Read Geheime oorlogen Online

Authors: Gordon Thomas

Tags: #Non-Fictie, #Wierook22

Geheime oorlogen (67 page)

BOOK: Geheime oorlogen
3.9Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Dr. Kelly wist dat je biologische wapens zelfs in een gewoon scheikundelokaal kon fabriceren, maar was dat hier ook werkelijk gebeurd? En zo ja, hoe had men deze bacillen dan verkregen? Waar waren ze in de projectielen verpakt, en door wie? Niemand die het antwoord wist, maar toch bleef de
CIA
waarschuwen dat niet alleen een kernbom, maar ook ziekteverwekkers de grote bedreiging vormden. Een stuk of vijf wereldsteden, waaronder New York, Londen en Parijs, werden genoemd als doelwit voor wat werd beschreven als ‘de waterstofbom voor de kleine beurs’.

In Londen had een
MI
6-agent hem een op 29 mei verstuurde e-mail van Richard Clarke aan Condoleezza Rice laten lezen. ‘Als deze aanslagen plaatsvinden, en die kans is groot, zullen we ons de vraag stellen waar we verzuimd hebben.’

Dr. Kelly wist dat Clarke de reputatie genoot een dreiging goed in te kunnen schatten. Als hij meende dat de kans op een aanslag reëel was, dan moest je dit serieus nemen. Maar Kelly wist ook dat er, zelfs als men meer dan dertig schimmelsoorten, bacteriën en virussen als wapen kon inzetten, nog altijd geavanceerde systemen nodig waren om deze naar het doel te brengen, rekening houdend met de grillen van het weer – wind, regen en sneeuw konden bepalende factoren zijn. Maar als vlooien en knaagdieren eenmaal waren besmet met longpest, zouden er miljoenen sterven. In de veertiende eeuw had de Zwarte Dood een derde van de Europese bevolking uitgeroeid. Eén besmette vlo kon met één beet wel vierentwintigduizend pestcellen in een bloedbaan van het slachtoffer brengen. Binnen een dag kon zo’n vlo duizenden mensen infecteren, die op hun beurt weer duizenden anderen zouden besmetten. Binnen een week zouden een miljoen burgers het slachtoffer kunnen zijn.

In Fort Detrick hadden dr. Kelly’s zorgvuldige vragen aan het licht gebracht dat er buiten de Third Level High Containment-laboratoria van de onderzoeksfaciliteit geen besmette insecten of knaagdieren waren aangetroffen. In de
VS
of waar dan ook was niet één bewijsbaar geval aangetroffen van een besmetting door biologische wapens. Toch hielden de berichten over een ophanden zijnde aanslag aan: als het dan niet de
Yersinia pestis
was, dan moesten het toch zeker miltvuur- of pokkenverwekkers zijn waar terroristen de hand op hadden weten te leggen om ze binnenkort te verspreiden. Van beide verwekkers zou het sterftecijfer hoog zijn. Maar ook hier had men geen bewijzen om deze vermoedens te staven.

Voordat hij vertrok naar Washington had dr. Kelly de zaak besproken
met Vladimir Pasetsjnik, de overgelopen Russische geleerde die hij had ondervraagd. De twee waren vrienden geworden en Kelly had de Rus geholpen met het opzetten van diens eigen onderzoekscentrum, Regma, vlak bij het Britse onderzoekscentrum in Porton Down, en had bovendien geregeld dat Pasetsjnik daar over zijn eigen kleine lab kon beschikken. De Rus wilde zijn Regma maar wat graag als nieuwe speler binnen de wetenschap lanceren en had daartoe een persbericht doen uitgaan, dat bij Kelly echter lichte irritatie had gewekt. ‘Het had de toon van verkoperspraat, en ik heb Vladimir duidelijk gemaakt dat hij Porton Down er niet bij moest halen.’

Dr. Kelly wist dat de Russische ambassade in Londen over diplomaten beschikte die opdracht hadden om Britse wetenschappelijke publicaties door te spitten. De details van Pasetsjniks plannen en zijn verblijfplaats zouden door hen zeker aan Russische inlichtingenofficieren zijn doorgegeven. Toch had
MI
6 hem laten weten dat hij niet langer werd beschermd omdat men vond dat hij van Russische zijde geen gevaar meer liep.

