Read Geheime oorlogen Online

Authors: Gordon Thomas

Tags: #Non-Fictie, #Wierook22

Geheime oorlogen (57 page)

BOOK: Geheime oorlogen
6.2Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Terwijl de Air Force One de daling naar zijn thuisbasis Andrews inzette, wilde Bush van Gates weten hoe deze de
CIA
zou gaan leiden. ‘We leven in een volkomen nieuwe wereld. Het is schikken of stikken.’ Bush glimlachte. Hij had de juiste keuze gemaakt.

Onder Stella Rimingtons strakke hand bleef
MI
5 zich veranderen en vormde de mannencultuur niet langer de drijvende kracht. Ze benoemde meer vrouwen op belangrijke posities in die afdelingen waar zij destijds haar eigen reputatie had opgebouwd: contrasurveillance,

contraspionage en antiterreur. Vrouwen werden lid van observatieteams en werkten vaak mee aan gevaarlijke operaties, assisteerden bij de opsporing van
IRA
-terroristen en drugskoeriers, of gaven uitvoering aan de vele honderden door Binnenlandse Zaken gehonoreerde afluisterverzoeken. Het betekende lange uren wachten in een bestelbusje geparkeerd voor een kantoor of woning van een verdachte, met de koptelefoon stevig op het hoofd en de oren gespitst op belastende gesprekken.

Rimington had nog een tweede
MI
5-taboe doorbroken en geluncht met krantenredacteuren om het succes van de veiligheidsdienst voor het voetlicht te brengen. Minister van Binnenlandse Zaken Ken Clarke verklaarde op tv: ‘Het helpt om een directeur-generaal te hebben die zich als een levend, pratend mens ontpopt, die bereikbaar is voor anderen en die je met gerust hart een onderhoud met krantenredacteuren kunt toevertrouwen.’

Soms ging een journalist een stap te ver. In zijn redactioneel commentaar voor
The Times
, beweerde voormalig hoofdredacteur William Rees-Mogg dat
MI
5 telefoongesprekken van de Britse koninklijke familie had onderschept. ‘Dat krijg je ervan als onze dame gaat lunchen met letterknechten,’ mopperde een hogere
MI
5-agent. Waarop
MI
5-contraspionageagent Miranda Ingram riposteerde met de opmerking: ‘Het vervelende van onze mannelijke collega’s is dat ze de waas van geheimzinnigheid rond ons werk zo graag in stand willen houden.’

Rimington had haar afdelingshoofden laten weten dat de tijd dat ze zich nog als ‘baronnen van hun eigen leengoed’ konden gedragen definitief voorbij was. Collegialiteit met hoe de dienst werkte moest de boventoon voeren, en zij wilde dat men deskundigen inschakelde vanuit de zakenwereld en andere instituties buiten de muren van Whitehall, zodat
MI
5 niet was ‘afgesneden van de buitenwereld’.

Ze organiseerde weekendsessies in plattelandshotels om haar laatste beleidswijzigingen te bespreken. Na het gezamenlijke diner schaarde iedereen zich om haar heen aan de piano en werden er liedjes gezongen. Deze bijeenkomsten, ‘
swots
’ genaamd (de afkorting van
strengths, weaknesses, opportunities
en
threats
), werden een vast onderdeel tijdens haar aanstelling. Hieruit ontstond het idee om een boekje over
MI
5 te publiceren dat wel erg veel weg had van de glossy boekjes die jaarlijkse aandeelhoudersvergaderingen aankondigen. Het commentaar van
The Times
luidde: ‘Een verstandige maagd houdt haar sluiers om.’ Tegen haar staf reageerde Rimington: ‘Een echt verstandige
maagd weet precies hoeveel sluiers ze kan laten vallen zonder gevaar te lopen.’ Het was dit soort gooien-smijtwerk dat haar stimuleerde om het vrouwelijke element binnen
MI
5 verder te benadrukken. Het zwaard dat door een Europese veiligheidsdienst aan haar voorganger was geschonken en dat nu aan de muur van haar werkkamer hing, liet zij verwijderen omdat het te militaristisch oogde. Bovendien had ze haar werkkamer opnieuw laten schilderen en opgevrolijkt met potplanten.

