Read Geheime oorlogen Online

Authors: Gordon Thomas

Tags: #Non-Fictie, #Wierook22

Geheime oorlogen (54 page)

BOOK: Geheime oorlogen
4.69Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Nadat hij bevoegd arts was geworden liep Basson een coassistentschap bij H.F. Verwoerd, het meest vooraanstaande academische ziekenhuis van Zuid-Afrika. Hier ontstond zijn belangstelling voor dodelijke ziekteverwekkers. Op de medische faculteit was het onderwerp wel even aangesneden, maar in het ziekenhuis maakte hij kennis met artsen die bij de commando’s hadden gediend en die de ziektekiemen hadden ingezet tegen vijanden van Zuid-Afrika in Rhodesië (het huidige Zimbabwe), Angola, Namibië en Mozambique. De aanvallen waren ‘defensief’, zo kreeg Basson te horen, en een reactie op de komst in Angola van Cubaanse troepen met biologische wapens van Sovjetmakelij. ‘Man, het was gewoon logisch dat wij defensieve voorzorgsmaatregelen namen,’ had een van zijn collega-artsen tegen hem gezegd.

Kort daarop werd Basson, net als alle jongemannen van zijn generatie,
opgeroepen voor militaire dienst in de South African Defense Force (
SADF
). Met zijn medische bevoegdheid mocht hij kiezen waarin hij zich wilde specialiseren. Zijn oorspronkelijke idee om gynaecoloog te worden maakte plaats voor de wens om af te studeren in fysiologie en fysiologische scheikunde. Het was een kans om meer te kunnen leren over hoe ziektekiemen tot een wapen te smeden, om zo alle vijanden die Zuid-Afrika omringden te kunnen verslaan. Ze zouden defensief, niet offensief, worden gebruikt tegen terroristen die al eerder hadden laten zien dat ze in hun haat jegens de republiek vrouwen en kinderen zouden afslachten.

Het kweken van ziektekiemen was eenvoudig; het proces ‘had voor een geoefend chemicus veel weg van bierbrouwen’, herinnerde Basson zich. Maar uit wat hij las ‘leek men binnen de
SADF
geen greep te hebben op de essentie van de biologische experimenten: ziektekiemen moesten gevriesdroogd en in wapensystemen geïmplementeerd worden, waarna je ze opgeslagen paraat moest houden om tegen een vijand in te zetten.’

In de rimboe van Rhodesië en andere landen ten noorden van de rivier de Limpopo hadden de commando’s van de
SADF
alleen waterbronnen en voedselopslaghutten vergiftigd. Om een vijand doodsangsten aan te jagen moest men de ziektekiemen via de lucht verspreiden, net als de Japanners in de jaren dertig tegen de Chinezen hadden gedaan en waarmee de nazi’s in de Tweede Wereldoorlog hadden geëxperimenteerd. Basson ontdekte dat het leger nooit de mogelijkheid had verkend om een middel te verspreiden dat ongemerkt de natuurlijke afweer van het menselijk ademhalingssysteem kon binnendringen: langs de neushaartjes via de luchtpijp rechtstreeks naar de longen, waar het vochtige weefsel werd aangetast met uiteindelijk de dood als gevolg. Met antrax kon dat. Maar uit wat hij las was daarvan in Zuid-Afrika geen spore te vinden en had niemand in de
SADF
ooit nagedacht over een militair gebruik van microben, terwijl een kleine granaat met antrax al genoeg was om miljoenen mensen te doden. Waarom was door geen land dit wapen ooit ingezet? Zelfs de Sovjets hadden dit op het hoogtepunt van de Koude Oorlog niet gedaan. Was het vanwege de angst voor vergelding? Was daarom door Zuid-Afrika het verdrag ondertekend dat biologische wapens verbood? Op deze eindeloze reeks vragen had Wouter Basson geen antwoord.