Tijdens een lunch in het personeelsrestaurant van Porton Down om de mogelijkheid van een terroristische aanslag met biologische wapens te bespreken, legde Pasetsjnik uit dat zo’n aanslag weinig kans van slagen zou hebben, tenzij men experts had weten te rekruteren die een systeem konden bedenken om hun bacillen te verspreiden. ‘Zo’n systeem zou op z’n minst een kleine raket vereisen waarvan de neuskegel vol met bacillen zit,’ herinnerde Kelly zich Pasetsjniks antwoord. Maar de Rus adviseerde hem vooral op zijn eigen oordeel af te gaan. Desalniettemin had hij Pasetsjnik gevraagd of hij in Washington langs moest gaan bij dr. Ken Alibek, destijds Pasetsjniks chef in Biopreparat. ‘Tot mijn verbazing,’ zo vertelde Kelly, ‘antwoordde Vladimir: “Als jij dat belangrijk vindt. Maar toen ik nog voor hem werkte, was hij wel iemand die regelmatig van alles beweerde.”’

Kanatjan Alibekov leidde het Biopreparatprogramma, alvorens in het najaar van 1992 naar de Verenigde Staten over te lopen. Kort na zijn aankomst aldaar veranderde hij zijn naam in Ken Alibek. ‘Het was mijn manier om me aan te passen aan een nieuw leven,’ vertelde hij tegen journalisten. Op weg geholpen door de
CIA
publiceerde hij artikelen over de dreiging van biologische wapens en hij werd al snel een lieveling van de media, altijd bereid om met zijn zware Russische accent voor een smeuïge quote te zorgen. Met zijn expertise en onheilspellende onthullingen handhaafde hij zijn reputatie zowel in
Langley als op Capitol Hill. Leden van congrescommissies luisterden aandachtig terwijl de gezette Rus uit de doeken deed hoe Russische geleerden ondanks ondertekening van het verdrag van 1972 door de Sovjet-Unie, gewoon doorwerkten aan de ontwikkeling van hun biologische wapenprogramma.

Alibek noemde de namen van wetenschappers die naar Irak, Iran en Noord-Korea waren gereisd om daar hun onderzoek naar antraxen pokkenvirussen voort te zetten. Vooral het pokkenvirus vormde een geducht wapen, want na genetische modificatie was het dodelijker en kon het zelfs mensen vellen die tegen het virus gevaccineerd waren. Zijn beweringen zouden een belangrijke rol spelen bij het Amerikaanse besluit miljarden dollars uit te trekken om beide ziekteverwekkers te kunnen bestrijden.

Ook was Kelly op wetenschappers gestuit die zich afvroegen of de Rus zijn beweringen altijd deed op grond van zuiver wetenschappelijke beoordelingen. Dr. Philip K. Russell was een gerenommeerd, door dr. Kelly gerespecteerd medicus en een vooraanstaand expert op het terrein van biologische oorlogvoering. Hij was kort na Bush’ verkiezingsoverwinning tot de nieuwe regering toegetreden. Al beschikte Alibek over ‘onweerlegbare informatie over de antraxproductie van de voormalige Sovjet-Unie, toch vond ik Ken minder overtuigend als het om genetisch gemodificeerde pokkenvirussen ging,’ aldus Russell. ‘Dan beweerde hij iets, maar als je er dan verder op doorvroeg, haakte hij af – dan had hij het alleen maar van iemand gehoord. Over het implementeren van ebolagenen in pokkenvirussen, bijvoorbeeld. Dat was een beetje vergezocht en waarschijnlijk niet waar,’ zo vertelde Russell in juli 2007.

Desalniettemin kon Ken Alibek door zijn in de media geprofileerde expertise die zomer 2001 op de invloedrijke steun van senatoren en partijvertegenwoordigers rekenen. De Rus, opgegroeid in de onherbergzame omgeving van Alma Ata, destijds de hoofdstad van het berooide Kazachstan, dineerde nu in de chique etablissementen van Washington. Nippend van zijn wodka en champagne trakteerde hij zijn toehoorders op beschrijvingen van het dodelijke arsenaal van Biopreparat: het marburgvirus, longpest en een virulente miltvuurstam, om zijn verhaal steevast te besluiten met het uiten van zijn diep gekoesterde wens genoeg behandelmethoden te kunnen ontwikkelen om het immuunsysteem te ondersteunen tegen zulke verschrikkelijke ziekteverwekkers. Het zou uiteraard flink wat geld vereisen om vaccins en medicijnen te ontwikkelen die ‘gifstoffen uit het bloed
kunnen filteren’ en die ‘snel inzetbaar zijn tegen een biologische oorlog met genetisch gemodificeerde overbrengers’. Niet alleen zou hij graag als consultant voor Amerikaanse researchbedrijven aan de slag gaan, maar ook nu de Sovjet-Unie ineen was gestort zijn eigen laboratorium in Oekraïne openen om daar merkloze varianten van antivirale middelen of antibiotica te ontwikkelen. Die zouden ‘drie, vier of vijf keer’ goedkoper zijn dan wanneer ze in de
VS
zouden worden gemaakt. ‘Voor de investeerders en onze klanten zou het een win-winsituatie opleveren,’ meende Alibek.

