Read Geheime oorlogen Online

Authors: Gordon Thomas

Tags: #Non-Fictie, #Wierook22

Geheime oorlogen (28 page)

BOOK: Geheime oorlogen
5.68Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

In 1953 slaagden
MI
6-contractanten erin om een tunnel onder het Weense Hotel Imperial te graven, het hoofdkwartier van de Sovjet-
kommandatura
in Oostenrijk vanwaar men telefonische en telexverbindingen met Moskou onderhield. Elke dag werden er honderdvijftig banden vanuit de Weense
MI
6-post per
RAF
-vliegtuig naar Londen overgevlogen om daar op het hoofdkwartier voor regeringscommunicatie (
CGHQ
) door linguïsten te worden vertaald. Deze operatie was zo succesvol dat Sinclair en Allen Dulles, sinds februari 1953 het nieuwe hoofd van de
CIA
, besloten om de zaken nog voortvarender aan te pakken en nu ook al het berichtenverkeer van en naar de belangrijkste legerbasis van de Sovjet-Unie te onderscheppen: het hoofdkwartier van het Rode Leger in Zossen-Wünsdorf in Oost-Duitsland en tevens doorvoerhaven van alle militaire en geheime inlichtingen van en naar Moskou. Met deze geheime operatie zouden Engeland en de
VS
de aanvalsplannen van het Warschaupact kunnen achterhalen zodat men wist waar en wanneer de eigen
NAVO
-troepen in stelling moesten worden gebracht.

Wekenlang zochten tunnelexperts in West-Berlijn naar een geschikte plek en kozen uiteindelijk voor een locatie aan de rand van de Russische zone. Daar zouden de specialisten van de Amerikaanse ge
nietroepen een achthonderd meter lange tunnel onder Russische bodem moeten graven. Elke centimeter moest onopgemerkt blijven. Na een aantal besprekingen in Londen onder leiding van George Young, terug uit Turkije om materiaalchef voor
MI
6 te worden, ging het project met de codenaam Stopwatch in december 1953 van start.

Notulist bij deze besprekingen was George Blake, een jonge, bescheiden inlichtingenofficier die net bij de Britse geheime inlichtingendienst was komen werken. De 36-jarige, in Nederland geboren Blake had een opmerkelijke achtergrond. Zijn vader was een Egyptische Jood met een Brits paspoort, en een van zijn neven was mede-oprichter van de Egyptische communistische partij. In de oorlog had Blake bij het Nederlandse verzet gezeten alvorens naar Engeland uit te wijken om daar als luitenant onder Ian Fleming, schepper van James Bond, bij de marine-inlichtingendienst te dienen. Fleming adviseerde hem te solliciteren bij
MI
6. Blake werd aangenomen en kreeg een spoedcursus Russisch om vervolgens naar de Verre Oosten-afdeling van het ministerie van Buitenlandse Zaken te worden overgeplaatst, waar ook een andere nieuwkomer, Guy Burgess, werkzaam was. In september 1948 werd hij naar de
MI
6-post in Seoel, Zuid-Korea, gezonden. Daar werkte hij nog steeds toen hij en de andere ambassadediplomaten twee jaar later bij de Noord-Koreaanse inval gevangen werden genomen. Na zijn vrijlating dankzij een gevangenenruil was hij naar Londen teruggekeerd en aan Youngs afdeling toegewezen. Hij moest op een
need to know
-basis de door hem gemaakte notulen laten rondgaan, met daarin de details over de meest geheime operatie sinds de plannen voor de invasie van D-Day. Daarbij zat ook de bouwtekening van een pand in Zossen-Wünsdorf dat leek op een radarinstallatie voor vliegtuigen die aanvlogen op Tempelhof, de luchthaven van West-Berlijn.