Toen zijn militaire dienst er bijna op zat en de jonge wetenschapper inmiddels de trotse eigenaar was van een doctoraalbul in beide door
hemzelf gekozen studierichtingen, wist hij meer over de macht van tot wapen gemaakte ziekteverwekkers dan wie dan ook in Zuid-Afrika. Hij had geen idee dat zijn belangstelling was opgevallen bij zijn bevelvoerend officier, generaal-majoor-arts Nicol Nieuwoudt, en wist al evenmin dat er in het buiten Pretoria gelegen hoofdkwartier van de
SADF
in Speskop een vergadering was gehouden, voorgezeten door de legerchef generaal Constand Viljoen en bijgewoond door deze Nieuwoudt en luitenant-generaal Pieter van der Westhuizen, hoofd van de militaire inlichtingendienst. Men besloot Basson de rang van brigade-generaal toe te kennen en hem aan het hoofd te zetten van een uiterst geheim programma met de codenaam Project Coast. Een paar dagen voor zijn dertigste verjaardag werd Basson ontboden bij de drie officieren. ‘Niemand binnen het leger weet iets van chemische of biologische wapens behalve jij, maar we hebben die dingen nodig,’ zei generaal Viljoen. ‘Hoewel je niet bent opgeleid tot spion, is het aan jou om de bestanddelen te bemachtigen om ze te produceren. Welke methode je kiest en met wie je samenwerkt, staat je vrij. Je hebt een onbeperkt budget, maar het leger mag in geen geval met je werk in verband worden gebracht. Is dat duidelijk?’

Later had Nieuwoudt Basson meegenomen naar de grasvlakte ten noorden van Pretoria en gewezen naar een oude boerderij vlak bij de Rooderplaat Dam vanwaaruit Project Coast zou opereren. Nieuwoudt legde uit dat deze lokatie was uitgekozen omdat zij ver genoeg van de stad lag om een enigszins veilig isolement te garanderen. Er zouden hekken omheen komen die onder spanning konden worden gezet; dag en nacht zou er politie patrouilleren met honden die getraind waren om te doden. Op verzoek van Wouter Basson zouden er quarantainelaboratoria met Veiligheidsniveau Drie komen, en zou men voor alle apparatuur op zijn dure wensenlijstje zorgen. Tegen de tijd dat hij de dodelijke stoffen had verkregen, zou alles gereed zijn.

Nieuwoudt had Basson met een ‘trotse blik’ aangekeken en naar verluidt gezegd: ‘Wouter, ze hebben je aangewezen om een hele serie wapens te maken om de terroristen in de bush te doden of te verlammen. Maar ook hun leiders in onze steden, die campagnes tegen ons organiseren, en al hun meelopers, de marxisten en communisten die het voortbestaan van ons land bedreigen.’

In dezelfde geest had Adolf Hitler op een bijeenkomst in Neurenberg beloofd de toekomst van het Derde Rijk voor duizend jaar te garanderen.

Basson had een regeringstoestel gekregen om zich overal ter wereld te kunnen verplaatsen, een creditcard met ongelimiteerde autorisatie en toegang tot bankrekeningen in een tiental landen. Het opende voor hem de deur naar de wereld van toxicologen en microbiologen. Hij reisde naar Londen, Washington en Parijs om in de duurste hotels bijeenkomsten te leiden. Elke avond hield hij aantekeningen bij. In sommige beschreef hij zijn geheime bezoeken aan de twee chemische productiecomplexen van Libië, diep in de woestijn bij Rabta en Trahunan. Verborgen onder het zand lagen de laboratoria waar men de biologische wapens voor kolonel Khadaffi ontwikkelde.

Bassons bezoekjes aan de fabriek in Rabta waren een undercoveragent van de Mossad opgevallen, en in Tel Aviv stemde Mossad-directeur Shabtai Shavit erin toe dat Bassons naam toegevoegd werd aan de lijst van potentiële doelwitten voor de Kidon. De leden van deze eenheid verzamelden informatie over zijn privéleven, zijn vrienden en zijn aanbod om Libië te helpen bij het uitbreiden van zijn biologische wapenarsenaal. Het enige wat hij in ruil daarvoor vroeg, waren de bacteriënstammen die Libië van Irak had gekregen, en die Donald Rumsfeld aanvankelijk aan Saddam had willen geven.

Spoedig kwamen de pakketten gevriesdroogde ziektekiemen aan bij de laboratoria van Project Coast. De quarantaineruimtes met Veiligheidsniveau Drie bevonden zich samen met de gekooide proefdieren – primaten en drijfhonden – diep ondergronds. Bij de ziekteverwekkers was een selectie van de 45 antraxstammen die in Rabta lagen opgeslagen: vanuit Trahunan waren in loden containers verzegelde fiolen en medicijnflesjes gekomen met cholera, botuline en het dodelijkste van alle biologische middelen: de pest. Medio 1992 had Project Coast ook het ebola- en het marburgvirus ontvangen. Het tot wapen transformeren van de ziektekiemen was in het Afrikaans van minister van Defensie Magnus Malan ‘los die probleem’, het probleem oplossen dus. Met een gedenkwaardige zinsnede rechtvaardigde Wouter Basson zijn werk, ten overstaan van de Zuid-Afrikaanse Commissie voor Waarheid en Verzoening, die naderhand onderzoek deed naar Project Coast: ‘Ik heb een dochter en op een dag zullen de zwarten het overnemen en als mijn dochter me dan vraagt: “Wat heb jij gedaan om dit te voorkomen”, zal ik een zuiver geweten hebben.’