Het geld liet niet lang op zich wachten. Advanced Biosystems, een bedrijf uit Virginia waarvan Alibek directielid werd, haalde een overheidscontract van 3,59 miljoen dollar binnen om voor het Defense Advanced Projects Research Agency aan de slag te gaan. ‘En dat geld kwam allemaal binnen omdat Ken Alibeks naam op het briefhoofd prijkte,’ vertelde Vladimir Pasetsjnik aan dr. Kelly toen deze terug was uit Washington, maar geen gesprek met Alibek had kunnen regelen. Telkens weer was hem verteld dat Alibek naar Oekraïne was afgereisd om daar zijn laboratorium op poten te zetten. ‘Hij heeft me nooit teruggebeld,’ hield Kelly later vol.

In 2007 bekende Ken Alibek tijdens een telefonisch vraaggesprek vanuit Oekraïne tegenover de auteur: ‘Mijn Amerikaanse overheidscontracten garanderen me meer dan 25 miljoen dollar aan onderzoekskapitaal. In mijn laboratorium in Oekraïne wordt nu gewerkt aan de productie van antivirale medicijnen en antibiotica om daarmee honderden miljoenen, zo niet miljarden levens te kunnen redden die anders verloren zouden gaan door biologische wapens, die in het bezit zijn van Noord-Korea en Iran.’

Dr. Kelly’s werkkamer in zijn woning in Southmoor, Oxfordshire, was afgeladen met boeken en werd ingenomen door een deel van wat zijn vrouw Janice omschreef als ‘Davids geheime wereld’. Hier wisten
MI
5,
MI
6 en de andere diensten die over zijn geheime nummer beschikten hem na kantooruren te bereiken. Met de computers op zijn werkkamer logde hij in bij
MI
6, de Britse veiligheidsdienst, het hoofdkwartier voor regeringscommunicatie en de ministeries van Defensie en Buitenlandse Zaken. Elke organisatie had een computer voor hem gereserveerd om versleutelde berichten mee uit te wisselen.

Deze computers bevatten informatie afkomstig uit de hele wereld. Een deel daarvan was honderd procent betrouwbaar, een ander deel minder. De echt belangrijkste informatie, grapte hij vaak met een
glimlach, lag veilig opgeslagen achter zijn hoge voorhoofd onder zijn uitdunnende, grijze haar.

Hij had zijn verslag over zijn bezoek aan Washington doorgestuurd naar de
MI
6-computer. Het vatte de meningen samen van de wetenschappers van Fort Detrick, de
CIA
en de
FBI
, en van collega’s uit zijn onderzoeksteam waarmee hij na de Golfoorlog in Irak vruchteloos naar biologische massavernietigingswapens had gezocht. Ook had hij verslag gedaan van zijn gesprekken op het instituut voor medisch onderzoek naar infectieziekten van het Amerikaanse leger, en met microbiologen in de centra voor ziektebeheersing in Atlanta, een van de twee plekken waar men toestemming had om pokkenvirussen te bewaren. Ook had hij verslag uitgebracht over de meningen van zijn contacten in Los Angeles, San Francisco en Chicago. Allemaal achtten ze een biologische aanval op de
VS
of ergens in Europa in de nabije toekomst onwaarschijnlijk.

Nadat het verslag automatisch was versleuteld, werd het naar
MI
6 gezonden. Daarna bekeek hij zijn zesde computer, zijn ‘geheugensteun’ zoals hij deze noemde, die hem herinnerde aan verjaardagen van familie en vrienden, klusjes voor in de tuin, en zo nu en dan de ingevingen die hij tijdens zijn wandelingen had gekregen. In de loop der jaren had dr. Kelly elk bospaadje in de omgeving van zijn huis wel bewandeld.

