Read Geheime oorlogen Online

Authors: Gordon Thomas

Tags: #Non-Fictie, #Wierook22

Geheime oorlogen (56 page)

BOOK: Geheime oorlogen
13.57Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Dr. Kelly vond de antwoorden verrassend. Verspreiding via de lucht was niet aan de orde geweest, omdat het klimaat ‘niet geschikt was’. De giftige stoffen waren daarom door voedsel en watervoorraden gemengd. Wat was zijn favoriete wapen? Botuline, antrax, cholera of de pest? Dr. Kelly herinnerde zich later dat Basson achterover had geleund en over een antwoord had nagedacht. Geen van die ziektekiemen was tot een wapen getransformeerd, ‘omdat we geen geschikte manieren konden vinden om ze in de voedselketen te brengen’, had hij ten slotte toegegeven.

Waren er nog biologische ziektekiemen overgebleven? Basson ontweek de vraag. ‘We hebben geen biowapens gemaakt zoals u ze kent.’ Dr. Kelly drong aan. Er was ruim voldoende bewijs dat er wel degelijk biowapens waren geproduceerd. Niets was verder gekomen dan de testfase, hield Basson vol. Was dan misschien uit die fase een van die stoffen bewaard – verstopt misschien? ‘Verdomme man,’ had Basson geantwoord. ‘We hebben ze vernietigd.’ ‘Hoe dan?’ vroeg dr. Kelly. ‘Door hitte en bleken,’ antwoordde Basson.

Het
MI
6-team had het daarna overgenomen en hem ondervraagd over zijn bezoeken aan Libië. Het was een kort gesprek geweest. De agenten wilden enkel bevestiging van wat ze al wisten. ‘Dr. Basson, u
begrijpt dat u op een lijst van de Mossad staat. Mocht u ooit naar Libië terugkeren, dan zult u er nooit levend van af komen. Is dat duidelijk?’ vroeg een van de agenten op dwingende toon. Wouter Basson knikte. Het verhoor was afgelopen.

De waarschuwing was glashelder. Als hij in de toekomst zijn bezigheden trachtte te hervatten, zou hij vermoord worden door de Kidon, de Mossad-eenheid die is gespecialiseerd in het executeren van de vijanden van Israël.

Sinds 4 oktober 1999 had Wouter Basson dertig maanden in de beklaagdenbank van het hooggerechtshof in Pretoria gezeten. Op de ochtend van 11 april 2002 concludeerde rechter Willie Hartzenberg dat de verklaringen van 153 getuigen, duizenden pagina’s aan beëdigde verklaringen van zijn voormalige medewerkers, en documenten die aan de papiervernietiger waren ontsnapt nog altijd onvoldoende waren om Wouter Basson op een van de 61 aanklachten te veroordelen. Dr. Kelly noch de transcriptie van Bassons verhoor was in het proces betrokken.

Tot op heden blijven vier metalen koffers vol geheime informatie over Project Coast opgesloten in een kluis van de overheid in Pretoria. Er zijn maar twee sleutels die de kluis kunnen openen. Een ervan is in het bezit gebleven van president Mandela tot diens pensionering. Hij heeft altijd resoluut geweigerd om over Project Coast te praten. Wie de sleutels nu heeft, is onbekend.

Lang voor het einde van Wouter Bassons proces was
MSS
-agent Teng Cheng naar Peking teruggeroepen om de persoonlijke adjudant van Qiao Shi te worden. In 2007 kwam het bericht dat hij verantwoordelijk zou zijn voor de beveiliging van de Olympische Zomerspelen van 2008 in Peking.

