Read Geheime oorlogen Online

Authors: Gordon Thomas

Tags: #Non-Fictie, #Wierook22

Geheime oorlogen (66 page)

BOOK: Geheime oorlogen
2.09Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Op die ochtend in april begeleidde hij Ku naar een van de kleine, onopvallende kantoortjes die door de
CIA
werden gebruikt voor ondervragingen. Daar wachtte een oudere Noord-Koreaan, die wel vaker tolkte. Op de tafel stond een dienblad met rijstkoekjes en koffie, met daarnaast de satellietfoto’s. Terwijl Ku zich te goed deed aan de koekjes en de koffie haalde de vertaler een kleine cassetterecorder tevoorschijn. Nadat deze was aangezet, sprak Tim op formele toon de melding in dat het hier een gesprek betrof met de Noord-Koreaanse overloper Ku Kim Bok. Daarna noemde hij de datum en het tijdstip. Zijn nasale New-Yorkse accent vormde een schril contrast met Ku’s zachte stemgeluid.

Hij onderwierp Ku zorgvuldig aan een kruisverhoor, telkens even pauzerend totdat de tolk zijn werk had gedaan, en maakte zo nu en dan wat notities bij wijze van korte samenvatting. Daarna richtte hij zijn aandacht op Ku’s werk in Fabriek 395. Ku zette uiteen dat er raketgeleidingssystemen werden gemaakt voor raketten die kernkoppen konden dragen, maar ook koppen met chemische en biologische wapens.

Zijn eigen taken omvatten onder meer de inkoop van componenten voor deze systemen, die hoofdzakelijk uit Japan kwamen. De Japanse vertegenwoordiger bracht regelmatig een bezoek aan de fabriek om de nieuwste producten te demonstreren. Ku haalde enkele documenten uit zijn koffertje en gaf ze aan de tolk. Er stonden de namen van de vertegenwoordigers in en de bedrijven die de spullen leverden. Met de kalme, weloverwogen toon waarop Ku zijn informatie prijsgaf, was hij betrekkelijk uniek, een informant die niet gefêteerd, omgekocht, afgeperst of onder druk gezet hoefde te worden. Tim was onder de indruk.

De gegevens over de vertegenwoordigers zouden aan de
CIA
-stand-plaats in Tokio worden doorgegeven. De mogelijkheid een van hen te strikken om als informant Fabriek 395 te bezoeken, leek binnen handbereik.

Ku had het maar al te bekende verhaal over de onderdrukking door het regime uit zijn eerste gesprek verder uitgebeend: razzia’s in de vroege ochtend, families die elkaar dienden te bespioneren, hongersnoden en misbruik van macht door gunstelingen van de regering. Zijn eigen vrouw was een voorbeeld geweest van hoe de geringste los
lippigheid streng werd afgestraft. Mensen waren naar goelags afgevoerd omdat anderen hen hadden zien glimlachen naar een van de portretten van de grote leider die alle openbare ruimtes sierden. Vrouwen waren door politieagenten naar hun kazerne afgevoerd en daar door meerdere collega’s verkracht. Sommigen hadden daarna zelfmoord gepleegd.

Sommige namen van slachtoffers, hun folteraars, de plekken waar het was gebeurd, alles was door Ku netjes genoteerd. Op de fabriek had hij gezien hoe een vrouw in een elektrische oven was geroosterd en een man met stalen staven dood was geslagen. Ze waren allebei betrapt toen ze wat voedsel uit de fabriekskeuken probeerden te smokkelen.

Op een dag was Ku ontboden op het hoofdkwartier van de Generale Staf in Pyongyang om verslag te doen van het nieuwste raketgeleidingssysteem dat in de fabriek was ontwikkeld. Hij vertelde Tim dat hij vermoedde dat het technische aspect zijn toehoorders boven de pet zou gaan, maar hij had geen risico genomen. Toen zijn voorganger tijdens een militaire conferentie onvoldoende details kon verstrekken, had een van de Russische ingenieurs de draak gestoken met zijn presentatie. De fabrieksmanager was daarna geëxecuteerd. Dat anderen een smet konden werpen op de technische vooruitgang van het land gold voor het regime als een van de doodzonden.

