Read Geheime oorlogen Online

Authors: Gordon Thomas

Tags: #Non-Fictie, #Wierook22

Geheime oorlogen (40 page)

BOOK: Geheime oorlogen
4.69Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Curwen wist al hoeveel Oleg Gordjevski waard was. Met regelmaat verschenen er samenvattingen van zijn informatie in het Rode Boek van
MI
6, een strikt geheim dossier dat elke ochtend door een koerier persoonlijk op Downing Street werd afgeleverd en het eerste document dat Margaret Thatcher, sinds ze in mei 1979 premier werd, na haar ontwaken om half zes las. Ze had erop gestaan dat het rapport geen restricties diende te kennen en dat alles moest worden gemeld. Het bevatte dan ook vaak genante onthullingen over
MI
6: hoe door het ontbreken van waarschuwingen de Falklandoorlog bijna verloren was; hoe men niet wist te onderkennen dat het Pentagon een totale invasie van Grenada plande, totdat de Amerikaanse troepen in het felle licht van de Amerikaanse tv-camera’s de kusten bestormden; de vernedering van een betrapte hogere officier in Parijs, die rapporten verzon van een niet-bestaande informant binnen de Franse inlichtingendienst en die aanzienlijke geldbedragen declareerde voor zijn contactpersoon, geld dat hij gebruikte om zijn eigen dure leventje te bekostigen. Dit bedrog werd ontdekt door Richard Dearlove, een toekomstig hoofd van de dienst. De enige manier om een publiek schandaal te voorkomen, zo had Curwens voorganger Colin Figures gedacht, was de officier een kans geven om ontslag te nemen en een positie bij een bank in de City voor hem te regelen.

Op de dag in juli waarop Curwen en Scarlett overlegden hoe ze Oleg Gordjevski het best naar Engeland konden halen, wisten beide
mannen dat hiervoor Thatchers goedkeuring nodig zou zijn. Na de affaire in Parijs had ze duidelijk gemaakt dat ze ‘het verlegenheidsniveau’ van elke operatie wilde weten.

Ze was op haar jaarlijkse bezoek bij de koningin in Balmoral, het koninklijk buitenverblijf in Schotland, dat iedere premier aan het eind van elke zomer verwacht wordt af te leggen. Curwen nam de eerstvolgende vlucht naar Schotland om Thatcher te briefen. Terwijl de koningin haar corgi’s uitliet, nipten de premier en haar spionagehoofd binnen van de allerbeste whisky.

‘We moeten hem daar weghalen, mevrouw, ongeacht de risico’s,’ besloot Curwen.

‘Doe dat. Ik zal Geoffrey wel bellen.’

Geoffrey Howe was de minister van Buitenlandse Zaken en politiek gezien de baas van de buitenlandse inlichtingendienst.

Toen Curwen uit Balmoral vertrok, was dat met Thatchers instemming op zak: Gordjevski’s vlucht en vestiging in Engeland, inclusief een Brits paspoort, zouden gezien de informatie die hij had het risico waard zijn.

PET
, de Deense inlichtingendienst die al lange tijd betrekkingen onderhield met
MI
6, stelde voor dat een onderduikadres in Skovlunde een veilige plek zou zijn om Gordjevski onder te brengen zodra hij eenmaal buiten de Sovjet-Unie was, zolang men nog bezig was met voorbereidingen om hem naar Londen te halen. Gordjevski was echter bang dat hij, in de klopjacht die ongetwijfeld na zijn vlucht zou volgen, nog steeds het risico liep om door collega’s met wie hij indertijd in Denemarken had gediend te worden herkend.

Asquith was zich er terdege van bewust dat hoe meer tijd het plannen van de vluchtpoging vergde, des te groter het risico werd dat de
KGB
Gordjevski inrekende voor een nieuw kruisverhoor. Met het vertrouwen dat hij kon opbrengen maar misschien niet heeft gevoeld, regelde Asquith dat Gordjevski duidelijk werd verteld dat er geen verdere discussie zou zijn. Hij moest precies doen wat hem werd opgedragen, en de operatie zou in het laatste weekend van de maand plaatsvinden.