Onder het pand werd een negen meter diepe schacht geboord die naar een tunnel van dik vier meter breed liep. Om de gigantische berg aarde uit het oog te houden van de waarnemers vanachter de Russische grens, werd er boven de tunnel een enorm pakhuis gebouwd. Vrachtwagens verschenen met grote, lege kisten waarop duidelijk stond aangegeven dat het om onderdelen voor een radarinstallatie ging, en vertrokken weer met dezelfde kisten, maar nu gevuld met aarde. Zo werd in totaal ongeveer drieduizend ton aarde stiekem afgevoerd. De bovenkant van de tunnel moest dicht onder het oppervlak komen zodat de afluisterteams onder ideale omstandigheden konden werken, maar moest bovendien sterk genoeg zijn om het gewicht van
het bovengrondse verkeer binnen de Russische zone te kunnen dragen. Ook was het van belang dat de ruimte waarin de afluisterapparatuur werd geplaatst voldoende geïsoleerd was, zodat het geen echoput werd waardoor op de banden slechts galm te horen zou zijn.

Eenmaal werd er vertraging opgelopen toen een paard met hoefijzers voorbij kloste, wat trillingen veroorzaakte. Een andere keer was er een aanhoudend gedreun te horen, toen bleek dat de Vopo’s, de Oost-Duitse politieagenten, pal boven de tunnel een tijdelijke autocontrolepost installeerden. De trillingen werden veroorzaakt door het gestamp van de Vopo’s die hun voeten probeerden warm te houden.

Om zeker te weten dat de tunnel de vereiste lengte had van precies 449,58 meter, om de afluisterapparatuur zo effectief mogelijk te kunnen benutten, maakten twee
CIA
-agenten in Amerikaanse leger-uniformen een van de gebruikelijke ritjes naar het deel van Oost-Berlijn waartoe de Westerse bondgenoten toegang hadden. Daar dienden ze precies op de plek waar de tunnel ophield een lekke band te krijgen. Zodra ze weer wegreden, zouden ze een klein zendertje achterlaten dat de locatie aan de tunnelbouwers doorgaf. Het vereiste nog slechts dertig centimeter graven om een opmerkelijk bouwkundig staaltje te kunnen afleveren. Op 25 februari 1955 was het werk voltooid. De kosten bedroegen dertig miljoen dollar, een van de duurste constructies in de spionageoorlog tegen de Sovjet-Unie. Britse telefooningenieurs installeerden 25 ton aan apparatuur om zo’n vijfhonderd afzonderlijke berichten vanaf de basis van het Rode Leger tegelijkertijd te kunnen onderscheppen. Alles werd vervolgens doorgezonden naar Washington en naar Regent’s Park in Londen, waar vloeiend Duits en Russisch sprekende linguïsten 24 uur per dag bezig waren met het vertalen en doorsturen van de verkregen informatie naar de
CIA
en
MI
6.

Niemand had vermoed dat de
KGB
erin was geslaagd de operatie te infiltreren. George Blake was tijdens zijn gevangenschap in Noord-Korea door de Russen gerekruteerd. Sindsdien was elke carrièrestap door zijn agent in Moskou geregisseerd. De bescheiden Blake was doorgegaan waar Kim Philby, Donald Maclean en Guy Burgess waren afgehaakt. Op zijn vijfentachtigste verjaardag, in 2007, werd hij onderscheiden met de Russische Orde van Vriendschap.

In de vroege ochtenduren van zondag 22 april 1956 werd de tunnel ontdekt door een team van Russische ingenieurs, die in Oost-Berlijn bezig waren met het op stormschade controleren van ondergrondse elektriciteitskabels. Voor John Sinclair was het een klap die hij nooit
meer te boven zou komen, en hij nam ontslag. Daarna verdeelde hij zijn tijd tussen een bestuursfunctie van een anglicaans seminarie en het voorzitterschap van een organisatie van de Church of England die onderdak regelt voor gepensioneerde plattelandspredikanten. Kort voor zijn tachtigste verjaardag en zijn gouden huwelijksfeest overleed hij. Een anonieme necroloog verwees in de Londense
Times
naar Sinclairs ‘onvermogen, uit veiligheidsredenen, om te reageren op kritische opmerkingen die pas veel later volgden’.