Tim liet Ku vervolgens foto’s zien van fabriekscomplexen. Ku bestudeerde ze aandachtig, maar schudde telkens het hoofd. Hij herkende geen enkel gebouw. Tims hoop groeide. Sommige foto’s waren immers genomen in Zuid-Korea, waar Ku onmogelijk iets zou herkennen. Ook dit was weer een teken dat hij de waarheid sprak. Talloze vluchtelingen zogen iets uit de duim in de hoop dat het hen een visum naar de
VS
zou opleveren. Zodra ze door de mand waren gevallen werden ze overgedragen aan de Zuid-Koreaanse autoriteiten om geherhuisvest te worden.

Tim schoof de volgende foto naar voren. Hierop was Fabriek 395 te zien, met daaromheen nog een stuk of vijf andere fabrieken. Ku identificeerde elke fabriek met het nummer ervan. Tim vroeg hoeveel mensen er werkten. Ku aarzelde niet: meer dan tienduizend. Tim wist dat dit aantal niet uit de lucht was gegrepen. Het strookte met de schatting van de
CIA
van dat moment. Hij groef verder. Hoe lagen de getalsverhoudingen tussen de werkers op de nucleaire, chemische en biologische projecten? Ku’s antwoord was voor Kim wederom een bevestiging dat hij niet te maken had met weer zo’n asielzoeker die zijn
ondervrager met duimzuigerij naar de mond praatte. Hoewel de fabricage van kernbommen nog altijd voorrang had, speelde ook de ontwikkeling en productie van zowel chemische als biologische wapens een rol. Elke onderdeel telde zo’n vierduizend man personeel. Ook dit strookte met de gegevens van de
CIA
.

Tim wees op de foto van een vrouw. Ku bevestigde dat het hier om dr. Yi ging. Zij was bij Ku’s presentatie aanwezig geweest, luisterend en notities makend, terwijl hij een technisch verhaal hield over het inbouwen van een geleidingssysteem in een van de intercontinentale
SS
-18-raketten die kort voor de val van de Sovjet-Unie door Moskou waren geleverd. Toen hij klaar was, had dr. Yi hem gevraagd: wanneer zou het systeem gereed zijn voor biologische wapens? Binnen een jaar? Later? Een gedrongen generaal van middelbare leeftijd had haar onderbroken: dit was niet aan Ku om te beoordelen.

Nu, maanden later en na zijn verhaal te hebben verteld, werd hem beloofd dat hij naar de
VS
zou mogen reizen. Daar zou hij geholpen worden om binnen de groeiende Noord-Koreaanse gemeenschap te integreren.

Regelmatig zocht de dienstauto met daarin George Tenet zich tijdens de ochtendspitsen van rond half acht een weg door Washington. Naast hem op de achterbank zat een
CIA
-agent van instructie die een kopie bij zich droeg van de presidentiële briefing voor die dag, gedrukt op kwaliteitspapier en in zwaar leer gevat. Een tweede kopie was al bezorgd bij Wilma Hall, in kamer 345 van het Old Executive Office Building, pal tegenover het Witte Huis. Al jaren bestierde ze het ‘stadskantoor’ van de
CIA
, en voor Tenet was de kalme, grijzende dame van middelbare leeftijd een rustgevend anker in een woelige zee van voortdurend veranderende eisen. Die waren er sinds Bush het Oval Office had betreden in overvloed. Tenet had eraan voldaan met een snel knikje en een barse telefonische instructie, met zijn favoriete toevoeging: ‘Dit moet wel
slam dunk
[keihard] zijn.’ Tenet wist dat hij bij de nieuwe president een potje kon breken, al was het maar omdat hij een sleutelrol had gespeeld in de nieuwe naamgeving van het
CIA
-hoofdkwartier in Langley: het George Bush Center For Intelligence, vernoemd naar Bush senior. Maar iedereen noemde het nog steeds Langley.

Zijn officier van instructie wilde graag opklimmen binnen de dienst. Zijn nachtelijke arbeid aan de presidentiële instructies moest daarvoor een zet in de goede richting zijn. Het vereiste een uitstekend
beoordelingsvermogen om uit de stroom van rapporten die zijn mailbox binnenstroomden de juiste selectie te kunnen maken. Officiers van instructie hielden dit werk gemiddeld maar een jaar vol, of de eerste tekenen van een burn-out werden al zichtbaar. Tenet beschreef het werk als ‘een hondenbaan, maar wel een kans om de wereldgeschiedenis persoonlijk en van nabij te volgen’.

