Read Geheime oorlogen Online

Authors: Gordon Thomas

Tags: #Non-Fictie, #Wierook22

Geheime oorlogen (34 page)

BOOK: Geheime oorlogen
3.52Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Vanuit hun kantoren in het ambassadegebouw in Delhi hadden de door de wol geverfde mannen van
MI
5 en
MI
6 al eerder een dergelijke vreugde aanschouwd toen lord Louis Mountbattan, de laatste onderkoning van de
Raj
, het Britse koloniale bestuur, de miljoenen Indiërs naar de onafhankelijkheid begeleidde. Daarna werd op 15 augustus 1947, als hoogtepunt van het geboortefeest van de kersverse natie, de nieuwe Indiase vlag gehesen. Het was het begin van de grootste breuk ooit tussen twee naties. Het betekende bovendien dat
MI
6, net als andere
buitenlandse inlichtingendiensten, in beide landen nieuwe netwerken moest gaan opbouwen.

In deze nog altijd gevaarlijke wereld raakte Stella Rimington al snel uitgekeken op de dagelijkse routine van de diplomatenvrouw en voor haar stond vast, dat het aardse bestaan meer te bieden had dan het leventje zoals andere vrouwen dat leidden. Voor hen bestond de belangrijkste beslissing uit het kiezen van de goede jurk voor een feestje, of van het juiste tijdstip voor het reserveren van een tennisbaan. Met een mooie graad in de Engelse taal- en letterkunde aan de universiteit van Edinburgh en een belangstelling voor het wereldnieuws – ze had de Suezcrisis en de Russische inval in Hongarije nauwlettend gevolgd –wilde Stella Rimington meer dan ‘alleen maar gezien worden vanuit de functie van mijn echtgenoot: de vrouw van een eerste secretaris. Ik fladderde maar wat rond, vond ik. Toen ik op een dag over de binnenplaats van de ambassade liep en mij weer eens afvroeg hoe het ook anders kon, tikte iemand me op de schouder.’

Hij was het standplaatshoofd van
MI
5 aldaar en zocht een secretaresse. Of Stella belangstelling had? Ze had geen moment geaarzeld en had het formulier ondertekend waarmee ze toestemming gaf voor een antecedentenonderzoek. Nadat Londen het groene licht had gegeven, aanvaardde ze een salaris van vijf pond per week. Men legde haar uit hoe het combinatieslot werkte dat toegang bood tot het gedeelte van de ambassade waar de officieren van
MI
5 en
MI
6 werkten. Ze moest rapporten uittypen die vervolgens in de diplomatieke post-zakken verdwenen en door een koninklijke koerier hoogstpersoonlijk, dat wil zeggen op de lege stoel naast hem in de eersteklascabine van het vliegtuig, naar Londen werden gebracht.

De meeste rapporten handelden over de
KGB
- en
GRU
-spionnen die opereerden vanuit het schitterende witte paleis in Delhi waarin de Russische ambassade was gehuisvest. In dezelfde straat was ook het bescheidener onderkomen van het Chinese gezantschap en zijn spionnen te vinden. Sommigen van hen postten dagenlang in hun geparkeerde auto tegenover de Britse ambassade en hielden op hun blocnotes nauwkeurig het komen en gaan bij.

De Rimingtons waren al een keer bijna in de val gelokt door een docent aan de universiteit van New Delhi, die hen tot een ontmoeting met een Russische diplomaat had weten te verleiden. Een snel onderzoekje wees uit dat de docent een communist was en de diplomaat een
KGB
-officier.

Inmiddels waren de Rimingtons terug in Londen, na een leventje waarin het koloniale tijdperk nog altijd naijlde. Stella was niet langer gewoon een typiste, en stond op het punt om een leven als voltijds
MI
5-spion binnen te stappen. India had haar de zelfverzekerdheid en volwassenheid opgeleverd om dit werk aan te kunnen, zo meende ze.