Op een vrijdagmorgen bracht Asquith de Russische autoriteiten op de hoogte dat hij een zwanger lid van de ambassadestaf per auto voor een dringende medische behandeling naar Helsinki zou overbrengen. Hoewel de autoriteiten dit heel wel als een affront jegens de eigen medische faciliteiten in Moskou hadden kunnen opvatten, genoten Asquith en zijn passagier diplomatieke onschendbaarheid, wat ook de Saab van de plaatselijke
MI
6-chef rechtvaardigde. Asquith concludeerde
dat zelfs de
KGB
geen ernstig diplomatiek incident zou willen riskeren door het voertuig aan te houden.

Intussen jogde Gordjevski zijn dagelijkse rondje in een park vlak bij het hoofdstation van Moskou. Als hij achtervolgd werd, zou hij zijn belagers afschudden; sinds hij dubbelagent was, had hij wel laten zien daartoe in staat te zijn. Zijn enkeltje Leningrad pikte hij op een afgesproken plek op en op de vroege zaterdagochtend stapte hij in de trein.

Toen deze bij een klein station buiten de stad stopte, wachtte Asquith hem daar op. Zonder enige bagage stapte Gordjevski uit; gewoon een Rus die een avondwandeling ging maken. Aangekomen bij de Saab, die zichtbaar was voorzien van kentekens van het corps diplomatique, deed hij rustig de kofferbak open en klom erin. Asquith sloot de kofferbak en passeerde bij Viborg de Finse grens.

Ondanks de hoge risico’s – ‘er hadden wel honderd dingen fout kunnen lopen,’ zei Asquith later – was de operatie zonder incidenten verlopen. Margaret ‘Meta’ Ramsay, het
MI
6-hoofd in Helsinki, wachtte aan de Finse kant van de grens. Ze reed Gordjevski naar Oslo, en daar stapte hij de volgende dag op het vliegtuig naar Londen.

Op Heathrow werd hij opgewacht door Curwen, Scarlett en de voornaamste kremlinoloog van
MI
6, Gordon Barrass.

Na de lunch reed Scarlett Gordjevski en Barrass naar Fort Monkton, de opleidingsschool van
MI
6 in Gosport aan de zuidkust. Gedurende enkele weken werd Gordjevski ondervraagd. Zijn onthullingen leverden een vijftig pagina’s tellend document op met de titel
Soviet Perception of Nuclear Warfare
. William Casey, de dertiende
CIA
-directeur, kreeg een kopie toegezonden. Casey was er zo van onder de indruk dat hij het document aan president Reagan liet zien. Later werd gezegd dat Reagan, nadat hij het zijn vrouw Nancy had voorgelezen, had uitgeroepen: ‘Ik ga mijn aanvallen op het Rijk van het Kwaad maar matigen, want anders leiden ze tot nog meer paranoia in Moskou.’

Voor het eerst werd er van Gordjevski’s debriefing geen kopie naar Langley verzonden om door Ames te worden uitgeplozen. ‘Laten we het voorlopig intern houden,’ liet Curwen het team ondervragers weten. Niemand zou ooit weten hoeveel voor de
CIA
werkzame Sovjetdubbelagenten er nog meer door deze beslissing waren gered van een executie.

Een paar dagen nadat zijn debriefing was voltooid, werd Gordjevski overgebracht naar Century House voor een feestelijke lunch in
Curwens privé-eetzaal. Onder de gasten bevonden zich Oostblok-ana-listen van het ministerie van Buitenlandse Zaken, Michael Hanley, het hoofd van
MI
5, en Peter Marychurch, de directeur-generaal van
GCHQ
. Zij hadden allemaal een kopie van het rapport gelezen, maar verlangden net als elk erkentelijk publiek ook een toegift.

Gordjevski stelde hen niet teleur. Met een fijne neus voor
name-dropping
, wat later zijn waarmerk zou worden, dreunde de dubbelagent de namen op van een Engelse dagbladjournalist, een aantal hogere vakbondsleiders en drie progressieve leden van de Labour-partij. Hij omschreef hen als ‘agenten met invloed op wie je kunt vertrouwen dat ze de Sovjetstandpunten uitdragen’. Een trefzeker gerichte omschrijving die onder zijn gehoor de indruk zou bevestigen dat de voortgaande contacten van de Labour-partij met de Sovjet-Unie veel te wensen overlieten.

