Geheime oorlogen (38 page)

Read Geheime oorlogen Online

Authors: Gordon Thomas

Tags: #Non-Fictie, #Wierook22

BOOK: Geheime oorlogen
10.11Mb size Format: txt, pdf, ePub

Ten slotte werd hij aangesteld als het hoofd van de post in Londen, een positie die hem in de frontlinie tegen de
KGB
bracht. In zijn werkkamer hing een ingelijst citaat van Lenin: ‘Elk haarscheurtje bij onze
vijanden moeten we grondig, zorgvuldig, aandachtig en vaardig uitbuiten.’ Dit was ook Franks’ leitmotiv, en hij was er heilig van overtuigd dat iedere verdachte
KGB
-spion die onder een diplomatieke dekmantel opereerde, onmiddellijk uitgezet diende te worden. Zijn oproep echode door de wandelgangen van het ministerie van Buitenlandse Zaken, maar kwam in een periode waarin Whitehall weer eens bezuinigingen doorvoerde.

Franks beschouwde deze als onderdeel van een nieuw regeringsvoornemen om
MI
6 met
MI
5 te laten samengaan. Dit idee was geopperd tijdens vergaderingen van de commissie voor gezamenlijke inlichtingendiensten
JIC
, waar de vertegenwoordiger van Downing Street de vrees uitte dat er een campagne gaande was om de regering te destabiliseren. De Tory-pers bleef in elk geval anti-Labourverhalen publiceren die vanuit de inlichtingendiensten leken te komen. Franks had elke fusiedreiging afgeslagen door de bezuinigingen te accepteren. Het was genoeg om Downing Street te sussen.

Een van de besnoeiingen resulteerde in de feitelijke sluiting van het Teheran-kantoor. De Britse ambassadeur sir Anthony Parsons had op bevel van het ministerie van Buitenlandse Zaken het de enig overgebleven
MI
6-agent zelfs verboden om vanuit de ambassade te werken. Hij opereerde vanuit een bescheiden huurpand met minimale overheadkosten en was voor zijn informatie over wat er zoal gebeurde in een land waarvan de olievoorraden voor Groot-Brittannië van wezenlijk belang waren afhankelijk van de
SAVAK
, de geheime dienst van de sjah. Veel van die informatie zou waardeloos blijken en zou de
SIS
niet voor de eerste keer onwetend houden van wat er werkelijk gebeurde achter de schermen in Iran, waar het islamitisch fundamentalisme in de achterstraatjes in Teheran al begon te broeien en zich naar de dorpen verspreidde.

Op 12 oktober 2008 overleed sir Dickie Franks op 88-jarige leeftijd. Tot het einde toe bezocht hij geregeld de Traveller’s Club in Londen om met oude collega’s herinneringen op te halen en actuele gebeurtenissen in het Midden-Oosten te bespreken.

Franks werd opgevolgd door Colin Figures, de negende man die de directeursstoel op de tiende verdieping van Century House bezette. In veel opzichten was hij de typische meesterspion: een zachte stem, onberispelijk gekleed en lid van de Traveller’s Club, lange tijd de favoriete club van
MI
6. Hij was ‘op de schouder getikt’ door zijn studieleider op Pembroke College Cambridge en was na het behalen van zijn
graad in Russisch en Frans direct bij
MI
6 beland. Door zijn taalvaardigheden leek er voor hem een toekomst weggelegd als Sovjetspecia-list, en na een eerste opleiding in Duitsland en een ondergeschikte positie in standplaats Amman, waar hij getuige was van het Suezdebacle, werd hij plaatselijk
MI
6-hoofd in Warschau.

Met zijn successen in de drie jaar in Polen vestigde hij zijn naam als een ambitieus man die wist hoe hij buitenlandse spionnen moest rekruteren en leiden. Drie van hen groeiden uit tot hooggeplaatste Poolse inlichtingenofficieren, binnenlopers die hun diensten vrijwillig aanboden. Een van hen had de codenaam ‘Noddy’, en zijn informatie bevatte gegevens die hij had opgepikt tijdens zijn regelmatige bezoeken aan Moskou. Aanvankelijk rees het vermoeden dat Noddy een door de
KGB
georkestreerde truc was, maar door Figures was hij authentiek verklaard en telkens opnieuw bewees hij zijn waarde. Contact met hem leggen in een omgeving zoals Warschau was gevaarlijk, een zaak van flitscontacten en pakketjes achterlaten op geheime plekken, maar Figures en zijn agent hadden zich weten te handhaven.

