Read Geheime oorlogen Online

Authors: Gordon Thomas

Tags: #Non-Fictie, #Wierook22

Geheime oorlogen (62 page)

BOOK: Geheime oorlogen
3.67Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

De regels voor een ontmoeting bleven onveranderd. De bewuste plek zou niet geobserveerd worden, niet door legerpatrouilles noch door helikopters met gevoelige afluisterapparatuur. Slechts twee
MI
5-agenten zouden de bijeenkomst bijwonen, en onder geen voorwaarde zou een lid van de Royal Ulster Constabulary, de Ierse politie, aanwezig mogen zijn. Geen van beide partijen mocht een zendertje dragen. Er mochten aantekeningen worden gemaakt, zodat er later geen onenigheid kon zijn over wat er was besproken en afgesproken. Na de bijeenkomst zou niet worden geprobeerd om de onderhandelaars van de ira te achtervolgen.

Ten slotte was er een ontmoeting met Martin McGuinness, destijds de ira-commandant van de Derry Brigade. Deze las de
MI
5-agenten om te beginnen een verklaring voor, met de waarschuwing: ‘Geen woord hiervan zal worden gewijzigd.’ Er viel een korte stilte. Daarna klonk de harde stem van McGuinness opnieuw: ‘Men dient te begrijpen dat wij bereid zijn de dialoog aan te gaan voor een onaangekondigd staakt-het-vuren en voor een blijvende vrede.’

De
MI
5-agenten hadden moeite hun glimlach te verbergen. Jaren van achterdeurdiplomatie hadden eindelijk tot een grote doorbraak geleid. De bijeenkomst in de mist van de Sally Gap was de laatste die
uiteindelijk zou leiden tot het zogenoemde Goede Vrijdagakkoord, dat in april 1998 werd getekend en eindelijk vrede zou brengen in Noord-Ierland.

Op 7 augustus 1998 – 53 jaar na de Amerikaanse atoombomaanvallen op Hiroshima en Nagasaki – kwam Osama Bin Laden met zijn nieuwste dreigement ‘elke gelegenheid te baat te nemen om zo veel mogelijk Amerikanen en hun bondgenoten’ te doden. De belofte was plechtig vastgelegd door het Internationale Islamitisch Front, in februari dat jaar opgericht door Bin Laden en de in Egypte geboren Ayman Al-Zawahiri, die inmiddels zijn meest vertrouwde strateeg in het almaar uitdijende Al-Qaida was. In de vijf jaar daarvoor was geen van de zes
CIA
-directeuren bij machte gebleken deze organisatie aan te pakken.

Bin Laden had zijn organisatie weten uit te breiden terwijl de machtigste inlichtingendienst ter wereld, die zich bezig zou moeten houden met de vernietiging van Al-Qaida, van de ene ramp afstevende op de volgende. Tijdens het bloedbad in Bosnië had de
CIA
niet één agent in dat land om verslag uit te brengen over de massaslachting door de Serviërs in Srebrenica; het duurde ruim drie weken eer de fotoanalisten in Langley de satellietbeelden van de moordpartijen bevestigden. Dan was er de verwarring toen de Franse regering zeer publiekelijk Dick Holm,
CIA
-hoofd in Parijs, en vier van zijn agenten wegens bedrijfsspionage het land uit stuurde.
CIA
-chefs in Latijns-Amerika waren naar Langley teruggeroepen om zich te verantwoorden voor beschuldigingen van diefstal van aanzienlijke geldbedragen die ze hadden gekregen om drugskoeriers te bestrijden; ze mochten allemaal stilletjes ontslag nemen. Een stoet van
CIA
-directeuren was gekomen en vertrokken, omdat ze niet in staat bleken om te gaan met wat zij als een onbestuurbare dienst beschouwden. In Washington verzond Jim Woolsey zijn ontslagbrief per koerier naar president Clinton en stapte op het eerste het beste vliegtuig voordat iemand hem van gedachten kon doen veranderen. John Deutch overleefde zeventien tumultueuze maanden voordat hij uiteindelijk werd ontslagen. Clinton bood zijn nationale veiligheidsadviseur Tony Lake de baan aan, maar Lake haalde Langley niet eens omdat zijn voordracht werd afgekeurd. Vanuit de coulissen keek George Tenet toe, die als adjunct-directeur de dienst feitelijk had geleid terwijl Clinton op zoek ging naar iemand die de gifbeker wilde overnemen. Maar niemand die dat deed. En dus liet hij Tenet komen, de man met de stierennek
en de uitstraling van een New Yorkse politieagent. ‘Regel de boel in Langley,’ luidde de opdracht van de president.