De officier van instructie diende Tenet de onderwerpen voor te lezen die Tenet over de telefoon had geselecteerd terwijl hij per auto naar Wilma’s kantoor werd gebracht voor hun vaste overleg. Na afloop wandelde Tenet naar de westvleugel van het Witte Huis en begaf zich via de trap aan de achterzijde naar het Oval Office. Nog steeds vroegen sommigen zich af of ook Monica Lewinsky zich voor haar taken via deze trap bij president Clinton had vervoegd. Minister van Defensie Ronald Rumsfeld kon zelden op een grap worden betrapt, behalve toen hij voorspelde dat het Clinton-tijdperk de geschiedenis zou in gaan als ‘seks in de bosjes’ [
sex between the Bushes
].

Tijdens de rit stonden de twee in de auto ingebouwde telefoons roodgloeiend: telefoontjes vanuit Langley, van het hogere kader dat verzocht om richtlijnen, vanuit het Witte Huis om te controleren of hij op tijd zou zijn, van de escorterende auto achter hem, van de beveiliging buiten voor het Old Executive Office Building om de geschatte aankomsttijd nog eens te verifiëren. Al lang geleden had Tenet zijn oren leren multitasken: de telefoontjes beantwoorden én luisteren naar de officier van instructie.

Om kwart voor acht ’s ochtends betrad Tenet kamer 345 waar zijn dampende kop koffie al klaarstond en Wilma Hall hem opwachtte samen met een analist van de
CIA
, die haar kopie van de presidentiële instructies al had gelezen. ‘We schaarden ons meteen om “het boek” om uit te vinden welke vragen de president zou stellen,’ vertelde hij. Zo ging het elke ochtend.

Om acht uur wandelde Tenet met in zijn kielzog zijn beveiligers naar het Oval Office. Zoals gewoonlijk trof hij Bush in de middelste leunstoel, met links van hem vice-president Dick Cheney en rechts Condoleezza Rice, de nationale veiligheidsadviseur. Alle drie hadden ze een kopie van de presidentiële instructies. Zoals gebruikelijk prijkte de laatste update over Noord-Korea hoog op de lijst. Sinds zijn opmerking tegen Clinton dat Noord-Korea ‘een nieuwe op de lijst’ was, had Bush duidelijk gemaakt dat een inhaalslag met het gesloten regime aan de andere kant van de wereld hoognodig was.

In werkelijkheid wist de
CIA
maar weinig over Noord-Korea en het
meeste daarvan dateerde nog uit de Koreaanse oorlog. De dienst had geen spionnen ter plaatse en de
VS
waren er diplomatiek niet vertegenwoordigd. De paar Europese en Aziatische diplomaten die officieel toegang hadden tot Pyongyang, lieten zich niet voor het
CIA
-karretje spannen. De meeste vluchtelingen die het hadden overleefd, schetsten dezelfde gruwelbeelden en hoewel Ku Kim Boks eigen verhaal waardevol was geweest, bleven er nog altijd veel hiaten over.

Het waren de Mossad en
MI
6 geweest die waardevolle inzichten hadden geboden in de rol van Abdul Qadeer Khan, de briljante kerngeleerde die een diepe afkeer jegens het Westen koesterde en die in Pakistan tot zijn vreugde als ‘de vader van de islamitische bom’ werd bejubeld.

Een
MI
6-agent op de afdeling contraproliferatie had ontdekt dat Khan op zijn vorige werkplek, het Fysisch Dynamisch Onderzoekslaboratorium (
FDO
) in Nederland, uiterst vertrouwelijke technische documenten had ontvreemd. De blauwdrukken waren onmisbaar voor de bouw van centrifuges om verrijkt uranium mee te maken. Het laboratorium, een samenwerkingsproject van Engeland, Nederland en Duitsland, leverde het materiaal voor Europa’s kernenergiecentrales om energie te produceren. Mede met deze blauwdrukken had Khan Pakistans kernarsenaal weten op te bouwen. Toen het nieuws uitlekte, werd hij in zijn eigen land een nationale held.