In de nasleep van de ontdekking van de tunnel was de belangrijkste vraag voor de
CIA
en
MI
6 hoelang de Sovjets het bestaan ervan al hadden vermoed en of ze de tunnel hadden gebruikt om zelf misleidende informatie door te geven. De controlerapportages sloten elke mogelijkheid uit dat de Russen, afgezien van de tijdelijke autocontrolepost van de Vopo’s, een observatiepost hadden ingericht in de omgeving van de tunnel. Andere rapportages bevestigden dat gedurende de elf maanden waarin de tunnel operationeel was geweest, het vergaarde bronmateriaal na decodering en analyse juist was gebleken. Dit onderstreepte de accuratesse van de door Oost-Duitse informanten doorgespeelde inlichtingen over de Russische troepenbewegingen in zowel Oost-Duitsland als andere landen van het Warschaupact. Een schat aan overige informatie legde de relaties bloot tussen de Russische militaire bevelhebbers en wierp een licht op de politiek van het Oostblok. ‘Vaak was het alsof je je samen met de Sovjetplanners in dezelfde ruimte bevond en je alles kon horen wat ze uitspookten,’ herinnerde Allen Dulles zich.

Toch bleef één vraag knagen. Kon de
KGB
een spion geplant hebben, die volgens het besluit van Moskou zo belangrijk was dan zijn veiligheid zwaarder woog dan enige actie tegen de tunnel voordat die bij toeval was ontdekt?

Er werd een beroep gedaan op de intuïtie van Bill Harvey. De voormalige
FBI
-agent, die als eerste de conclusie had getrokken dat Kim Philby een spion was, had de dienst verruild voor de afdeling Speciale Operaties van de
CIA
. Aan hem de opdracht om welke Sovjetmol dan ook te vinden die zich binnen welke aan de
CIA
gerelateerde operatie dan ook had weten te verschansen. Harvey was naar Berlijn gereisd om te zien of hij er een kon uitgraven. Wekenlang doorzocht hij de lijst met namen van officieren op sleutelposities die toegang hadden tot de afhandeling van de onderschepte berichten. De jacht bracht hem ook regelmatig naar Londen. Uiteindelijk vond hij geen verdachte
namen en concludeerde hij dat de tunneloperatie niet geïnfiltreerd was geweest.

Tijdens zijn verblijf in Berlijn had men hem aangemoedigd contacten te leggen met de
BND
, de West-Duitse inlichtingendienst, om zo meer te weten te komen over Duitse operaties waarvoor
MI
6 zich wellicht zou interesseren. Blakes agent was Horst Eitner, tevens
KGB
-agent. Blake bracht zijn Sovjetrunner echter niet op de hoogte over zijn contact, een fout die hem duur zou komen te staan.

In 1960 werd hij voor een nieuwe opdracht overgeplaatst naar het taleninstituut van het ministerie van Buitenlandse Zaken, gevestigd in de heuvels buiten Beiroet, om er Arabisch te leren. Een jaar later ontving hij een verzoek van
MI
6 om naar Londen terug te keren. Op 4 april 1961 begaf hij zich naar de afdeling personeelszaken van de Britse inlichtingendienst aan Broadway, vlak bij St. James’s Park. Een beveiligingsbeambte liet hem binnen en leidde hem naar een kleine vergaderkamer in de nabijgelegen Carlton Gardens, met uitzicht op de Mall. Een uit de kluiten gewassen team van ondervragers wachtte hem al op. De vier contraspionageofficieren confronteerden hem met het vergaarde bewijsmateriaal. Zoals Horst Eitners bekentenis, waarin hij Blake voor
KGB
-agent uitmaakte; de bekentenis van Michael Goleniewski, een Poolse inlichtingenofficier die vanuit Warschau naar het Westen was overgelopen met kopieën van
MI
6-documenten die naar de
KGB
waren gelekt en doorgegeven aan de Poolse inlichtingendienst. Blakes naam was een van de weinige op de oorspronkelijke verspreidlijsten geweest. Bovendien was er nog het feit dat hij bij alle voorbereidende besprekingen voor de Berlijnse tunnel de notulist was geweest.