Direct na zijn aanstelling zei Tenet: ‘Ik had het gevoel alsof ik uit een kanon werd geschoten. Ik vloog van vergadering naar vergadering, met mensen die me dikke instructieboeken in handen duwden en deze alweer terug gristen voordat ik ook maar de kans kreeg om de eerste pagina te lezen.’

Nadat hij op 11 juli 1997 was ingezworen als de achttiende directeur van de centrale inlichtingendienst werd hij, waar hij ook keek, steeds met problemen geconfronteerd. Financieel was de dienst er slechter aan toe dan hij had vermoed; men had moeite om het op alle fronten losbarstende informatietijdperk bij te benen. Het internet maakte het versleutelen van taal in een code voor elke student kinderspel. Ook was er binnen de gelederen weer een verrader ontdekt. Het was Harold Nicholson, het voormalige
CIA
-hoofd in Roemenië, die was teruggeroepen om de Farm, de trainingsschool van de Agency even buiten Williamsburg in Virginia, te leiden totdat de
FBI
hem uiteindelijk in de smiezen kreeg. Hij had de Russen voorzien van de namen van alle studenten, waardoor ze zo goed als nutteloos waren voor plaatsing in het buitenland. Hij ging voor 23 jaar de gevangenis in. Niemand wist waarom Nicholson dit verraad had gepleegd.

De House Intelligence Committee had de dienst gehekeld voor haar gebrek aan ‘diepte, breedte en expertise, nodig om in de huidige wereld spion te zijn’. Veilig verschanst in zijn suite op de vijfde verdieping in Langley had Tenet zich verdiept in de viering van het vijftigjarig jubileum van de
CIA
, die gepland stond voor september van dat jaar. ‘Bin Laden bleek vastbesloten te zijn om ons feestje te verknallen,’ zou Tenet later toegeven. Een van zijn eerste beslissingen na zijn benoeming tot directeur was het bevel tot aanhouding van Bin Laden ‘als – en dit “als” geschreven met hoofdletters –, als we hem ooit mogen vinden’. Ook was hij gewaarschuwd door de minister van Justitie, Janet Reno, dat het in wezen onwettig zou zijn om Bin Laden om te brengen voordat hij voor een Amerikaanse rechtbank was gebracht.

Mike Scheuer, een innovatieve veteraan op het gebied van antiterreuroperaties, kreeg de leiding over het plan. Allereerst bedacht hij voor dit plan de codenaam Alec Station, naar zijn Koreaanse adoptiezoon. Scheuer stuurde een agent die in Afghanistan had gediend om contact te leggen met de weinige spionnen die de dienst nog overhad onder de stamleden. Zij moesten de verblijfplaats van Bin Laden proberen te achterhalen. Tot zijn genoegen vernam Scheuer dat Bin Laden
al enige maanden in een huis aan de rand van Kandahar woonde. Het plan ging in de hoogste versnelling. Zodra het moment daar was, zouden de Afghanen, geleid door de
CIA
en gewapend met van geluiddempers voorziene wapens om iedereen die hen wilde tegenhouden te doden, de woning bestormen en Bin Laden in de kraag grijpen. Vervolgens zouden ze hem snel naar een van tevoren gekozen grot in de bergen buiten Kandahar brengen en hem daar gekneveld, vastgebonden en met een kap over het hoofd vasthouden. Daarna zouden ze hem over de grens naar Pakistan smokkelen, waar op een nabijgelegen militair vliegveld een vrachtcontainer gereed zou staan; daarvandaan zou hij in een
C
-130-toestel naar de
VS
worden overgevlogen.