Medio 1992 begonnen Basson en zijn bescheiden team van gelijkgestemde wetenschappers hun geheime voorraad ziektekiemen om te vormen tot wapens. Ze voegden antrax toe aan de plakrand van enveloppen en lieten die op straatmarkten aan zwarten verkopen; ze deden
botuline en thallium in biervaten en verkochten die aan zwarte kroegen in de townships; paratyfus werd in spuitbussen deodorant gedaan die in de Afrikaanse gemeenschap aan de man werd gebracht; en aan de geliefde chocola met pepermuntsmaak werd het dodelijke slangengif van de mamba toegevoegd. De laboratoria van Project Coast groeiden uit tot de kwaadaardigste onderzoekscentra sinds de nazi-experimenten in de Tweede Wereldoorlog.

Als hij niet op reis was, daalde Wouter Basson elke morgen af naar zijn laboratoriumcomplex. Stapte hij de lift uit, dan keek hij uit op een zware metalen deur die alleen openging als hij zijn legitimatiebewijs voor een sensor in de muur hield. Achter de deur bevond zich zijn kantoor; planken met boeken, wetenschappelijke tijdschriften en verhandelingen van over de hele wereld gewijd aan het onderwerp van bacteriële oorlogvoering reikten tot het plafond. Een aantal van die papers was al voor iedereen beschikbaar, andere waren verkregen door agenten van de Zuid-Afrikaanse militaire inlichtingendienst, die met valse paspoorten reisden en zich voordeden als student, onderzoeker of wetenschapsjournalist. In zijn opdracht hadden ze Silicon Valley in Californië en de campussen van vooraanstaande universiteiten in Amerika uitgeplozen, steden als Londen, Parijs, Madrid en München bezocht en waren ze op al die plaatsen geweest waar informatie over ziektekiemen voorhanden was. Zelf had Basson de
CBW
-fabriek in Taiwan bezocht en er ultramoderne apparatuur aangeschaft.

Op de planken stonden studies over de plannen die het Pentagon ooit had gehad om in de aanloop naar de rakettencrisis het Cuba van Fidel Castro aan te vallen met giftige stoffen, en over hoe wetenschappers in Fort Detrick tijdens de Vietnamoorlog een manier hadden gevonden om het variolavirus, de pokken, te conserveren. Met een proces dat lyofilisatie wordt genoemd, hadden ze het virus gevriesdroogd en inactief weten te maken. Eenmaal weer op kamertemperatuur gebracht zou het zelfs nog gevaarlijker zijn.

Er waren verhandelingen over geheime proeven van de Amerikanen en Britten met overdrachtssystemen om ziektekiemen over hele steden te verspreiden, en boeken gewijd aan Venezolaanse paardenencefalitis, een virus dat in Zuid- en Midden-Amerika bij paarden en muilezels voorkomt en dat voor mensen dodelijk kan zijn; handboeken over de zeven verschillende typen botuline, de grootste moordenaar onder de toxines; een geschiedenis van de ontwikkeling van ricine,
dat getransformeerd tot wapen de bloedvaten aantast en tot een wisse dood leidt.

In onderzoeksrapporten werd nauwkeurig de ontwikkeling beschreven van variola major oftewel ‘zwarte pokken’, de kwaadaardigste vorm van pokken met een mortaliteit van honderd procent, en van het zeer fijne silicapoeder, uiterst kleine deeltjes kiezelglas die als bestanddeel van een biologisch wapen eenvoudig in de lucht kunnen worden verspreid en zo gemakkelijker in de longen doordringen. Weer andere verhandelingen gingen over de beruchtste bacteriële stoffen uit de geschiedenis: de builenpest, de Zwarte Dood van de middeleeuwen, en de Spaanse griep, die in 1918 veel meer slachtoffers had geëist dan de gehele Eerste Wereldoorlog. De papers waren afkomstig van zeer goed beveiligd geachte biologische oorlogvoeringscentra in landen als de
VS
, Groot-Brittannië en Israël. Andere waren in Oostbloklanden op de zwarte markt gekocht.