15

Meegaan in de nieuwe wereld

Rechter William Webster kon op die bewuste dag in maart 1991, terwijl hij samen met zijn vrouw Lynda zijn 67ste verjaardag vierde, weer een eredoctoraat toevoegen aan de vele die hem door hogescholen en universiteiten waren uitgereikt. Hij wist hij dat zijn vier jaren als directeur van de
CIA
ten einde liepen. Binnenkort zou hij ook nog eens de Distinguished Intelligence Medal, de Presidential Medal of Freedom en de National Security Medal in ontvangst mogen nemen. Voor zijn vijanden in het Witte Huis, op het ministerie van Justitie en ook in Langley waren deze onderscheidingen slechts ‘afscheidsprulletjes’. Het was een hatelijke steek onder water naar een man die gepoogd had om constant datgene te leveren wat president Bush wenste: ‘Informatie van kwaliteit, voordat ik het verdomme op
CNN
zie.’ De aanvallen waren begonnen nadat Webster van Bush in het bijzijn van zijn eigen mensen een veeg uit de pan had gekregen, waarbij deze liet weten dat hij meer had opgestoken van de tv in het Oval Office, die constant op de nieuwszender stond afgestemd, dan van de dagelijkse presidentiële briefing van Webster.

‘Webster werd een ter dood veroordeelde die naar de elektrische stoel werd geleid. Niemand durfde hem recht in de ogen te kijken,’ herinnerde voormalig onderdirecteur van de
CIA
generaal Vernon Walters zich.

Webster werd wel degelijk een aantal blunders verweten. Zo bleek de
CIA
niet in staat te voorspellen hoe alles zich zou gaan ontwikkelen na de val van de Muur en het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. En toch had de afdeling Sovjet-Unie, onder leiding van Douglas MacEachin, volgehouden dat men het beste de vinger aan de pols kon houden via het doorspitten van lokale Russische kranten – waarvan de meeste bijna een maand na verschijning in Washington op de mat vielen. Ter compensatie had MacEachin een team naar Berlijn gezonden om
planken vol Stasi-dossiers op te kopen nadat het hoofdkwartier van de Stasi door Berlijnse inwoners was geplunderd.

Dan was er nog het debacle rond generaal Manuel Noriega. Twintig jaar lang had deze corrupte dictator Panama geleid als het voorportaal voor drugssmokkel naar de Verenigde Staten. Hij wist dat hij kon vertrouwen op zijn contacten binnen de
CIA
om tijdig op de hoogte te worden gehouden over nieuwe arrestatieplannen van de Amerikaanse narcoticabrigade. Elke maand stortte de
CIA
Noriega’s bezoldiging op een bankrekening op de Kaaimaneilanden. Arthur H. Davis, al sinds tijden de Amerikaanse ambassadeur in Panama, had het ministerie van Buitenlandse Zaken al herhaaldelijk gewaarschuwd voor Noriega’s activiteiten en erop aangedrongen dat de dictator ten val werd gebracht. Vier pogingen daartoe waren mislukt, waarna het Pentagon een grootschalige invasie van het land op poten zette, met precisiebombardementen die grote delen van Panama City in de as legden. Commando’s wisten Noriega ten slotte in de kraag vatten, en geboeid en wel werd hij naar Miami afgevoerd. Het werd Webster aangerekend dat hij had verzuimd het
CIA
-standplaatshoofd en klokkenluider Dan Winter het zwijgen op te leggen over Noriega’s drugshandel toen de dictator zich voor de rechter moest verantwoorden. Daar onthulde Winter dat Noriega voor de
CIA
‘de beste schakel met Fidel Castro was geweest’ en dat Noriega zijn ‘vergoeding’, in totaal meer dan 320.000 dollar op het moment van zijn arrestatie, meer dan waard was geweest.

Nu, in maart 1991, had Webster met zijn laatste grote besluit voor zijn afscheid aan de afdeling clandestiene operaties opdracht gegeven mollen te plaatsen in de vergaderkantoren van grote Japanse bedrijven als Sony, Honda en Mitsubishi. Bush had een
CIA
-rapport gelezen waarin de Japanners werden beschreven als ‘een amoreel, manipulatief volk, opererend binnen een cultuur die hoe dan ook de wereldeconomie wil domineren. Bovendien is Japan een racistische, ondemocratische natie.’ Het rapport bleek zich te baseren op twee boeken. Het eerste was
The Coming War with Japan
van George Friedman en Meredith Lebard, twee conservatieve economen die beweerden dat de handelsconcurrentie met Japan ‘bijna zeker in een oorlog zou eindigen’. Het tweede boek was geschreven door Shintaro Ishibara, een radicale Japanse zakenmagnaat die beweerde dat Japan ‘de uitdaging met Amerika moet aangaan, wil het als belangrijke macht met wereldwijde handelsbetrekkingen kunnen overleven’. Na het
CIA
-rapport als een ‘magere pastiche van weloverwogen standpunten’ terzijde
te hebben geschoven, had het Witte Huis opdracht gegeven de twee boeken te verspreiden onder leden van de regering.