De lunch markeerde het begin van een nieuwe carrière voor Gordjevski. Gecoacht door zijn
MI
6-mentor leerde hij in het openbaar spreken en gaf hij lezingen over het gevaar dat de Sovjet-Unie vormde en over de belangrijke rol van de
KGB
in de beleidsvorming. Hij noemde namen en kwam, wanneer nodig, met
KGB
-documenten om zijn aanvallen op zijn voormalige dienst te ondersteunen. Hij werd een doorgeefluik voor
MI
6 en verwoordde wat de dienst in geselecteerde kranten en tv-uitzendingen wenste te onthullen. Het was een hoogstandje dat in hoge mate weerspiegelde hoe de
KGB
Kim Philby destijds had gebruikt.

In 2007 zette Gordjevski, die inmiddels allang was gescheiden van zijn Russische Leila en nu met een Engelse kostschoolmoeder een comfortabel leven leidde – in een woning die
MI
6 had helpen vinden –zijn publieke aanvallen op het Kremlin van president Vladimir Poetin voort. Veel van wat hij zei, werd door
MI
6 aangedragen.

In april 2008 vernam
MI
6-directeur John Scarlett dat Gordjevski openlijk beweerde dat hij het nieuwste slachtoffer was van een vergiftigingspoging door een Russische huurmoordenaar en dat Scarlett opdracht had gegeven om de vermeende aanslag te verheimelijken.

De bewering werd door de inlichtingendienst afgedaan als ‘absurd en totaal ongegrond’; Gordjevski leed ongetwijfeld aan ‘acute stress’ vanwege soortgelijke aanslagen op andere op de voorgrond tredende overlopers rond die periode in Groot-Brittannië.

Binnen de Britse inlichtingendiensten bestaat een ongeschreven wet dat wanneer een van de hoofden met pensioen gaat, hij of zij niet
langer contact heeft met de opvolger inzake welke lopende kwestie dan ook. Maar toen Gordjevski vernam dat Scarlett had bepaald dat Scotland Yards Special Branch geen onderzoek mocht doen naar zijn bewering, belde hij met het voormalig hoofd van
MI
5, dame Eliza Manningham-Buller, in haar buitenhuis in Wiltshire, waar ze raskippen en lama’s fokte.

Zij had Gordjevski als een belangrijke bron gebruikt. Zijn informatie werd zo op prijs gesteld dat hij op Manningham-Bullers verzoek in oktober 2007 door de koningin werd beloond met een van de hoogste onderscheidingen, de Most Distinguished Order of St. Michael and St. George (
CMG
) voor ‘diensten voor de veiligheid van het Verenigd Koninkrijk’.

Jonathan Evans, directeur-generaal van
MI
5, had een ontmoeting met Scarlett. Wat zich tijdens dat gesprek heeft voorgedaan is geheim gebleven, maar bronnen doen vermoeden dat geen van beiden ingenomen kan zijn geweest met de dwingende vraag van dame Eliza wat hier allemaal speelde. Vervolgens kwam de druk uit een andere hoek. Lord Butler, die het onderzoek leidde naar missers van de inlichtingendiensten in de aanloop naar de oorlog in Irak, vroeg Evans en Scarlett waarom de beweringen van Gordjevski niet waren onderzocht.

Een inlichtingenbron beschreef hoe ‘daarna de vlam in de pan was geslagen over waarom Manningham-Buller zich was gaan bemoeien met actuele beslissingen binnen de inlichtingendiensten, in plaats van thuis haar dieren te voederen, en waarom lord Butler tussenbeide was gekomen’.

De oude spion was ongetwijfeld een goede vriend van Aleksandr Litvinenko, de voormalige
KGB
-agent die in 2006 in Londen was omgebracht met een dosis van het dodelijke radioactieve element polonium.

Later bevestigde Gordjevski in zijn telefoongesprek met dame Eliza Manningham-Buller dat hij vreesde te zijn vergiftigd met thallium, een uiterst giftig element dat wordt toegepast in rattengif en lange tijd een geliefd middel was onder
KGB
-moordenaars. Toen Gordjevski’s bewering in april 2008 werd gepubliceerd in de
Mail on Sunday
, een krant met goede contacten bij de geheime diensten, beschuldigde hij
MI
6 ervan ‘me in de steek te laten. Ik realiseerde me dat ze het misdrijf in de doofpot wilden stoppen.’