De Mossad had ontdekt dat Khan een duistere kant had, die voor Israël nog gevaarlijker was. Niet alleen was hij een antisemiet, maar ook had hij geheim overleg gevoerd met Noord-Korea. Dit werd ontdekt toen een Mossad-agent Khans hotelkamer in Genève was binnengedrongen en de documenten in diens koffertje had gefotografeerd. Die leverden het eerste positieve bewijs dat hij in ruil voor de nieuwste, in zijn laboratoria in Pakistan vervaardigde centrifuges bijna twee miljoen dollar had ontvangen. In een van de documenten viel te lezen dat hij het geld op een Zwitserse bankrekening had gezet.

Een
MI
6-agent deed zich voor als tijdschriftjournalist en had later een vraaggesprek met Khan, die zichzelf omschreef als ‘’s werelds eerste kernbomvredestichter’. De agent had Khan opgenomen op de band, terwijl deze hardop een stukje voorlas uit een rapport van de John F. Kennedy School of Government, onderdeel van de universiteit van Harvard, waarin een grimmig scenario werd geschetst: ‘Een bom van tien kiloton komt in New York tot ontploffing. Een half miljoen mensen komen om en de economische schade voor de Verenigde Staten bedraagt één biljoen dollar.’
Khan antwoordde dat het moest worden gezien als een tijdige boodschap dat Amerika niet langer de enige superieure kernmacht was. De dreiging was maar al te duidelijk: Khan kon ervoor zorgen dat ook minder machtige naties over de wapens zouden kunnen beschikken om Amerika en zijn bondgenoten aan te vallen. ‘Hij maakte duidelijk dat hij beschikte over de organisatie hiervoor,’ zo merkte de officier op.

Tenet belegde onmiddellijk een vergadering met Richard Dearlove en Efraim Halevy. Khan zelf vormde een serieuze bedreiging, maar na zijn liquidatie zou er nog altijd een organisatie met kerngeleerden, waarschijnlijk afkomstig uit de voormalige Sovjet-Unie, en een aanzienlijke hoeveelheid ondersteunend personeel overblijven om de laboratoria draaiende te houden. Daarover waren beiden het eens. Daarom kon Khan het beste nauwlettend worden geschaduwd, in de hoop te achterhalen hoe het spoor vanuit Noord-Korea verder liep. Daarna kon zijn netwerk worden vernietigd.

Men kwam overeen dat er een team van
CIA
-, Mossad- en
MI
6-agenten gevormd zou worden om de organisatie te schaduwen. Elk inlichtingenhoofd zou uit zijn eigen dienst officieren moeten selecteren, die vervolgens zouden opgaan in de wereld waarin Khan en zijn handlangers opereerden om hun schurkenstaat met één zet het nucleaire tijdperk binnen te loodsen. Na afloop van het overleg stond het voor George Tenet vast dat hij deelgenoot was geworden van een project dat de
CIA
,
MI
6 en de Mossad voorlopig wel even aan het werk zou houden. Wat het team heeft bereikt, is tot op de dag van vandaag een van de best bewaarde geheimen van de drie inlichtingendiensten.

Halverwege juni 2001 had dr. David Kelly op verzoek van
MI
6 het vliegtuig naar Washington genomen om een onderzoek te doen naar aanhoudende berichten dat Al-Qaida een aanslag met biologische wapens voorbereidde. Op Fort Detrick, Amerika’s instituut voor onderzoek tegen biologische oorlogvoering, vertelden wetenschappers hem dat de berichten afkomstig waren van
CIA
-bronnen in het Midden-Oosten. Er zou aan projectielen met dodelijke bacillen worden gewerkt om daarmee angst en verderf te zaaien in Amerikaanse en Europese winkelcentra, bioscopen, theaters aan Broadway en sport-arena’s – kortom, overal waar veel mensen samenkwamen. De eerste berichten waren afkomstig geweest uit Saoedi-Arabië, maar gaven nog weinig bijzonderheden, behalve dat er een aanslag ophanden was.

BOOK: Geheime oorlogen
2.09Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Other books

The Wildlife Games by Bindi Irwin
Trapper Boy by Hugh R. MacDonald
Mr. Darcy Broke My Heart by Beth Pattillo
Danika's Gift by Wilde, Jayn
To Be Honest by Polly Young
The Master's Wife by Jane Jackson