Twee dagen lang werd George Blake met het ene na het andere belastende feit geconfronteerd. Telkens had hij kalm de beschuldigingen ontkend. Totdat John Quine, een van de ondervragers en hoofd contraspionage bij
MI
6, op de derde dag en achteroverleundend in zijn stoel Blake met nauwelijks verholen minachting ervan beschuldigde dat hij zijn land puur om de poen had verraden. Plots viel er een stilte in de kamer, en toen sprong Blake uit zijn vel. Nooit had hij ook maar een cent aangenomen. ‘Al mijn acties waren zuiver uit ideologie!’ riep hij. Hierna vergde zijn volledige bekentenis nog eens twee dagen.

Op 3 mei 1961 bekende Blake tegenover opperrechter Goddard in de Old Bailey vijf spionagevallen en werd hij veroordeeld tot 42 jaar gevangenisstraf, de hoogste die ooit aan een landverrader was opgelegd.
Toch zat hij daarvan slechts vijf jaar uit. In oktober 1966 wist hij met behulp van een nylon touwladder die met stalen breinaalden was versterkt uit de Wormwood Scrubs-gevangenis te ontsnappen. Tot op de dag van vandaag weet niemand precies hoe hij de celdoorzoekingen heeft overleefd en de politie en zijn jagers van
MI
5 en
MI
6 heeft weten te misleiden, alvorens een jaar later in Moskou op te duiken. In navolging van Philby schreef hij een autobiografie,
No Abiding City
, daarbij gecoached door de
KGB
. In 1990 actualiseerde hij het boek, onder de nieuwe titel
No other choice (Geen andere weg)
. Geen enkele westerse uitgeverij had destijds belangstelling voor een van beide versies.

Terwijl Bill Harvey vergeefs had geprobeerd te achterhalen of een spion de tunnel had verraden, probeerde Dick White, het nieuwe hoofd van
MI
6, ervoor te zorgen dat niet voor elk verraad gepleegd door een Sovjetmol de schuld zou worden gelegd bij de Britse veiligheidsdienst. Zijn strategische bronnen in Washington hadden hem verteld dat Carl Nelson, officier bij de afdeling communicatie van de
CIA
en nauw betrokken geweest bij de totstandkoming van de tunnel, het uitgesloten achtte dat zo’n mol ofwel een Duitser kon zijn geweest die als bouwarbeider aan de tunnel had gewerkt ofwel een
CIA
-agent die aan de operatie meewerkte. Gegeven het feit dat
MI
5 slechts de ontvanger was geweest van het inlichtingenmateriaal in de periode dat de tunnel had gefunctioneerd, was het voor White duidelijk dat de verrader in
MI
6 moest zitten, maar hij hield dit wijselijk voor zich. Hij was er immers al niet in geslaagd om Philby als verrader te ontmaskeren en had al zoveel kritiek over zich heen gekregen, dat hij had overwogen om uit
MI
5 te stappen. In plaats daarvan was hij vervolgens aangesteld als directeur-generaal toen zijn voorganger Percy Sillitoe aan diens wereldcruise begon.

De promotie kwam voor de 47-jarige White niet alleen als een verrassing, maar was ook hard nodig. Met zijn aantrekkelijke, jongensachtige voorkomen en onberispelijke manieren had hij over vrouwelijke aandacht niet te klagen en uiteindelijk trouwde hij met romanschrijfster Kate Bellamy, die twee kinderen uit een eerder huwelijk meenam en hem nog eens twee zonen schonk. Zijn vrijgezellentijd was voorbij, en met een vrouw en vier kinderen te onderhouden was het hogere salaris dat bij zijn nieuwe functie hoorde, een welkome opsteker.

White was in 1936 bij de Britse veiligheidsdienst gekomen. Hij was afgestudeerd aan Oxford, de universiteit van Michigan en
UCLA
.

BOOK: Geheime oorlogen
5.68Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Other books

The Girl Who Cried Wolf by Tyler, Paige
TECHNOIR by John Lasker
The Lightning Dreamer by Margarita Engle
New Adventures of the Mad Scientists' Club by Bertrand R. Brinley, Charles Geer
Gargoyle (Woodland Creek) by Dawn, Scarlett, Woodland Creek
A Perfect Darkness by Jaime Rush
Bond of Passion by Bertrice Small