In de container stond een tandartsstoel, die volgens de specificatie van Scheuer plaats moest kunnen bieden aan ‘iemand van ruim een meter negentig, en de boeien moeten voldoende sterk zijn om zijn enkels, dijbenen en armen veilig in bedwang te houden.’ Bin Laden was slechts een meter tachtig en stond niet bekend als buitensporig gespierd. Er was een speciale linnen kap gemaakt die hem in staat stelde rustig te ademen en voedsel tot zich te nemen tijdens de vlucht. De kap zou met metalen riempjes aan Bin Ladens hoofd worden bevestigd, wat hem het uiterlijk van Hannibal Lecter zou geven. Passend onder de stoel was een toilet gemaakt. Verder zou de container een kleine apotheek huisvesten met een brede verscheidenheid van kalmerende middelen. Deze zouden ‘indien nodig’ worden toegediend door een arts die zou worden uitgekozen uit een lijst van artsen die de
CIA
voorhanden had. Ook zou er een dialyseapparaat aanwezig zijn om mogelijke nierproblemen te ondervangen; Scheuer had de rapporten gelezen dat Bin Ladens zou lijden aan een nieraandoening.

Toen de container naar Pakistan was gevlogen, had Scheuer de piloot van een Hercules
C
-130-transporttoestel opdracht gegeven om een paar oefenvluchten te maken vanaf het kleine Pakistaanse vliegveld, dat normaal alleen door gevechtstoestellen werd gebruikt. In de
VS
was voor de terugkeer van de
C
-130 in Scheuers opdracht een speciale landingsbaan aangelegd, bij dezelfde ranch in Texas waar president Lyndon Johnson zijn vrienden had geboeid door hemelwaarts te wijzen. Het laatste detail van het plan zou al evenzo dramatisch zijn. Zodra het vliegtuig landde, zou er een
FBI
-agent gereedstaan. De vrachtdeur zou worden geopend en de vliegtuigtrap worden neergelaten. In naleving van de strikte orders van minister van Justitie Reno dat ‘enkel de
FBI
of de politie het recht bezit arrestaties uit te voeren’, zou de agent wachten totdat de tandartsstoel Amerikaanse grond
raakte, en pas dan naar voren stappen, de kap van Bin Ladens hoofd verwijderen, formeel naar zijn naam vragen, hem aanhouden en hem vervolgens op zijn rechten wijzen. Slechts één camera zou deze ongetwijfeld historische gebeurtenis registreren.

Maar er kwamen andere dingen tussen. India testte een atoombom. Pakistan reageerde met het laten ontploffen van zes atoomwapens onder de bergen dicht bij de kidnaproute die Scheuer had gekozen om Bin Laden over te brengen. Plotseling waren de Afghanen die gerekruteerd waren om de woning in Kandahar te bestormen verdwenen. Ook Osama Bin Laden leek in het niets opgelost, en niemand in Alec Station had enig idee waar hij was gebleven.

Het gevoel van een naderend onheil, dat George Tenet ’s nachts uit zijn slaap had gehouden en waarmee hij zijn best deed zijn vrouw Stephanie niet lastig te vallen, werd sterker. En toen werd het 7 augustus 1998.

Om 05.31 die ochtend werd de dagelijkse routine van het antiterrorismecentrum van de
CIA
in Langley doorbroken door een telefoontje van het standplaatshoofd in Caïro. Even later volgde een telefoontje van de post in Tel Aviv. Beide meldden dat de Amerikaanse ambassades in Nairobi, Kenia, en Dar es Salaam, Tanzania, met een autobom waren aangevallen. De hogere officier van dienst had een blik geworpen op de elektronische kalender van zijn computer: het was de achtste verjaardag van de dag waarop Amerikaanse troepen voet hadden gezet op Saoedi-Arabische bodem. De officier herinnerde zich de verslagen in
Post
en
Time
van een paar maanden geleden, toen Bin Laden over de
VS
een fatwa had uitgesproken. Dit was zijn vervolg erop. De officier belde eerst met George Tenet.

Sinds hij als directeur was aangesteld, had Tenet de kelderverdieping van zijn huis in Maryland omgebouwd tot een veiligheidscommandopost. Deze werd 24 uur per dag bemand door een gewapend tweemansdetachement en herbergde een kluis met geheime documenten en een verbindingspaneel.