Nadat hoge regeringsambtenaren zich het hoofd hadden gebroken over de mogelijke implicaties van elk woord en elke zin, was het boekje over
MI
5 op de markt gekomen en werd dit de eerste bestseller ooit door enige Britse inlichtingendienst geschreven. Smaakvol gekleed en duidelijk geschminkt poseerde Rimington voor een fotosessie. Ze wist zowaar een glimlach op haar gezicht te toveren en leek eerder op de hoofdonderwijzer van een meisjesschool dan op een spionnenvanger. Daarna hield ze op tv een praatje over veiligheid binnen een democratie. Ook nu werden alle woorden eerst op een goudschaaltje gewogen voordat ze toestemming voor uitzending kreeg. Gezien de sfeer in Whitehall zal Rimington wellicht even hebben teruggedacht aan die laatste onheilspellende avond in Moskou, toen ze voor haar gevoel als in een Bond-film het hol van de schurk had weten te ontvluchten.

Wekenlang was ze in de serieuze media het gesprek van de dag, na haar tv-praatje waarin ze als echte, levende spionnenvanger – en een vrouw bovendien – uit de schaduw was getreden. Voor de tabloids werd ze een bekend persoon met blijvende nieuwswaarde: wat ze droeg, waar ze winkelde, niets was te stompzinnig als bladvulling. Zo serveerde ze eens tijdens een door haar georganiseerde lunch voor een parlementaire toezichtscommissie ‘biologische kalfskoteletjes’. Een dag later stond het menu in alle kranten afgedrukt.

Al haar zucht naar publiciteit daargelaten, bleef ze zich vastbijten in de strijd tegen het terrorisme nu de
IRA
met zijn vernietigende bomaanslagen op de Londense Docklands en hartje Manchester nog meer olie op het vuur gooide.

Aanvoelend dat de Special Branch onder zware druk stond, stuurde ze een team van haar beste vrouwelijke officieren, van wie velen flink wat ervaring hadden met de opsporing van
IRA
-handlangers, naar Scotland Yard om te assisteren. Daar wachtte hen echter een koele ontvangst. Er kwam een treitercampagne op gang om hen weer af te laten druipen naar
MI
5. Het toppunt werd bereikt toen een van de
vrouwen bij binnenkomst in de Special Branch op haar bureau een berg vuile herenkleding aantrof, met de getypte instructie ‘wassen graag’. Ze pakte de boel op en kieperde die het raam uit. Terwijl buiten de onderbroeken, hemden en overhemden naar beneden dwarrelden, liep ze terug naar haar bureau en pleegde haar eerste telefoontjes voor die ochtend. Daarna was het getreiter afgelopen.

Op een meidag in 1992 liep een slungelachtige man met een gekreukt pak, haveloze schoenen en een warrige haardos Century House binnen. Hij deed dat met het brutale zelfvertrouwen van de journalist voor wie hij zich die week had uitgegeven. Richard Tomlinson hield zijn legitimatie even omhoog naar de bewaker in de foyer en nam de lift naar de verdieping van het Eastern Europe Controllerate. Voor agent D/813317 zat er weer een missie op.

Tomlinson was door het door oorlog verscheurde Servië gereisd. Zijn Britse paspoort identificeerde hem als Ben Presley en volgens zijn perskaart was hij lid van de gerespecteerde National Union of Journalists. Beide documenten waren door de technische afdeling van
MI
6 vervalst.

De Europese Unie had na onderhandelingen een staakt-het-vuren weten te bewerkstelligen, dat vervolgens door Bosnië-Herzegovina werd doorbroken. Moslims en Kroaten gingen door met elkaar te bevechten. Slachtpartijen waren een alledaags verschijnsel, en uitgehongerde overlevenden werden in gevangenkampen geïnterneerd die herinneringen aan de oude concentratiekampen opriepen. In deze hel deden spionnen, informanten en dubbelspionnen hun werk, gaven informatie door en pleegden verraad aan beide kanten van het conflict.