Webster, de enige Amerikaan die zowel de
CIA
als de
FBI
had geleid, verruilde zijn openbare functie voor een baan bij een advocatenkantoor in Washington, en sleepte nog meer onderscheidingen binnen.

Op 8 mei 1991 bevond het presidentiële vliegtuig, de Air Force One, zich op een hoogte van 38.000 voet. Het was op weg naar zijn thuisbasis Andrews Air Force Base, even buiten Washington, na president George H.W. Bush van zijn ranch in Texas te hebben opgehaald. De hele vlucht had Bush zich opgesloten in zijn werkkamer aan boord om daar, bijgestaan door een groepje hoge adviseurs, te besluiten wie Websters opvolger zou worden. Verscheidene namen waren al geopperd, besproken en terzijde geschoven, totdat Bush ten slotte voor Bob Gates had gekozen.

De voormalige onderdirecteur van de
CIA
had zijn kandidaatstelling om Caseys opvolger te worden ingetrokken, toen hij besefte dat hij vanwege zijn rol in het Iraanse wapens-voor-gijzelaarsschandaal weleens op een vijandige hoorzitting kon rekenen. Hij was een nauwe vriend van Bush gebleven en was met hem meegereisd naar Texas voor een nieuwe ‘brainstormsessie’ over de wereldgebeurtenissen.

De jaren waren Gates goedgezind geweest. Hij oogde nog altijd kwiek, zijn haar vertoonde maar een paar grijze puntjes en zelfs in een van de comfortabele stoelen aan boord straalde hij nog energie uit. ‘Een aanpakker,’ zo omschreef een
CIA
-agent hem later.

Bush kwam meteen ter zake. ‘Ik wil dat jij de dienst gaat leiden, Bob. Kun je daar wat mee?’ Gates knikte, ‘opgetogen, maar ook een beetje bang’, zo herinnerde deze zich later.

De reactie was begrijpelijk. Aan het hoofd staan van de
CIA
was al een droom geweest sinds hij 24 jaar geleden bij de dienst kwam. Hij zag in dat het, wilde de
CIA
overleven, bovenal moest gaan om het analyseren van informatie en dat de afnemers van de informatie, de president en zijn adviseurs, moesten leren hoe daarmee om te gaan. Informatie, zo was zijn opvatting, draaide niet alleen om het ontcijferen van het heden, maar ook om het in kaart brengen van de toekomst.

Voor Gates behelsde het inlichtingenwerk meer dan het James Bond-achtige werk ten tijde van de Koude Oorlog. Het moest nu worden beschouwd als een sociale wetenschap die zich niet alleen op militaire maar ook op politieke, economische en maatschappelijke
trends richtte. Op deze terreinen hoefde het vergaren van informatie niet eens overdreven geheimzinnig te zijn. De val van het communisme in Oost-Europa had de deuren opengezet naar gigantische archieven, vooral in Oost-Duitsland, waardoor opeens belangrijke technische en demografische informatie beschikbaar was gekomen. Goede analisten konden zich daarover buigen om te bepalen hoe de nieuwe wereldorde zich zou gaan manifesteren.

Het informatietijdperk ontwikkelde zich en voor Gates was het duidelijk dat de dienst een nieuw type agent nodig had om de aloude hoofdtaken van de
CIA
te kunnen blijven uitvoeren: spionnen die informatie vergaarden, contraspionnen om de eigen informatie te beschermen en analisten die met behulp van de nieuwste technologieen de verkregen informatie konden bestuderen.