In een raamloos vertrek van Leconfield House kreeg ze een van de afgescheiden werkplekjes toegewezen. Op haar bureau lag de laatste
Morning Star
, plus een instructie om de krant grondig uit te pluizen op namen die een dossier verdienden. Ze moest zich concentreren op het landelijke Sussex, van oudsher een bastion van de lage landadel en, zo leek haar, een onwaarschijnlijke schuilplek voor een Sovjetsympathisant.

Terwijl zij zich een weg zocht door het gezwollen taalgebruik, werkte directeur-generaal van
MI
5 Martin Furnival Jones drie verdiepingen hoger verder aan zijn lijst van
kGB
-agenten die tot in het hart van Groot-Brittannië hadden weten door te dringen: het leger, de vakbonden en de industrie. Pas in 1971 zou Stella Rimington ontdekken dat haar gevlooi in de kranten had bijgedragen aan de uitzetting van zeventig van spionage beschuldigde Russische inlichtingenofficieren. De operatie die uiteindelijk tot hun ontmaskering had geleid, had alle kenmerken van een bioscoopthriller uit de Koude Oorlog.

In 1970 hadden de Watchers van
MI
5 een lage
KGB
-officier aan de Russische ambassade in Londen, Oleg Lyalin, betrapt op een affaire met een getrouwde secretaresse op het kantoor van de Russische handelsdelegatie in Londen. Het
MI
5-team had het gepassioneerde liefdesspel van het koppel gefilmd en op de band opgenomen. Een
MI
5 contraspionageofficier had Lyalin vervolgens met het materiaal geconfronteerd en daarbij op de begrijpelijke vrees van de Rus gewerkt dat hij en zijn minnares, als zijn superieuren ervan zouden horen, naar Moskou zouden moeten terugkeren.

Lyalins reactie had de
MI
5-agent verbijsterd. In ruil voor de garantie dat hij en zijn minnares niet zouden worden ontmaskerd, zou hij voor de Britse veiligheidsdienst gaan spioneren. Het enige wat hij daarvoor verlangde, was een schuiladres waar het tweetal zijn werk kon voortzetten. In de Londense wijk Fulham werd een appartement gevonden dat met camera- en afluisterapparatuur werd uitgerust. Acht maanden lang zou Lyalin zijn
MI
5-agent van waardevolle informatie voorzien over de activiteiten van andere
KGB
-officieren in Engeland.

Maar op 15 augustus 1971 sloeg het noodlot toe. Na een middagje seksplezier in het appartement, gestimuleerd door de riante voorraad alcohol waarin
MI
5 had voorzien, stapte Lyalin in zijn auto, om even later door de politie te worden aangehouden wegens rijden onder invloed. Hij werd naar het dichtstbijzijnde politiebureau meegenomen, waar hij de commissaris van dienst liet vragen zijn
MI
5-contact te bellen. Een half uur later was de
KGB
-officier opgehaald en naar een schuiladres in Sussex gebracht, uitgerekend het graafschap dat door Stella Rimington was uitgeplozen op de namen van plaatselijke communisten. Dagenlang werd Lyalin door een team van hogergeplaatste
MI
5-agenten ondervraagd. In de woorden van Furnival Jones werd de Rus ‘uitgeknepen’, waarna hij werd herenigd met zijn minnares voor nog een laatste hartstochtelijke nacht. De volgende dag kreeg het koppel een kans: desgewenst konden ze samen een nieuw leven beginnen, met nieuwe identiteiten en dito paspoorten. De vrouw, moeder van twee kinderen, besloot naar verluidt terug te keren naar haar gezin. Naar het scheen was ze onder de uitgezette Russische inlichtingenofficieren, die met hun gezinnen aan boord van een Russisch schip werden gebracht dat hen terug zou brengen naar de Sovjet-Unie. De
BBC
berichtte echter dat Lyalin en zijn geliefde met nieuwe papieren een nieuw leven in Engeland waren begonnen. Ook berichtte de omroep dat Lyalin in 1995 was overleden. De enige foto van hem die bewaard is in een
MI
5-dossier, toont een gezicht dat opmerkelijke overeenkomsten vertoont met dat van filmacteur Ronald Colman.