Een van hen was ober op een van de terrascafés in de Kroatische havenstad Split. Hij was nog maar pas door
MI
6 gerekruteerd, en Tomlinson had in Londen te horen gekregen aan welk tafeltje hij moest plaatsnemen en wat hij moest bestellen. Ook dit zou een van de ‘flitscontacten’ zijn waarin hij zo bedreven was geworden. Nadat de ober de koffie had gebracht, vond hij in de suikerpot een opgevouwen stukje papier dat hij in zijn jaszak liet glijden. Terug op zijn hotelkamer deed hij de deur op slot en vouwde het papiertje voorzichtig open. Het was blanco, precies zoals hij had verwacht. Uit zijn toilettasje haalde hij een fles aftershave en een wattenbolletje tevoorschijn. Hij legde het papiertje op de plastic toiletbril, deed wat aftershave op het wattenbolletje en wreef er voorzichtig mee over het papier. Hoewel
hij Frans, Duits en Spaans kon lezen, kon hij totaal geen wijs worden uit de woorden die nu verschenen. In zijn jaren als veldspion had hij echter geleerd dat zijn runner zich strikt beperkte tot essentiële informatie. Voorzichtig vouwde Tomlinson het papiertje weer op, rommelde met de klittenbandsluiting van zijn toilettasje om een kleine opening te maken en wurmde het papiertje naar binnen. Nog even wrijven en het gleufje was verdwenen.

Weer terug in Century House leverde hij zijn vervalste reisdocumenten in en gaf hij zijn toilettasje af. Daarna werd hij door zijn runner ondervraagd en mocht hij naar huis om eens goed uit te rusten, waarna hij zich de volgende dag weer mocht melden.

Na met een Kennedy-beurs voor veelbelovende Britse studenten eerst aan het Massachussetts Institute of Technology te zijn afgestudeerd, studeerde Tomlinson voortgezette aerodynamica aan Cambridge. Daar was hij benaderd. De dag nadat hij zijn bul had ontvangen werd hij op de thee genodigd door een docent die hem vroeg of hij belangstelling had voor ‘iets interessants bij de buitenlandse dienst’. De gebruikelijke horden werden soepel genomen, namelijk de selectiecommissie voor ambtenaren en een grondig antecedentenonderzoek, waarna een eindgesprek volgde. Op de laatste vraag antwoordde hij dat hij een spion wilde worden ‘uit pure vaderlandsliefde’.

Hij voltooide zijn opleiding op Fort Monkton, het
MI
6-opleidingsinstituut in Gosport, en beheerste diverse vaardigheden waaronder een flitscontact leggen, zoals met de ober op het terras in Split, en vakkundig judoworpen uitvoeren. Ondertussen leerde hij hoe hij zich als een piloot, zeiler en zakenman moest voordoen en zijn Nieuw-Zeelandse accent moest ombuigen tot de wat bredere, nasale Zuid-Afrikaanse tongval. Ook was hij redelijk bedreven in Britse regionale accenten, en zijn Spaans was goed genoeg om zogenaamd in Latijns-Amerika te hebben gewerkt. Men had hem aangemoedigd zijn charmes los te laten op de jonge vrouwen in de cafés van Portsmouth, waarbij hij meerdere malen beet had gehad. Het was zijn instructeurs opgevallen dat hij goed met wapens overweg kon, of het nu ging om een 9mm-Browning of een Israëlische uzi. ‘Geweldig leuk, maar mijn instructeur vertelde me dat hij zich niet kon herinneren dat een officier ooit een wapen had gedragen. Daarvoor moest je bij Bond zijn,’ vertelde Tomlinson de auteur.

Hij was geselecteerd als de beste van de lichting 1991: hij wist goed
om te gaan met een tekstscanner zo klein als een afstandsbediening, die tot een half miljoen woorden uit documenten kon opslaan om deze in kleine brokken naar satellieten te uploaden en daarna door het Britse hoofdkwartier voor regeringscommunicatie te laten downloaden. Hij had de
MI
6-codes uit het hoofd geleerd voor informatie die binnen de muren moest blijven en van ander materiaal dat niet met de
CIA
of andere buitenlandse veiligheidsdiensten kon worden gedeeld. Hij kende ook een namenlijst van buiten van mensen op wier hulp hij in noodgevallen kon rekenen. Tijdens de Balkan-missie had hij bovendien een namenlijst ontvangen van journalisten die voor de Britse media werkten.