Maar forensische tests die werden uitgevoerd in Porton Down, het instituut op Salisbury Plain waar men onderzoek doet naar chemische
en biologische oorlogvoering, konden niet de aanwezigheid van gifsporen in zijn lichaam aantonen.

‘Ik heb noodgedwongen contact opgenomen met dame Eliza en ze heeft me enorm geholpen, maar ik zit klem tussen
MI
5,
MI
6 en de Special Branch. Dit is interne politiek,’ liet Gordjevski tegenover de
Mail on Sunday
weten.

Het staat wel vast dat zijn beweringen binnen de hoogste echelons van beide inlichtingendiensten de nodige woede wekten en dat hij in zijn lang gevestigde verhouding met Scarlett, het machtigste inlichtingenhoofd in Groot-Brittannië, een breuk had veroorzaakt.

Wat inlichtingenofficieren voor een raadsel plaatste, is waarom Oleg Gordjevski ervoor koos om nu pas naar buiten te treden over een incident dat volgens hem bijna een half jaar geleden was gebeurd.

Op een morgen in november 2007 werd de politie gebeld om naar zijn woning te komen omdat zijn secretaresse het huis niet in kon. Hij werd daar bewusteloos aangetroffen en met spoed overgebracht naar het Royal County Hospital in Surrey. Toen hij twee weken later uit het ziekenhuis werd ontslagen, vloog hij naar Wenen voor een wintervakantie. Het ziekenhuis heeft consequent geweigerd te zeggen welke behandeling Gordjevski er heeft ondergaan. De politie verklaarde geen commentaar te geven op het raadselachtige verhaal van ‘de spion die uit de kou kwam’ en geslaagd was in wat de
KGB
tijdens zijn operaties op Brits grondgebied nooit was gelukt: onenigheid zaaien tussen de huidige hoofden van beide veiligheidsdiensten en een van hun gerenommeerde voorgangsters.

Lang voor de ontdekking van Ames’ verraad had de mogelijke aanwezigheid van een andere mol geleid tot het sluiten van zowel de
CIA
-standplaats in Moskou als die in Oost-Berlijn om de restanten van haar ooit machtige netwerk van dubbelagenten achter het IJzeren Gordijn te beschermen. Voor William Casey droeg dit verlies bij aan zijn angst dat het gezag in zijn ambtstermijn als directeur (1981-1987) al zwaar geschaad was.

Casey was een houterige figuur met een dubbele kin, altijd roodomrande ogen – alsof hij nooit genoeg sliep – en een stem die meestal nauwelijks meer dan wat gemompel voortbracht. Maar wát er uit zijn mond kwam, getuigde van scherp inzicht. Na zijn pensionering gaf hij een reeks interviews (waarvan een aantal aan Bob Woodward van de
Washington Post
en aan de auteur). Hierin kenschetste hij Ronald Reagan als ‘een man die met zijn overtuigingen zijn tijd vooruit
was’. President Gerald Ford was ‘de verkeerde man op het verkeerde tijdstip’. William Webster, de fbi-directeur, had ‘een complete bibliotheek met wetboeken doorgeslikt, maar als ik iets voorstelde wat een beetje buiten de kantlijn viel, stikte hij er bijna in.’ Nahum Admoni (hoofd van de Mossad, 1982-1989) was ‘een Jood die op een regenachtige avond in Gdansk wilde aantonen dat hij het verste kon pissen’. Minister van Buitenlandse Zaken Alexander Haig was ‘een opportunist die wist te heersen door verdeeldheid te zaaien’. De Britse inlichtingendiensten waren vergeven van ‘mensen die wisten hoe ze de regels vrij konden interpreteren, meestal in hun voordeel’.

BOOK: Geheime oorlogen
4.69Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Other books

The Proving by Brosky, Ken
Best Staged Plans by Claire Cook
Giada's Feel Good Food by Giada De Laurentiis
Six Heirs by Pierre Grimbert
The Old House by Willo Davis Roberts
PacksBrokenHeart by Gwen Campbell
Try Me On for Size by Stephanie Haefner
The Subterraneans by Kerouac, Jack