Die gehele ochtend in februari 1972 had de ervaren
MI
6-agent Frank Steele door de vochtige straten van Dublin een Rus geschaduwd. In Gardiner Street, aan de noordkant van de stad, had hij de man een vervallen huurkazernewoning zien binnengaan. In dit deel van de stad waren ook de kantoren van Sinn Fein te vinden, de politieke vleugel van het verboden Ierse republikeinse leger, de
IRA
. Daarna was de Rus via de O’Connell Bridge over de rivier de Liffey weer naar het centrum van de stad gelopen, zo nu en dan even stilstaand om de gebouwen en Dublins beroemde
Georgian doors
te fotograferen. Op het aanvraagformulier voor zijn accreditatie door het Ierse bureau voor toerisme omschreef hij zichzelf als journalist voor de
Pravda
, de invloedrijkste krant van Rusland. De vastgeniete foto toonde een bebrilde man van middelbare leeftijd met een rond gezicht. Steele had een kopie gestuurd naar Century House, Westminster Bridge nummer 100, nu het hoofdkwartier van
MI
6. De man op de foto werd geïdenti
ficeerd als Aleksander Feoktisov, een
KGB
-officier die vanuit West-Berlijn had geopereerd en later zogenaamd als persofficier had gewerkt voor de Russische delegatie bij de
VN
in New York.

Sinds de Russische spionnen Groot-Brittannië waren uitgezet, was het Sovjetconsulaat in de Ierse republiek plots opgewaardeerd tot ambassadestatus, waarna een gestage stroom van Russische journalisten en handelsmissies op de luchthaven van Dublin was aangevoerd. Het Ierse ministerie van Buitenlandse Zaken had hen met open armen ontvangen als bewijs van Ierlands groeiende importantie in een wereld waar de
VS
en de Sovjet-Unie elkaar door het vervormende prisma van de Koude Oorlog nog altijd argwanend beloerden. Met Europa als strijdperk zagen de optimistische Ierse politici hun land al als vredestichter tussen de beide supermachten. Hoewel een dergelijke rol buurland Groot-Brittannië ongetwijfeld zou irriteren, zou de steun vanuit Moskou voor de langgekoesterde droom van de republikeinen om Noord-Ierland met het zuiden te verenigen extra helpen om ‘het Britse juk van Ulsters schouders’ te lichten, zoals een Ierse politicus het verwoordde. Op deze februaridag was Feoktisov door Charles Haughey, een radicale nationalist met een diepgewortelde haat tegen de Engelsen, op een lunch getrakteerd in het Ierse parlement, de Dáil. Op bezielde toon had de Ier de hoop uitgesproken dat Moskou zich niet onbetuigd zou laten als het ging om ‘de verwijdering van het Britse bezettingsleger uit het noorden’, zo vertelde Haughey de auteur later.

Steele was naar Dublin gekomen ter verificatie van een bewering door generaal-majoor Jan Sejna, voormalig eerste secretaris van de Tsjechoslowaakse communistische partij op het ministerie van Defensie en voormalig stafchef van de minister van Defensie, die in 1968 was overgelopen en in Washington uitvoerig was ondervraagd. Na enige aarzeling had Richard Helms, het achtste hoofd van de
CIA
,
MI
6 toestemming gegeven twee officieren te sturen om Sejna te ondervragen. Deze had hun vervolgens verteld dat de
KGB
middels geldtransacties van Zwitserse naar Ierse bankrekeningen in het geheim de
IRA
had gesteund. Een deel van het geld was besteed aan het trainen van
IRA
-schutters door de Tsjechische inlichtingendienst. Na een urenlang verhoor waren de
MI
6-agenten tot de slotsom gekomen dat Sejna de waarheid sprak.

Hoewel Helms oprechte waardering had voor de Britse geheime dienst, gold die niet voor John Rennie, die in 1968 als het zesde hoofd
van de dienst was aangesteld. Helms wist dat de enige praktijkervaringen waar Rennie op kon bogen, de voorbereidingen voor de invasie van het Suezkanaal waren geweest, toen hij de leiding had over de misleidende propaganda-uitzendingen door
MI
6-radiozenders in Cyprus en Aden die het strijdlustige tromgeroffel van Cairo Radio moesten dempen.