Toen hij naar Wenen werd overgeplaatst, zette Figures in de gevaarlijke wereld van brieven verstoppen en geheime ontmoetingen zijn wervingswerk voort. Zijn lievelingsfilm was
The Third Man
, een film die volgens een aantal collega’s bij Figures’ eigen karakter paste, omdat de held zich soepel door de straten van Wenen bewoog. Een van de vele contacten die hij in die stad had gelegd, was met Simon Wiesenthal, de legendarische nazi-jager. Zijn periode in Wenen viel samen met de Sovjetinvasie van TsjechoSlowakije in 1968; zijn inschatting van hoe de Praagse Lente zou eindigen, had zijn promotie versneld. In 1979 werd hij adjunct-hoofd om uiteindelijk in 1981 het stokje over te nemen van Franks.

Begin zomer van dat jaar besloot Figures het veld weer eens op te zoeken, deze keer in Afghanistan. Twee jaar daarvoor was de Sovjet-Unie het land binnengevallen en haar aanwezigheid had Figures andermaal herinnerd aan de spreuk: ‘Je kunt de loyaliteit van een Afghaan niet kopen, enkel huren.’

Zelfs voor een fitte 56-jarige was het een fysiek veeleisende trip om de bergen van de Hindu Kush in te trekken om daar een aantal leiders van de moedjahedien, de Afghaanse verzetsbeweging te ontmoeten. Figures had zich voor de gelegenheid op passende wijze gekleed, met een platte
pakol
-muts en een
shalwar kamiz
, het traditionele wijde hemd en de slobberbroek van de bergbewoners. Twee dagen lang hadden
Figures en zijn gids, die hij bij het plaatselijke
MI
6-hoofd in Peshawar had leren kennen, zich een weg gebaand door steile kloven en over rivieren die kolkten van het smeltwater uit de bergen. Hun doel was een jonge moedjahedienstrijder die bekendstond als ‘de Bergleeuw’, omdat hij zich bekwaam had getoond in het aanvallen van de Russen. Tussen de eindeloze koppen groene thee en porties geroosterde berggeit door kwamen Figures en de Leeuw tot een overeenkomst. De Leeuw had uitgelegd dat hij behoefte had aan moderne communicatieapparatuur, zodat hij kon worden gewaarschuwd wanneer Sovjetbommenwerpers naderden of hun tanks kwamen aangerold, en aan training voor zijn strijders om een moderne guerrillaoorlog te kunnen voeren. Als tegenprestatie zouden ze de Russen uiteindelijk verdrijven. Figures zei dat, als de Leeuw zijn beste mannen naar Peshawar kon krijgen, hij ervoor zou zorgen dat ze naar Engeland werden overgevlogen voor een goede training. Binnen twee maanden waren ruim honderd moedjahedien in het geheim naar Schotland gevlogen om in de afgelegen Highlands een training te ondergaan, waarna ze weer net zo heimelijk naar Peshawar werden gevlogen om de Leeuw te laten zien wat ze hadden geleerd.

Het was een passend hoogtepunt in de loopbaan van een chef die door velen binnen
MI
6 werd beschouwd als iemand die dezelfde degelijke eigenschappen bezat als waarmee ook het eerste hoofd behept was geweest. Toen Figures in 1985 met pensioen ging, nam hij twee persoonlijke voorwerpen van zijn bureau mee naar huis: zijn trouwfoto en een draagbare radio waarop hij altijd naar het commentaar tijdens cricketinterlands luisterde. Op 8 december 2006 stierf hij op 81-jarige leeftijd. Op zijn nachtkastje stond zijn radio, gereed voor het volgende wedstrijdverslag.

Het waren deze drie, ieder zo verschillende mannen – Oldfield, Franks en Figures – die
MI
6 door de nasleep van de invasie van Suez, de gevolgen van het verraad van Kim Philby en de andere Sovjetmollen en de heropbouw van de relatie met de
CIA
hadden geloodst. Weliswaar door Washington niet vergeten maar in elk geval wel vergeven waren die slechte tijden, in een gemeenschappelijke vastberadenheid om de Koude Oorlog te winnen.