Bassons oorspronkelijke onderzoek, het geheimste van alle projecten van Project Coast, lag veilig bewaard in een archiefkast die alleen hij met een code kon openen. Het bevatte informatie over wat zijn politieke bazen van het apartheidsregime het ultieme wapen hadden genoemd, een wapen dat het voortbestaan van het land zou garanderen, dat niet slechts één persoon onvruchtbaar zou maken, maar een heel ras. Het zou een ‘genetische bom’ zijn.

Basson had het aanhoudende debat binnen de wetenschappelijke gemeenschap over de uitvoerbaarheid van de productie van een dergelijk wapen gevolgd. Voorstanders wezen erop dat endemische ziekten hadden bijgedragen tot de nederlaag van de Azteken en de Inca’s tegen de Spaanse conquistadores, die vaak immuun leken te zijn voor de ziektekiemen die Midden- en Zuid-Amerika teisterden. De Britten verspreidden hun eigen primitieve ‘genenbommen’ toen ze aan de Indianen in Noord-Amerika met pokken besmette dekens uitdeelden en merkten dat het sterftecijfer door de ziekte binnen hun eigen gelederen vele malen lager was. De legerartsen die de invasiemacht begeleidden, waren van mening dat de Britse soldaten over een sterkere weerstand beschikten die door de eeuwen heen was opgebouwd.

Tijdens de Amerikaanse interventie in Nicaragua had het idee van een ‘genetische bom’ de genetici van de
CIA
beziggehouden. Er werden aanzienlijke bedragen gestoken in het verkrijgen van bloedmonsters van Nicaraguanen, om te worden getest in
CIA
-laboratoria. Er werd echter geen specifiek gen geïdentificeerd. Het project werd opgegeven, maar hervat toen Cuba voor Washington een steeds grotere
bedreiging vormde. De
CIA
was de zoektocht naar een ‘Cuba-
only
gen’ begonnen. Opnieuw leverde het niets op.

Toch hield de mogelijkheid om een biologisch wapen te vinden dat een specifiek ras tot doelwit kon maken de biologen in de Sovjet-Unie en ten slotte Wouter Basson danig bezig. Basson wist dat het bouwen van een etnische bom niet langer een illusie was. In de woorden van Nobelprijswinnaar en wetenschapper Joshua Lederberg was dit het ‘monster in onze achtertuin’ geworden. Antropoloog John Moore, een erkend deskundige waar het ging om de dreiging van een etnische bom, had voorspeld dat er genetische varianten mee verspreid zouden worden die onder de bevolking een wijdverbreide besmetting konden veroorzaken en een even hoog sterftecijfer als de fictieve Andromedastam, voldoende om de gehele mensheid uit te roeien. Voor Wouter Basso zou het voldoende zijn om de zwarte bevolking in Zuid-Afrika te reguleren.

In september 1992 vlogen Wouter Basson en een van zijn assistenten, de bedachtzaam ogende biochemicus dr. Jan Lournes, naar Londen. In hun handbagage zaten een opvouwbare paraplu, twee kleine medicijnflesjes in loden mantels en een kleine gereedschapskist met een setje schroevendraaiers zoals juweliers die gebruiken. In de flesjes zat ricine, een van de dodelijkste stoffen in het biologische wapenarsenaal. De paraplu en de schroevendraaiers waren bedoeld om twee vooraanstaande, in Londen residerende leden van het African National Congres (
ANC
) te vermoorden. De een was Ronnie Kasrils, de hoogste
ANC
-inlichtingenofficier in Europa, en de ander dr. Pallo Jordan, de hoogste
ANC
-vertegenwoordiger in Groot-Brittannië. Kasrils diende gedood te worden volgens de methode die was toegepast op de Bulgaarse dissident Georgi Markov: lopend in Londen was deze door een agent van de Bulgaarse geheime dienst in zijn been geprikt met een paraplupunt, waarop een laag ricine zat. Jordan, die bekendstond om zijn belangstelling voor horlogereparaties, zou omkomen zodra hij een van de schroevendraaiers met een ricinelaag had aangeraakt.

BOOK: Geheime oorlogen
4.69Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Other books

Meet Me at the Pier Head by Ruth Hamilton
Trouble Magnet by Graham Salisbury
Falling for Sir by Cat Kelly
The Seance by Heather Graham
Thrown Away by Glynn James
Beloved Evangeline by W. C. Anderson