Na het Suezdebacle had Rennie de golven van kritiek op Whitehall weten te overleven dankzij zijn gevestigde vrienden, die hem niet de rug hadden toegekeerd. Het was een hecht clubje, al sinds zijn tijd aan Balliol College in Oxford. Zijn vrienden hadden hem behulpzaam de diplomatieke dienst binnengeloodst, waakzaam toegekeken terwijl hij de diplomatieke ladder beklom en klaargestaan om hem op te vangen zodra hij leek te vallen. Hij had een Zwitserse van gegoede familie gehuwd, en zijn machtige vrienden waren erbij geweest om op hun geluk te toosten. In de Tweede Wereldoorlog was Rennie naar New York gezonden om daar voor de Britse documentatiedienst te gaan werken. Later was hij als eerste secretaris voor handelszaken overgeplaatst naar de ambassade in Washington, en vervolgens als gezant naar de ambassade in Buenos Aires. In geen van de gevallen had hij zich onderscheiden, maar het was voldoende geweest om zijn gevestigde bondgenoten in Whitehall tevreden te stellen.

Hij werd assistent-defensiesecretaris bij Buitenlandse Zaken, en wekte nog altijd de indruk zich niet in de kaart te laten kijken. Op het ministerie heerste de algemene indruk dat hij misschien nog wel meer wist. Die indruk was voldoende om hem in 1968 tot het nieuwe hoofd van
MI
6 te benoemen. Kort daarna volgde een uitnodiging om Richard Helms te bezoeken, die twee jaar daarvoor de
CIA
was gaan leiden.

Meer konden deze twee van de machtigste spionnenvangers van het Westen niet van elkaar verschillen. Op de dag dat Helms op het Witte Huis werd ingezworen, was hij 53 jaar. De marinekapel speelde zijn favoriete melodieën uit de oorlog. Alles wat Helms zei en deed, met zijn grijze haar keurig geknipt en zijn lichaam gespierd van het vele tennis, straalde ondernemingslust uit. Rennie, de zoon van een rijke luciferfabrikant, was een jaar jonger dan zijn gastheer in Washington. Zijn haar dunde al uit en zijn dure, formele pakken konden zijn buikje niet verbergen. Helms reed zelf in zijn Cadillac naar zijn werk om daar elke ochtend stipt om half zeven te verschijnen. Rennie prefereerde het comfort van zijn limousine met chauffeur en arriveerde op het beschaafde tijdstip van half tien voor Century House.

Helms nam vrijwel nooit een vrije dag op en nimmer een volledig weekend; van hem was bekend dat hij op Eerste Kerstdag op zijn gebruikelijke tijdstip opdook om te zien hoe de zaken bij Operaties liepen. Voor Rennie waren de weekends echter heilig, tenzij er een goede reden was om hem naar kantoor te roepen. Die weekends stonden in het teken van schilderen. Zijn werk was geëxposeerd in de Royal Academy en de Salon de Paris. Een jaar voor zijn aanstelling was hij hertrouwd met een weduwe, nadat zijn vrouw was overleden. Helms was al 27 jaar met dezelfde vrouw getrouwd. Beide echtgenotes waren zelfstandige, zelfbewuste vrouwen.

Op de dag dat de twee elkaar in 1968 in Langley ontmoetten, zwaaide Helms de scepter over twintigduizend medewerkers, van wie ruim de helft overzee opereerde, met een budget van meer dan een miljard dollar om aan alle wensen tegemoet te komen (in 2007 bedroeg dit het drievoudige). Rennie beschikte op dat moment over een staf van bijna vijftienhonderd medewerkers verdeeld over zestig standplaatsen wereldwijd en een budget van ongeveer 250 miljoen pond.

BOOK: Geheime oorlogen
3.52Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Other books

Thirteen by Lauren Myracle
Criss Cross by Lynne Rae Perkins
Allanon's Quest by Terry Brooks
Wolves and Angels by Jokinen, Seppo
Playing With Matches by Suri Rosen
House of Dreams by Pauline Gedge
Slow Ride by Kat Morrisey