Om 05.32 begon het rode lampje op het paneel te knipperen. Even later liep Tenet met zijn eerste kop koffie in de hand naar binnen om het telefoontje aan te nemen. Hij luisterde naar het verslag van de dienstdoende officier, met het nieuws dat het aantal slachtoffers hoog kon zijn. Vervolgens pleegde Tenet zijn eerste telefoontje van de dag.

Richard Clarke, sinds 1992 de nationale coördinator antiterrorisme van het Witte Huis, was zich net aan het aankleden toen Tenet belde.
De eerste schattingen wezen op minstens honderd doden en wel misschien duizend gewonden, onder wie een aantal Amerikanen, zo herinnerde Clarke zich Tenets woorden.

Clarke zei dat hij de president zou bellen. Nadat Tenet de dienstdoende officier bij Antiterrorisme had gebeld om iedereen zo snel mogelijk op zijn positie tijdens crisissituaties te krijgen, begaf hij zich naar het
secure videoconference center
(
SVC
), het beveiligde televergadercentrum, in de westvleugel van het Witte Huis.

Om 05.35 rinkelde het paneel op het nachtkastje van president Clinton. Hij pakte de handset en luisterde naar Clarke. Clinton was van mening dat niemand zo goed een crisis tot zijn essentie kon herleiden als Clarke. Deze legde uit waarom hij belde en voegde eraan toe: ‘Het ziet ernaar uit dat er meer dan tweehonderd doden en bijna drieduizend gewonden zijn. Misschien zijn er Amerikanen bij, meneer de president.’

‘Weten we al wie hier achter zitten?’

‘Bin Laden. Dat moet haast wel, meneer de president. Hij heeft ons de oorlog verklaard.’

Clarke kon zich de ontsteltenis op het gezicht van de president voorstellen, maar uit diens stem viel niets af te leiden.

‘Oké, Dick,’ reageerde Clinton. ‘Wat je ook adviseert, ik steun je voor de volle honderd procent.’

In Nairobi werden de eerste details van de aanslagen gereconstrueerd door inlichtingenofficieren, onder wie die van
MI
6, op hun respectieve ambassades in de stad. De autobom die de Amerikaanse ambassade had verwoest, was opgebouwd uit
TNT
, aluminiumnitraat en aluminiumpoeder. Deze stoffen waren gemengd en in houten kisten gedaan – het type kisten waarin op de markt groente en fruit wordt aangeboden – en vervolgens met accu’s verbonden en in een Toyototruck verborgen. Gezien de omvang van de verwoesting leek het waarschijnlijk dat er rond de negenhonderd kilo springstoffen was gebruikt. Hoewel de bom in Tanzania kleiner was, had hij extra effect omdat hij verbonden was met een aantal gascilinders, normaal bedoeld voor keukengebruik. Bij ontploffing zouden dit doeltreffende fragmentatiebommen zijn. Er was een tankauto gebruikt om de Amerikaanse ambassade in Dar es Salaam binnen te rijden.

Voor de ervaren Mossad-agenten in beide steden leken de bommen het werk van een expert, misschien iemand die met het leveren van autobommen aan de zelfmoordenaars in Beiroet de nodige kennis
had opgedaan. Wat de agenten vooral interesseerde, was dat de bommen met intervallen van twee minuten waren ontploft. Betekende dat iets? Of was de beslissing om ze zo goed als tegelijkertijd te laten ontploffen een vastberaden poging van Al-Qaida om zijn visitekaartje af te geven? Zelfs bij de zelfmoordaanslagen in Beiroet waren de bommen niet op deze manier afgegaan, en tot dat moment waren de aanslagen van Al-Qaida vergeleken met die van Hezbollah en Hamas bescheiden geweest.

BOOK: Geheime oorlogen
3.67Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Other books

Girl Watcher's Funeral by Hugh Pentecost
Relentless by Adair, Cherry
The Girl in Acid Park by Lauren Harris
DangerousLust by Lila Dubois
Enemy in Blue by Derek Blass
Dancing Lessons for the Advanced in Age by Bohumil Hrabal, Michael Heim, Adam Thirlwell