Gates had aandachtig bekeken hoe de buitenlandse inlichtingendienst van China steeds vaker gebruikmaakte van dekmantelbedrijven, uitwisselingsprogramma’s voor studenten en het meesturen van agenten met wetenschappelijke en handelsdelegaties. Ook was er een toename van het aantal Chinese ‘slapende’ spionnen, opgeleid om de nieuwste Amerikaanse technologieën te inventariseren. Zo beschikte Noord-Korea over soortgelijke slapende spionnen binnen de Koreaanse leefgemeenschappen van Californië om economische en technologische informatie te vergaren. Nadat Jonathan Pollard militaire geheimen van Amerika achterover had gedrukt, waren Silicon Valley en Route 128 in Boston voor de Mossad het doelwit voor hightech-geheimen geworden. Gates had president Bush eraan herinnerd dat Israël bij de
CIA
nog steeds op de lijst stond van zes landen met een ‘door de regering geleid, geheim programma om Amerikaanse nietmilitaire geheimen te verkrijgen’.

Voor Gates was het van essentieel belang om over analisten te beschikken die konden voorspellen op wat voor informatie buitenlandse inlichtingendiensten uit waren. Waren de Noord-Koreaanse spionnen op zoek naar wetenschappelijke gegevens voor hun militaire apparaat? Concentreerde een bevriende natie als Israël zich op het verkrijgen van Amerikaanse maatschappelijke en economische gegevens waarmee de Joodse staat zich teweer kon stellen tegen zijn Arabische buren? Voor buitenlandse spionnen zou het bovendien altijd een prioriteit blijven om informatie te zoeken over Amerika’s paraatheid in geval van een verrassingsaanval. Aan de analisten de taak om een realistisch dreigingsniveau vast te stellen, zodra
CIA
-agenten in het veld rapporteerden dat er ’s nachts opeens lichten brandden op de
werkkamers van het ministerie van Defensie van een mogelijk vijandelijke natie. Waarom brachten de militaire leiders opeens opvallend veel bezoeken aan hun bases? Was het inslaan van voedsel en het uitrusten van operatiekamers in ziekenhuizen slechts onderdeel van een militaire oefening?

De antwoorden op deze vragen moesten in de grote puzzel worden ingepast, zodat alle stukjes informatie een coherent geheel zouden worden. Dat vereiste analisten die hun intellectuele vaardigheden wisten te combineren met een goede kennis van de moderne beoordelingsmethoden. De
VS
hadden meer mogelijkheden om geschikte analisten in te huren, omdat de Amerikaanse bevolking al van oudsher uit een rijke schakering van culturen en religies is opgebouwd. Hoewel de analistenafdeling behoefte bleef houden aan kennis van de Europese talen, het Chinees en het Japans, had een goede kennis van het Pakistaans, het Afghaans en andere talen uit het Midden-Oosten daar nog geen prioriteit. Richard Clarke, Amerika’s grootste autoriteit op het gebied van antiterreur, vertelde later: ‘De regering-Bush leek nog niet door te hebben dat er een nieuwe internationale beweging ontstond die het plegen van terreur niet langer als een doel op zich zag, maar als middel om anderen de eigen interpretatie van de islam op te leggen.’ Alleen goedopgeleide linguïsten konden hebben geweten hoe de zaken ervoor stonden.

Osama Bin Laden, die inmiddels de religieuze titel van sjeik genoot, beschouwde Al-Qaida uiteindelijk als fundament voor een nieuw kalifaat, de wedergeboorte van de repressieve moslimtheocratie uit de veertiende eeuw. Om dit te bereiken, zo had hij zijn volgelingen verteld, diende Amerika te worden vernietigd.

Op die dag in mei 1991 was er onder de
CIA
-stafleden niet één analist die deze bedreiging door Bin Laden gelezen, laat staan geïnterpreteerd had.

BOOK: Geheime oorlogen
13.57Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Other books

Hell to Pay by Simon R. Green
Macbeth the King by Nigel Tranter
Coach: The Pat Burns Story by Dimanno, Rosie
The Rapture of Omega by Stacy Dittrich
Bound by Time by A.D. Trosper
The Shore by S. E. Brown