruil voor asiel zou hij de namen onthullen van een groepje Sovjetspionnen die opereerden binnen het ‘hart van uw regering. Een van hen is inlichtingenofficier. Nog eens twee zijn in dienst van uw ministerie van Buitenlandse Zaken.’ De geschokte consul had een spoedtelegram verzonden naar Prodome, het telegrafisch adres van Buitenlandse Zaken, waarin hij Volkovs verklaring aanhaalde. De details werden doorgegeven aan Stewart Menzies, die Philby verzocht een onderzoek in te stellen. Hij realiseerde zich onmiddellijk dat hij de door Volkov geïdentificeerde inlichtingenofficier was; de anderen waren Donald Maclean en Guy Burgess, beiden diplomaten van BuZa en ook Russische spionnen. Vanaf 1938 had Maclean voor Moskou fotokopieën gemaakt van strikt geheime documenten. Philby nam het eerste vliegtuig naar Istanbul. Volkov was inmiddels al verdwenen.

BOOK: Geheime oorlogen
4.04Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Other books

Land of Entrapment by Andi Marquette
A Friend of the Family by Lauren Grodstein
Flags of Sin by Kennedy, J. Robert
Yard War by Taylor Kitchings
Argos by Simpson, Phillip
Rihanna by Sarah Oliver