De dag na zijn debriefing werd Tomlinson ontboden in de werkkamer van Nicholas Fishwick, alias P4/Ops/11, de hoogste
target officer
voor de Balkan. Fishwicks werkkamer verschilde niet van die van de andere op deze verdieping. Er stond een van staatswege verstrekt en gehavend bureau, de muren waren overbedekt met landkaarten waarop de herschikking van het voormalige Sovjetblok te zien was en er stonden borsthoge, marinegrijze kluizen met rode waarschuwingsstickers om deze af te sluiten zodra men de ruimte verliet. Beveiligingsbeambten liepen regelmatig de werkkamers langs om daarop te controleren. Als een kluis niet was afgesloten, volgde een waarschuwing inzake beveiligingsverzuim. Drie van zulke waarschuwingen betekende een Strenge Berisping, ofwel een kaartje dat in het persoonlijk dossier van de desbetreffende officier werd gestopt, wat betekende dat hij niet meer in aanmerking kwam voor een eventuele detachering in het buitenland. Zes waarschuwingen betekende doorgaans ontslag bij
MI
6.

Het grote pluspunt van Fishwicks kantoor was het uitzicht op Lambeth Palace en de Theems. Tegen de muur werden landkaarten afgewisseld met olieverschilderijen en prullaria waar hij op zijn buitenlandse reizen tegenaan was gelopen.

Met zijn innemende lachje en zijn oog voor het vrouwelijk schoon van het secretariaat had hij had nog enkele jaren te gaan alvorens op zijn zestigste het verplichte afscheid wachtte. Terwijl Fishwick en Tomlinson die ochtend van hun thee nipten, had Fishwick de
MI
6-agent aangekeken en gevraagd of hij de uitvoerende schakel wilde zijn in een plan om de Servische leider Slobodan Milosevic te vermoorden.

Tomlinson was gewend aan Fishwicks onalledaagse gevoel voor humor over hoe een doelwit aan te pakken. In het verleden had hij
Tomlinson voorafgaand aan een gesprek eraan herinnerd dat
MI
6 ook betrokken was geweest bij meerdere liquidatieplannen voor Hitler en één voor Saddam Hoessein tijdens de Golfoorlog. Tomlinson herinnerde zich de schok toen Fishwick een dossier voor zijn neus liet neerploffen en hem vroeg het te lezen. ‘De gele band op het omslag betekende dat het om een zeer vertrouwelijk dossier ging. De map bevatte twee pagina’s getypt document, met daaraan een geel kaartje bevestigd om aan te geven dat het niet om een eerste opzet, maar om een “toerekenbaar verslag” ging dat dus een “groen licht”-status had. De titel luidde “Voorstel ter liquidatie van de Servische president Slobodan Milosevic”.’

Hoe meer hij las, des te meer hij besefte hoever het plan al gevorderd was. Men ging uit van drie opties. De eerste vereiste een Servische groep die zich afzette tegen Milosevic – Tomlinson vroeg zich af of de ober in het café in Split daar misschien toe behoorde – en die kon worden getraind om de moordaanslag uit te voeren. Het was min of meer te vergelijken met hoe de
SOE
in 1942 Tsjechische agenten had getraind om de nazi Reinhard Heydrich te vermoorden, de plaatsvervangend Reichsprotector van Bohemen en Moravië. Het Milosevic-document achtte de kans van slagen ‘onvoorspelbaar’. De tweede optie behelsde een
SAS
/
SBS
-team om de Servische president door een bom of scherpschutter te laten doden. Hoewel dit zeker resultaat zou opleveren, was er het risico van traceerbare sporen: de oorsprong van de bomscherven of kogels kon worden achterhaald, met ‘ernstige repercussies’ tot gevolg. De beste en laatste optie zou een opzettelijk auto-ongeluk zijn. ‘Terwijl de president op weg was naar de internationale conventie over voormalig Joegoslavië in Genève, zou Milosevic’ chauffeur met een flitsapparaat kunnen worden verblind zodra de auto zich in een van de verkeerstunnels van de Zwitserse stad bevond, met als gevolg een fataal auto-ongeluk. Milosevic wilde altijd graag met hoge snelheid worden vervoerd,’ herinnerde Tomlinson zich.

BOOK: Geheime oorlogen
6.2Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Other books

Salvage Her Heart by Shelly Pratt
Captive Heart by Phoenix Sullivan
Crucible of a Species by Terrence Zavecz
Star League 8 by H.J. Harper
Hero by Alethea Kontis
The New Hope Cafe by Dawn Atkins
Red Ribbons by Louise Phillips
Touched by a Phoenix by Sophia Byron
Across the Lagoon by Roumelia Lane