Meer recentelijk bevatte zijn pc ook een geheugensteuntje dat hij het met zijn directe superieur eens over een salarisverhoging moest hebben. Met het extra geld zou Janice, die steeds erger last van reuma kreeg, meer thuiszorg kunnen krijgen. Bij zijn laatste bezoek aan Amerika had hij met vrienden van gedachten gewisseld over de mogelijkheid om naar de
VS
te verhuizen en een baan in de private sector te zoeken. Hij was inmiddels 57 jaar, en de voortdurende druk van de inlichtingendiensten en de hoge eisen van zijn werk in Porton Down werden steeds lastiger te dragen.

Maar eenmaal weer thuis, genietend van de laatste zomerdagen van 2001 met Janice, was er voor hem geen mooiere plek dan hier, in Engeland. En bij het naderen van de maand september zag hij op zijn computerkalender niets wat zijn leven kon veranderen.

18

De dag die hun leven veranderde

Op een onbewolkte zomermorgen in september 2001 liet George Tenet zich om vijf voor half negen voor het St. Regis Hotel in Washington afzetten voor zijn ontbijtvergadering. Hij zag dat zijn veiligheidsagenten al op hun plek stonden, twee man die bij een deur de straat in de gaten hielden, en wist dat Tim Ward, de hoofdagent, in de hotellobby keek wie er binnenkwamen en uitgingen. Tenet liep vlot het hotel in en repte zich, begeleid door Ward, naar het restaurant.

Normaal zou Tenet op dit uur het Oval Office verlaten, met een kopie van de dagelijkse presidentiële briefing in de hand, maar George Bush was die morgen naar Florida gevlogen om een basisschool te bezoeken. Op weg naar het hotel was Tenet in de auto gebeld door een van de geheime agenten van het Witte Huis met de mededeling dat er geen problemen waren; het herinnerde Tenet eraan dat hij afgezien van zijn functie als hoogste gezagsdrager op het gebied van
intelligence
ook verantwoordelijkheid droeg voor de persoonlijke veiligheid van de president. Meer dan eens had hij zijn vrouw Stephanie verteld dat het voor hem, een in de New Yorkse wijk Queens geboren en getogen zoon van hardwerkende Griekse immigranten, toch een hele stap was om nu toezicht te houden op ‘de wildernis van spiegels’ van het Amerikaanse inlichtingenwezen.

In de laatste weken van die zomer in 2001 was Tenet maar weer eens gebleken dat zijn baan, hoewel onophoudelijk veeleisend, ook spannend en frustrerend bleef. Hij was constant in de weer met de geheimen en leugens, het onduidelijke en het onbekende, de machinaties van de vijanden van Verenigde Staten en zijn vastberadenheid om hen tegen te werken. Volgens hem was dit de allermooiste baan bij de overheid.

Zijn enige zekerheid was dat hij nog steeds door andere instanties werd geholpen.
MI
6 had achterhaald dat een Jemenitische groepering
van plan was om Jordanië aan te vallen. Tenet had zijn
CIA
-hoofd in Riyad gevraagd om bij de Saoedische inlichtingendienst na te gaan of dit verband hield met een eerder dreigement om de Amerikaanse school in Jedda op te blazen. De
DAS
, de Colombiaanse inlichtingendienst, had gewaarschuwd dat de linkse terroristengroepering
FARC
van plan was om een bomaanslag te plegen in een winkelcentrum in Bogotá, waar stafleden van de daar gevestigde Amerikaanse ambassade plachten te winkelen. Tenet had de ambassadeur opdracht gegeven ervoor zorg te dragen dat niemand het winkelcentrum nog bezocht en had aangeboden om ter versterking van de
DAS
-agenten een team te sturen. Het aanbod was beleefd afgeslagen: hij had vernomen dat de
DAS
hetgeen zij aan ervaring miste, meer dan genoeg compenseerde met trots. De licht ontvlambare Griek in Tenet had soms wel enige moeite met het Latijns-Amerikaanse temperament.

BOOK: Geheime oorlogen
3.9Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Other books

Blood From a Stone by Dolores Gordon-Smith
Leggings Revolt by Monique Polak
Sworn Virgin by Elvira Dones
A Future for Three by Rachel Clark
Inner Tube: A Novel by Hob Broun
The Josephine B. Trilogy by Sandra Gulland
Nobilissima by Bedford, Carrie