Het zou niet gemakkelijk zijn. De sjah was in 1979 door het islamitische regime van ayatollah Khomeini verdreven. Noord-Vietnam nam de macht in handen over de rest van Indochina. Het langdurige dictatoriale bewind van de familie Somoza in Nicaragua was weggevaagd
en daarvoor in de plaats was een door Moskou gesteund regime gekomen. Fidel Castro was weer gaan dreigen dat hij Cuba een Sovjetsatellietstaat zou laten worden.

Waar
MI
6 en de
CIA
ook keken, er leek altijd wel ergens een nieuwe crisis uit te breken – maar telkens was er van tevoren onvoldoende gewaarschuwd: zoals toen de Poolse regering de staat van beleg afkondigde en het leger ten strijde trok tegen Solidarnos; of toen een marxist, Maurice Bishop, de macht greep op het eilandje Grenada en onmiddellijk diplomatieke banden aanknoopte met Cuba en Moskou. Beide zouden hem voorzien van wapens om ‘de imperialistische agressors af te weren’.

Deze fouten vloeiden voort uit eerder begane fouten. Tot het roemloze einde van de Koreaanse Oorlog in 1953 had de
CIA
nog steeds tweehonderd agenten in Seoel gestationeerd. ‘We hadden onze eigen bars en meiden en een bordeel aan beide kanten van ons werk in Pasteur Street, het
CIA
-hoofdkantoor in de buitenwijk Cholon,’ aldus Bill Buckley tegen de auteur. ‘De meeste agenten waren afhankelijk van informatie van plaatselijke Koreaanse spionnen. Het meeste werd verzonnen. Maar naarmate het einde naderde, leek het niemand nog iets te kunnen schelen.’

In 1953 had de
CIA
, in haar ijver om Ruslands rol in Korea precies te kunnen duiden, een van haar hoge officieren undercover naar de Amerikaanse ambassade in Moskou gezonden. Binnen een week was de man verleid door zijn dienstmeisje – een kolonel van de
KGB
– en werd hij tijdens het bedrijven van de liefde heimelijk gefotografeerd. Voordat de Russische inlichtingendienst een chantageoperatie op poten kon zetten, was de onfortuinlijke officier al naar Langley teruggeroepen.

Als uit dat incident een les getrokken diende te worden, zouden er nog meer volgen. De
CIA
-informatie die in 1965 tot de invasie van de Dominicaanse Republiek leidde – het land zou op het punt staan om een Sovjetvazalstaat te worden – was zo onnauwkeurig dat een woedende president Johnson concludeerde dat de dienst met een ernstige ‘vertrouwenscrisis’ kampte.

Tegen het eind van de Vietnamoorlog waren er nog duizend
CIA
-agenten in Zuidoost-Azië en het ontstellende aantal van drieduizend analisten in de vs, die probeerden te bepalen hoe het Pentagon de oorlog nog steeds kon winnen. ‘Het gros van hen was een zootje studenten die boeken hadden gelezen over de Pacificoorlog en dachten dat MacArthurs tactieken nog altijd zouden werken,’ aldus Buckley. Een
van hen was Bill Gates, die door de
CIA
naar luchtmachtbasis Whitman in Missouri was gestuurd om te onderzoeken wat de beste manier was om tegen Noord-Korea atoomwapens in te zetten. ‘Toen wist ik dat de oorlog nooit gewonnen kon worden,’ zei hij later.

Kort voor zijn vertrek was John Rennie door de zoveelste vanwege het ministerie van Financiën opgelegde bezuiniging bij
MI
6 gedwongen om te korten op de informatievergaring op het Zuid-Amerikaanse continent. De post vanwaar uit Portugeessprekende landen waren bespioneerd, was samengegaan met de Spaanssprekende post in Buenos Aires. Doordat de personeelsbezetting was afgeslankt – gecombineerd met een curieus
CX
-bericht (Cummings Exclusively, d.w.z. Chief Executive), afkomstig van Rennie en gericht aan Mark Heathcote, zijn meerdere in Buenos Aires, om ‘voorrang [te geven] aan inlichtingenwinning, maar in een lage categorie’ – kreeg Londen weinig meer toegezonden dan vertaalde krantenberichten.

Toen Heathcote in Noord-Ierland als tweede man van
MI
5 diende, had hij het belang van contactpersonen op hoog niveau leren waarderen. Ook zijn contacten in Buenos Aires zaten goed op hun plek –maar net iets te ver weg van de kleine groep juntastrategen die invasieplannen voor de Falklandeilanden smeedden. Tot op de dag van de inval in 1982 hielden Heathcotes bronnen vol dat Argentinië niet zou aanvallen, ondanks scherpe berichten in de lokale anti-Britse media ‘dat de Malvinas van ons zijn’. Hadden Heathcotes contacten de situatie gewoon verkeerd beoordeeld? Of waren ze onderdeel geweest van een zorgvuldig gepland complot om Londen te slim af te zijn, zodat als de eilanden zouden zijn ingenomen, het voor premier Thatcher te laat was om haar strijdkrachten de halve wereld over te sturen om ze te heroveren? Zo ja, dan hadden ze de IJzeren Dame volkomen verkeerd ingeschat. Zij boekte een voor iedereen zichtbare overwinning toen de Royal Navy de Union Jack weer op de Falklandeilanden liet wapperen en vervolgens huiswaarts keerde.

Er was nog een ander succes geboekt, een succes dat zo geheim was dat slechts een handvol hoge officieren binnen
MI
6 op de hoogte was van de bijzonderheden.

Eind september 1974 verzond het
MI
6-hoofd in Kopenhagen, Robert Browning, een versleuteld bericht naar Century House waarin werd gemeld dat men de voornaamste doelstelling voor
MI
6 in de Koude Oorlog had gehaald, iets waarin zelfs de
CIA
niet was geslaagd: be
schikken over een spion die niet alleen diep binnen de
KGB
was genesteld, maar ook nog eens zo hoog van rang dat hij toegang had tot de denkwijze van het politburo en in staat was de kloof te dichten tussen informatie van Sovjetsatellieten en de daaropvolgende planning door de Sovjetstrategen. Een spion die dat kon, was van onschatbare waarde. Vanaf die septemberdag had de
SIS
zo’n man, een vrijwilliger en geen rekruut, de waardevolste aller dubbelagenten.

Zijn naam was Oleg Gordjevski, een hoge politieke officier in het Eerste Hoofddirectoraat van de
KGB
. Hij sprak meerdere talen, waaronder vloeiend Engels, en was opgeklommen tot de functie van een
rezidentura
, het
KGB
-equivalent van een diensthoofd in het buitenland. Hij was echter gedesillusioneerd geraakt door een politiek systeem dat spotte met alle pogingen om voor jezelf te verdedigen dat het Russische volk er door zijn daden alleen maar beter op zou worden. De marteling van verdachte staatsvijanden totdat ze met een enkele kogel door het hoofd werden geëxecuteerd, de afgesloten veewagens die gevangenen naar de goelags van Siberië vervoerden: dit alles en meer had zijn geloof in het systeem uitgehold en zijn belofte doen verbleken, gedaan toen hij in de bossen buiten Moskou aan zijn opleiding begon. Daar had hij dingen geleerd als observeren, geheimschrift, herkenningssignalen en radioverbindingen, en had hij zichzelf geleerd hoe je een
stukach
kon spotten: een informant die zich onder de studenten begaf om hun privégesprekken af te luisteren en hen te verleiden tot kritiek op de staat, een overtreding waar de doodstraf op kon staan. Hij voelde zich op zijn gemak met zijn pseudoniem en had geleerd om echte vriendschappen te vermijden. Hem was bij herhaling verteld zichzelf te zien als een onmisbaar radertje in een onmisbare machine die Rusland beschermde.

Other books

LoveBetrayed by Samantha Kane
Castle Rouge by Carole Nelson Douglas
How to Build a House by Dana Reinhardt
Sailing to Byzantium by Robert Silverberg
For a Night of Love by Émile Zola
B00AFU6252 EBOK by Alba, Jessica
Belonging by Alexa Land
The Sirius Chronicles by Costanza, Christopher
Pretty Little Devils by Nancy Holder